l o o N O O R D
alsAfgodcn, ftcene Le euwen, ook Schildpadden
, en Padden van ongcmeene grooten
, dus dar t o e f chynt , mer ws ' " " "
voornaeni Chan of Koning «1
moet hcbben. De bolwerken dezer Stad
zijnvan ongcmcene grooteen hoogte,
z y zelvc is voor het gedeelte met een aerde
wal omr ingt , vier poorren of ingangen
kan men befpcuren aen deze vervalle-
•ne Stad: mcnigie van Hazcn loopen in deze
ZOO zcer verdelgde plac t s , wczende
mec Gras cn Kruiden bcwoflen : Menfchen
werden heden dichr onder dezeplaets
"woonende, niec gevonden: de Mugal
Sineefche Reizigers verbalen dat voor veel
honderd Jaren, hier terplaetze, daer, of
omt rcnt j heeft gew'oont een Tai tar i fchen
Koning, genaemt Vuickan, en dat die door
zekerKoning van Sina vcrdelgt zoude zijn
gewccft. Hier n a b y , ziec men zoo hier en
daerop 't gcbergte, venvoefteoude begraef
piaetzen van ftcen , toorens g ewy s , eertyds
door de Tai taren gef t icht : liier vind
men veel licflijke Krui i en. Du s verre <dit
bericht.
Een tweede verflag van gemelte T(
werk en puinhoopen my ter hand gekoincn
, is als volgt :
Aen de Toor en , welke onder plat .
Van binnen geheel in zijn oudc wezen i s ,
die te midden in de vernielde Mo e^e l f che
Stad Ikjbifrch.tn Karo/t, by zommige genaemt,
ftaet, ziet men beeiden van graeuwe
fteen , die uit de Bergen werd gehouwen
, gclijk de geheele Tooren van alzulke
ftcen is : men ziet dacr ook tot ^icraet
afgebeelde Lecuwen en gedier tc, grooter
ah 't Icven , fciioon in ¿ e geweilen gcen
Leeuwen en zijn : de fteene Schil^pad
die daer te zien is , zal mede zijn beduidcnis
hebbcn gehad , my onbekent,
z y is van een ftuk , twee El groor. Men
ziet "er fteene Gr a f - f t e c en, die befchilderd
en bchouwen zijn. Acn de grond
ilag van den Toorn , zag men veel gaten
daer ronde ftecnen , en andere , als keilen
in lagen. Daer was ten gewe i f t , dacr men
bokkende koningaen, alwaermenmedegefchriften
vond. De muuren der Stad zijn
gebakkefteen: men kan den To o rn van buiten
niet beklimmen. T e r z yde de Santinne
op den Toor en ftaet ter r e cht e r , een
Man met een Bo og in de h a n d , en aen
de andere z yde een perzoon , die iemand
fchynt te z egcnen; recht achter het
bceld van de zichtbare Santinne , ftaet
een becld , dat aen haer gelijk i s , docli
dacr ter zyde twee Menfchen beeiden van
cen andere gcdaente , waer van het ecne
een V r o uw vcrtoont.
D e klokjes die men aen de Tooren
e n O O S T
eenige honderd in gctal ziet hangen
zijn
..-i yzer , en met de Wi n d künkcn } z y ..
Door een trap binnewacrts, kan inen
in den Tooren kl immen, en daer vind
men veel ScJirifien en Tekeningen van
)den leggen. Men zag'er veel gaten
t w e c o f d r i e f p a n l a n g, daer
deze Schriftcn en Tekeningen , by bundeis
in geftoken waren : daer lagen ook
overvloed van Z y d e dockcn en kleederen
, die fcheenen geoffcrt te zijn , welke
op de vloer lagen, en aen de wand hongen:
daer was vcrboden dat men dezcniet
roeren of \vegnemer zonden. "Van Köper
IS de Slang en halve Maen die op den
Tooren ftaet, zeer aerdig gewrochr . De
Wallen rondsom deze vervallene Stad zijn
van aerde. Du s verre dir verflag.
