andere onafhankelijke distrikten. Hare bevolking bedraagt ongeveer 7000 zielen. Deze is zamengesteld
uit omtrent 4000 vreemde eilanders, 500 Chinezen, 100 afstammelingen van Europeanen, 1200 slaven
en even zoo vele vrije inboorlingen van het land. Onder de laatsten, en ook onder het getal der vreemde
eilanders, voornamelijk der Rottinezen, telt men vele Christenen van de Hervormde Godsdienst, bedragende
het getal ledematen dier geloofsbelijdenis in het geheel, met inbegrip der Europeanen en
Europesche afstammelingen, ongeveer 1200 zielen. Wij geven dit getal, zoo als het ons (in 1829) is
medegedeeld, ofschoon wij niet mogen verzwijgen, dat zich onder hetzelve vele naam-Christenen bevinden.
Langzamerhand echter zal, bij een voortdurend verstandig werken, het licht der waarheid zich
meer en meer uitbreiden en het uitgestrooide zaad des Evangeliums, naar wij hopen, rijkelijk vruchten
voortbrengen. Behalve de vroeger reeds genoemde Timoresche Radja’s van de landschappen Amabie,
Amfoang, Sonabay (den Kleinen Keizer), Taibenoe en Fonei, aan welke het Gouvernement, niet ver van
de stad, kleine stukken gronds ter bewoning heeft afgestaan, hebben in derzelver omtrek ook verscheidene
vorsten en mindere hoofden van de eilanden Rotti, Sawoe en Solor hun verblijf gevestigd, en houden
aldaar het toezigt over hunne onderdanen, welke, naar oud gebruik, aan het bestuur te Koepang, tot het
bewaken der grenzen tegen de strooperijen der vijandelijke Timorezen en tot het verrigten van andere
diensten, geleverd worden. De Rottinezen, ten getalle van omstreeks 2000, wonen in onderscheidene
dorpen, ten zuiden en noorden van de stad, langs de zeekust; de Sawoenezen, ten getalle van 250 tot
300, meest bij Koepang, en zoo ook de Solorezen, ten getalle van ongeveer 100 zielen. De laatste
worden bij voorkeur tot roeijen gebezigd, doordien zij de eenige inlanders zijn, die zich uit vrije keus
op de zeevaart toeleggen. Zij zijn meest afkomstig van Lamakera en Lawajang, op Solor, en worden
jaarlijks of wel om de twee jaren verwisseld. — Men vindt te Koepang geene andere bedienden dan
slaven en vrij verklaarde afstammelingen van dezelve. Zij ontleenen, voor het grootste gedeelte, hunnen
oorsprong van Timor zelf, en van de nabij liggende eilanden Rotti en Sawoe; eenige weinigen zijn van
Bali, Sumbawa, Gelebes en de Papoeasche landen afkomstig. Op de eilanden der Timorsche groep
was bet vroeger eene vaste gewoonte — en, waar zulks niet door hooger gezag belet wordt, heerscht
zij gedeeltelijk nog — dat de krijgsgevangenen, of zij, die hunne schulden niet konden betalen, levenslang
tot den slavenstand vervielen, en dit lot was niet alleen hun, maar ook hunne kinderen en nazaten
beschoren. Tot hoevele misbruiken van allerlei aard, tot welke lage listen en schreeuwende onregt-
vaardigheden zulk eene willekeurige en tevens barbaarsche instelling aanleiding moest geven, laat
zich gemakkelijk beseffen. Oorlogen werden gevoerd met het uitsluitende doel om gelegenheid te hebben
tot het buit maken van slaven, en de naburen opentlijk te kunnen plunderen en berooven. Nadat
de slavenhandel in de Nederlandsche bezittingen verboden is, zijn ook de twisten en veeten der verschillende
landschappen aanmerkelijk verminderd. Alzoo is door den krachtigen invloed en den goeden
wil der beschaafde Europesche natiën, in de van de natuur het meest bevoorregte gewesten der Nieuwe-
en Oude-wereld, de kiem gelegd ter verbetering der zeden en ter bevordering van het geluk dier volken.
