}\ r
214. N o o R D
negentheit, gcgevcn op onze Reis begrip,
den ï6 November r(58(S. De Giften mec
dezen Brief gezonden , waren
Een zwart bruine Vos.
Drie zwarce VofTen.
Drie Otccrs, belialvcn eenig root Schar-
Iaken.
Deze Katoechta word zeer in eeren gehouden,
by den Sineefchen Koning. Hy
heefc fteeds allerlei behulpzaemheit van
vcele Jaren a f , verleent, aen de Krygsluiden
van hunne Czaerfche Majefteiten in
't Daucrfche Land. Is fteeds willig geweeftj
cm onder goed gelei hunner Czaerfche
Majefteiten Boden, na S¡M , en elders
af te laten , en Voerliiiden te verfchaffen.
Brieven die aen den Katoechta o£ KoeiottchtA
komcn , moeten , eer hy ze ziet,
aen eenig Hofbedicnde over gelevert werden
5 en bevoorens vertaelt , als wanneer
zy , na dit de zin begrepen i s , aen den
brcngcr weder gegeven werden , om die
dan den Katoechta zelve over te rciken.
Als 'er jemand by de Katoechta > in de
Vrga, of verblijf plaets der Gezanten gebragc
werd , is hy gehouden , twee honderd
vadem van 't verblijf des Katoecktaes
van 't Paerd te fteigen, en te voec te gaen,
Den 9 November i<SS6 , is 'er een
RuiTche Afgezondene gekomen , aen de
Horde van de Katoechta , die hem voor
Giften mede br agt , twaelf paer Zabels,
of Zabel-vellen , twee bonté Voifen, en
een Ro k van Karmozijn Laken , en zes
ftuk Ot t e r s , twce ruggen van Voflen ,
een ftuk brand-geel Laken , een Spiegel,
een rieni Papier , een J u c h t , een Ve rkyker
, en cen koker met Poolfche Meflen,
waer tegen hy ontfong een ftuk root Sinees
Damaft, twee ftukken donker blaeuw
Dimaft , een ftuk Sineefch Zatyn , een
ftuk groen Sineefch Zatyn , en noch een
ftuk Asgraeuw.
Men is gewoon de aldaer aenkomende
Gezanten, met onderhoud, en ipys te
\-oorzien, zoo als de boven aengeroerde
Afgezant op de man ont fong, een halve
O s , tweeSchapcn, en een Ha r t , als hy
zijn intre dede.
De Mugaelfche Vorften ^t^er^y Sain
chansn Batnrcomaifcha, dat Broeders zijn,
houden zieh veel o p , b y , en omtrent den
Katoechta.
Men is aen dat Ho f gewoon , die men
onthalen wil, cerft een kopThe e t e f cheDken,
en Zuiker gebak voor te zetten : de
Spyze werd daer by de aenzienlijkfte in
Porceleine fchotels opgedift, zoo ais gemelte
Afgezant in dc-r Gezanten Vrga, of
wooning, onthaelt is geweeft.
e n O O S T
Die men ved Eei- doet, komt zclve toc
zijn geiioor, anderzins word iiet gehoor
alleen gegeven door iemand van zijn groote
Heeren : waerom buigt gy u voor onzen
Katoechta niet, zeide eenmaeleen Moegaels
Heer aen dac H o f , tegen zeker
Chriften,, terw)'lc wy mec u eens geloofs
zijn , en alle aen een eenigen G o d , die
boven in den Hemel zieh ophout , geiooven.
Welke uitdrukkinge zijne aenmerkinge
verdient, vermids kenbaer is, dat d cMo e -
galen , den valfche Kerkdienft der Lamas
Pnefters, en die van Tangut of der Sinee-
" T aenhangen , zoo dat zy onder alie deuitterlijke
Afgodery kennis van hec
wäre Goddelijke wezcn fchynen t e h e b -
ben. '
Van de Katoechta zijn voor eenige Jaren,
Gezanten in Moskou geweeft, die men
zeide iaft hadden, den Keiz^er in Duitfchland
, en Pans te Romen te gaen begroeten,
welke eerfte zy als Hoof t en Opperfte
magt van alle Duitfche Volken, en den
tweeden , als Opper-priefter veeler Chriftenen
hadden hooren beruchten.
De gemelte Gezanten in Moskp körnende
, ftaekten daer hare Re i z e . door gebrek
van middelen, want zy gemeent hadden
Wenen en Rome n , zoo verre van
hun Land niet te zijn , zijnde niet voorzien
tot ZOO een lange Reize.