Zeeker Rei z iger , mijn bekende, welke
deze vervallene Stad in zijn doortocht
na Sina heeft bezien > verhaelde my . hoe
h y daer zijnde , van de we g afreed tot in
cen Do r p , d a e r h y in een hui s t rad, ziende
daer in een afteekening van zeekerwanfchapen
A f g o d re pronk , aen de wa n d ,
daer zieh een Priefter omti-ent ophielt, en
op die t y d een man van buiten inkpmcnde
, viel voor het gefchüderde beeld neer,
inakende zekere wanfchikkel i^e gebaertej
de Paep g a f dien man daer op als de zegen
, met twee te zamen gevoegde banden
op het voorliooft te leggen. Hier befchonk
men mijn vriend met T h e é in
Paerdemelk g e k o o k t , en Brandewyn van
de zclve melk gcmaekt.
D e Heer jldam Braut , voornaem
Koopman van Luiek , welke deze gewef -
-pi) heeft gezicn , f chr y f t my daer van als
I g t :
Omt rent de Yliet Kaßtmur, welke goet
drinkwater verfchaft , en in de Rivier
Nanm ftort, ontmoet men ondcifcheidene
verwoefte Steden , alwaer men noch
overig ziet aldcrhande van fteen uitgefiiedene
gedaenten, 200 van Mannen, Vr ou -
wcn , als alderhande wilde Dieren , levens
gi-oote , waer van men 'er in Europa
zelden konftiger uitgewerkt vind : hee
fcWnenvcrbeeldingenvanoudergefcliicdeiflen
te zijn. Men ziet 'er Mannen met
Bogen in de hand : en werd aldaer gez
e g t , dat dien oord van jílexandcr de
Groot verwoeft is geworden, insgclijks ontmoete
w y in dat gewef t , byf tcrgrooteop-
-•:rechte Zuilen , die zeer konftelijk van
:en ui tgehouwen, en opgcrecht waren ;
aen de zommige van dezcn , zag men ontallijke
veel klokjes hangen, die alszy door
de wind bewogen wierden , cen groot geluic
gaven. De z e oude vervallene gcbouwen
voorby gereift hebbcnde, cn de Groo-
^mam
T A R T
te Muur naderende, bevonden wy Iiet
Land, hoe nader, hoe meer bewoont , en
,dric dagcn reizens van de Mu u r a f , beje-
4,'cnde w y groote Steen-klippen, waer aen
w y met de uiterfte verwondering zagen,
dat de weg daer door heen, uitgehouwen
was : hier moet men op zijn hoede z i jn,
en niet ter z yde af reizen , zoo men van
het wreed Gedierte , als T y g e r s , Lui -
paei-den j enz. niet wi l verflonden zijn :
in dit fteenig gebergte legt een Stedeken,
genaemt Schorna , ofte anders Korakoto» ,
dat een kleine dag reizens van de Muur af
•is gelegen : in dit geweft is veel Wi l d ,
als Har ten, wilde Schapen, Haz en, doch
zeer klein. Dus verre dit acn my overgezondcn
bericht van Mam Braut.
Volgcns zeker Gr iekfche Reiziger
Spaimus genaemt , die oog-getuigen is gewcef
A R V E , .
daer by niet zoude können opkl immen, en
zoude volgcns bericht der dacr omtrent
ilegene V o l k c n , dit werk al voor veel
anderd J aren gemaekt zijn geweelh
t . en aen my fchriftelijk heeft bericht
, zoo ontmoet men tuffchen de
-Vliet Jmur en de Mu u r van Sim, puinhopen
van groote verwoefte Steden.
D e Sineezen o f hedendaegfche Tarters,
die Sind beheerfchen , hebben al wat na
fterkte geleek, en by hcn met bezet is
buiten de Groote Mu u r , gefloopt.
D e S t iAKd g a n , buiten de Sineefche
Muur gelegen, werd voor een fterkte gehouden,
is van gcbakke fteen gebouwt ,
legecnde omringt van een gocde Mu u r en
vafte To o r ens , welke Toorens met pannen
zijn gedekt , daer fterke deuren en
yzere grendels aen z i jn, doch om de Muur
en is gcen g r a f t , maer in dit KalgMt en
woonen niet veel menfchen , doch in andere
Steden achter de Mu u r , is 't meefl
zeer Vo t k r y k .