Dat men aan Timor?s kusten geene enkele haven vindt, welke het geheele jaar door eene veilige ligplaats
voor schepen biedt, is den zeevaarders bekend. Het land heeft alleen hier en daar groote of
kleinere bogten, maar nergens eene eenigzins geslotene reede. Uit dien hoofde kan een schip, gedurende
de oostmoeson, moeijelijk aan den zuidkant ankeren en, omgekeerd, in de westmoeson niet wel
ergens aan de noordkust. Onder alle baaijen, wélke dit eiland bevat, is dié vaü Koepang de aanziën-
lijksté (*) éft eene dét* beètétt gedurende de oostmoeson. Zij is matig diep en haar grond is voor het
grootste gedeelte óf modderig óf zandig. Een vlak koralen-eilahdje, Poelöe Kera (f) genaamd, ligt
nagenoeg midden Voor den ingang der baai, en twee andere kleine eilandjes, Poeloe Tikoes en Poeloë
Boeróttg (§) genaamd, zijn aan hare noordzijde, digt onder den vasten wal van Timor gelegen. Op den
achtergrond is deze baai door eené lage, moerassige landstreek bezoomd, maar ten noorden en ten
zuiden Zijn hare oevers meest klippig en hier en daar heuvelachtig. Deze laatste gesteldheid behoudt
ook de kust tot voorbij de Tandjong Balmoetoëng, in de straat Vah Samauw, Waar een kalkgesteente
van lateren oorsprong (k o ra len -k a lk ste en ), het land een allezins oneffen en onvruchtbaar aanzien
geeft. Pongamia glabra maakt hier het voornaamste geboomte uit, terwijl de Rottlera Blumei, als
een lage struik met gekrulde, schijnbaar ziekelijke bladeren, en onderscheidene andere taaije heesters
van de familiën der Euphofbiaeeae en Ebenaceae, aan den dorren bodem eenig leven bijzetten. De
Cappafis mariana maakt evenwel den grootsten sieraad uit dier kale klippen. Daar, waar de Stranden
zandig zijn, ontwaart men hoofdzakelijk gewassen van de geslachten Mezoneurum en Acacia, de TöUr-
nefortia argentea, Tribulus moluccanus, Josephinia imperatricis, onderscheidene Convolvulaeeaë, Mal-
vaCéae en Palmae. Op de lage, moerassige stranden eindelijk en hunne naaste omstreken, vindt men
dezelfde plantsoorten, welke aan dusdanige gronden, tusschen de keerkringen, eigen zijn, zoo als die,
welke behooren tot de geslachten Rhizophora, Brugiera, Sonneratia, Aegieeras en Acanthus. »Eené
enkele soort slechts,” zégt de Heer Spanoghe, aan wien ik deze korte, botanische aantëekëningeii verschuldigd
ben, »niet eigen aan Java, maar wel op de kust van Koromandel voorkomende, mengt zich
mede in deze groep, namelijk de Lumnitzera racemosa” Q .
(*) Hare diepte, van het westen naar hét oosten, bedraagt 3§ geogr. mijl, en hare breedte, van het zuiden naar
het noorden, gemiddeld ruim 2 mijten.
N-) Kera, Koepangsch ('Keêah, Rottineesch) betëekent: z e e s ch ild p a d .
(<$.); Tiekoes (j J m ) beteekent: m u is of r a t; Boerong, gelijk men weet, v o g e l.
(*) Aangaande de Flora van het onderhavige land, verwijzen wij inzonderheid tot de Description d’un Herbier de
File de Timor, van den Heer Decaisne (N ou v el. Annal. du Muséum d’h is to ir e nat. T. 3. p. 333) en den, door
nu wijlen den Heer' Spanoghe vervaardigden' Prodroïntis Florae Timoriensis (Linnaea'Van D. F. L. V. ScMechtêndal,
1 841, B. 15). In deze beide verhandelingen' zijn meer dan 600 plantsoorten van dit eiland beschreven. Van dit getal
is de verhouding der Monocotyledonen ,■ met inbegrip der varen , tot de Dicotyledonen,- = 1 :4§ ;• eene Verhouding ,
welke overeenstemt met de door den Heer R. Brown gedane waarnemingen omtrent de vegetatie der aeqjiinoxiaal-streken
van Nieuw-Holland en dié van den Congo in Afrika, en welke naar zijn vermoeden even zoo zal zijn aan de kusten van
het Indische vasteland. Als de op Timor het menigvuldigst voorkomende familiën, geeft de Heer Decaisne dé volgende
aan , welke , met uitzondering, der eerste familie— die verreweg de rijkste is , afe Bevattende zij bijkans het negende
gedeelte der soorten van het, geheele, boven opgegeven.getal — eene trapsgewijze, vermindering in soorten aantoonen.
Leguminosae, Gramineae, Euphorbiaceae, Urticeae, Compositae, Filices, Cyperaceae, Malvaceae, Acanthaceae, Con-
volvulaceae, Rubiaceae, Byttneriaceae, Myrtaceae, Verbenaceae, Solaneae, Labiatae enzv. De laatstgenoemde familie
staat tot de eerste = 1 : 6 , maar tot- de tweede = 1 : 3 . In het geheel heeft de Flora van Timor veel overeenkomst
met die der Molukken, van Indië in het algemeen en van Nieuw-Holland, voor zooveel namelijk de kustplanten betreft;
en ten opzigte der binnenlandsche vegetatie, zijn het de eilanden en het vasteland van Afrika, met welke het
een aantal geslachten en soorten gemeen heeft. — Merkwaardig is het, planten in de omstreken van Koepang te zien
groeijen, welke op Java alleen op hoöge bergen gevonden worden, zoo als de Epithema Bmnonis, de Rhynchoglossum
obliquum en eenige anderen.