Niet verre van het Stedeken Kar-ikotott
Oof twac r t s , is een hooge Steen gebergte,
dat eai zeer kromme en flangswyze opgang
heef t , de zelve is boven o p , tot een
iengte van twee honderd vademen , met
menfchen banden doorhouwen , wezende
deze we g zcven vadem breet > buiten deze
we g is het aldaer niec te bereizcn , om
dat ten wcder zyde deze Bergen , diepe
Moerai fenz i jnt hier vind men Wy n f t o k ,
Eik , groote Noot e en Linde Boomen ,
ook Kaftanien : men ziet daer cen Khp ,
die om zijn ftyltc niet is te beklnnmcn,
acn de eene z yde halver hoogt e , te we -
tcn van honderd en v y f t i g vadcm , is cen
oude Afgoden Tempe l of Kloof t c r , in de
Steenrots ui tgehouwen, dacr vier venfters
o f lucht openingen in zijn : men ziet daer
Af g o d e Beeiden van fteen gemaekt we -
zendc tc vcrwonderen hoc mogehjk is gewccft
, dus in de Rotzen tc können uithouwen,
zijnde het ter z yde de zclve,
P)'l ftyl, ZOO dat het mmftc ongediertc
Omtrent het Stedeken Karakoton of
zwartc Stad , ziet men een oude vervallene
Sineefche Temp e l , dacr gcen Afgode n
Beeiden te zien en zijn : hier omtrent wi l
men dat een aenzienlijk Tarters He e rwoont ,
die een der Dochters van de Sinecfchc Ko -
ning ten W y v e h e e f t : 't gemelte Stedeken
is mec Eike Palifläden in 't vierkant
omcingclt, en zulks regen den aenval der
Tygers cn Luipaeidcn, want dacr rondsom
zijn vccl wilde Zwynen cn Ha r t e n ,
daer dat verflindent gedierte op aef t, wer -
dende van deze Plaets tot aen de Gr o o t e
Muur by nacht niet gereift, uit vrezevan
gemelte Beeften ; alle Kamelen, Paerden,
Ezels en Koebceftcn, dragen hier een y z e r
klokje aen de hals, waer voor de T y g e r s
eenige vreze hebbcn , werdende dikmaels
menfchen, als z y zieh in het gebergte be -
gevcn, verfcheurt , des daegs houden deze
beeften zieh meeft aen de hoogte der
Bergen , doch by nacht komen zy aen de
gemeene wegen. Hier is deLandf t r e ek ,
alwaer de Koning van Sina meeft Jaerlijks
de Maend Auguf tus ter T y g e r vangft
komt, met twee of drie duizend der befte
Tartaerfche Boogfchieters cn Lanciers;
hy treed dan zelve van het Pa e rd. en becingelt
mÄ zijn Vo lk het gebergte, het
Beeft werd met klokken geluit gedreven na
de placts daer de Keizer zieh v e rhouwt ,
die dan zelve het Di e r in 't gemeen t r e f t ,
omcingclt zijndevan z i jngewapendewachcen
, welke hem voor onheil tegen het
Beeft befchermen. Hier zijn Vogelen van
groote als cen Re i g e r , en bykans van de
zelve gedaente , zeer fchoon van veeren,
de hals is wi e , de vleugels en ftaert Scharlake
root , hunv l e e f chi s goedomt e e e t en,
andere hebben de groote van Papegacyen,
;krom van B e k , geeiert mec alderhande
jevcrwde vederen , daer zijn ook Veld-
.locndei-s, met lange ftaertcn en veclverwigc
ve deren.
D e Rivier Sckir.tmurin of GeeUPjerä^
die uit het We f t e k omt , en Oof twaer t s
de Rivier Kar^a ftort, is dcrtig vadcm
breet, docli zoo ondiep , dat men daer
door met Kamelen en Paerden wadden
kan. De Vi iet Lo^a komt Zuidehjk a f ,
in de Scharamtirirt Valien : als men in deze
gcweften de Groote Mu u r nader t , ontmoet
men aengename Dalen , en brave
Dörpen door Sineefche Vo l k plantingen
gefticht.
Selminskoj is een Plae t s , gelegen niet
ver van het Mc i r ßa i k^, cn by de Rivicr
N s