Een dezer Gezanten was gebooren 1
dicht by de oorfprong van de Ganges, en
niet ongoelijk van wezen, dbch de eigene
gcboorenen Ta r t e r s , die zy in 't gevolg
hadden, waren byfterheslijk vanopzicht:
of de KatoHchta dit Gezantfchap uit eigen
hoofde, of uit laft van dengrootcn Lamoiy
die in Tangut zijn Zetel he e f t , hadde afgezonden,
is my tot noch toe onbewuft.
Daer zijn Priefters en Monnikken by
de Moegalen, die op haer tiende J a e r p u -
derdoms gefchooren werden , zy moeten
nooit Vrouwen bekennen , het haair
om de mond word hun afgefneden, gaen
zondcr broeken , hun Monniks-rokken
zijn gemaekt van allerlei geverwt Dama f t ,
bykans op de geftalte der Monnikken in
Rusland , doch de hooft kappe is gcel.
Van dezen Opper-piiefter word in
n Brief aen my uit Perficn gefchrevcn ,
aldus. De Catuhtan , is der Miigalen
AertsbiiTchop , woonachtig op de Grenzen
van Siberia , hy ftaet onder den Heidenfchen
Opper-paus DaUilama, welke
veele Catuhtans, die zieh eJders ophouden,
onder zieh h e e f t , deze was noch onlangs
in vriendfchap met de Ruifen , leefc
meeft altóos in Vrede : edoch in den J a -
lig«), is hy binnen de Sineefche Muur
gc-
T A R T
geVlucht, verdreven door de Kalmukken,
re gelijk hy hadde een fteene Kloofter in 't Mugalen
Land gebouwt, "t geen de Kalmukken
nu hebbenverwocft. DusverredczeBrief.
Ten einde de Rivier Selenga is een Mu -
gaelfch Vlek of Stad , Tarcha genaemt,
daer een der Mugaelfche Opper-priefteren
woont , die mec den Karoegta , zoo gezegt
werd , bykans in een gelijke w;
digheit is.
De Katoegta is in zoo grooten gezag
der de Mugaelfche Vorften > wegens zijn
Geeftelijken ftand , dat zy zonder zijn bewilliging
zieh naeuwlijks in eenigerhande
zaken , derven fteeken , of iets aenvangen
, wes meermalen ten zijnen woonplaetze,
by een komften gemelter Prinzen
zijn , ZOO als een diergelijke verzameling
is geweeft o p ' t Jaer 1 Í 8 5 , in September.
Zoo wel de Geele , als Zwarte Mugalen
eeren dezen Opper-priefter , Katoea
of Kotoegü genaemt, die by hun in groote
achting is, en na de Kerk gedragenword.
H y is afliangig aen den Afgodifchen Op -
per-priefter in Tangut. De Monniken zijn
onder hen veelcyds in wit gewaet gekleet,
en voeden geen haair aen den mond.
"iVbcM- ^^^ Afgodifch Geefteden
ondH lijk Opper-hoofc in Tangut, en van den
rw^oibie- Katoechta mMugalia^tQQrdttlt ^fO'c^, kan
uit het volgende f c h r i f t , 't gcene my uit
de gebuur-geweften van dien oord toegezonden
i s , gezien worden. Wa e r in van
het gewas Rhabarber medegewagword ge-*
maekt.
den Dalailama , ef Opperfien
Patriarch van dtgeweßen van Tangut,
Mugalen , Kalmakken , en veele andere
yolkfH , dien jyr, als hannen Opperfien
Acrtsvader ofPaiu , ten hoogßen eeren , die
heeft, om al yhlk, in hun bygelovigheit
t^onderlioude» , in verfiheiäe plaetz^n der boven
genoemde Landen sUjn geefielijk.l}eden ,
die ook hunne hoofden hebben 5 doch alle van
hem af-hangen. ^UM hebben de Mugalen
ook. hunnen Patriarch of Hoogen-prießer , die
iveinig boven ¿oorjprong der Rivier Selenga
z.ijn verblijf plaets heeft, en , in hun fpraek,
Katouchta genoemt word, dte z^o veel als
Kardinael of ^ertsbijfchop , en af-ljangig aen
den Dahilama in Tangut ts. Dcz,e z.end
weer, in andere ver ajgetegene Plaetz.en, met
oplfgginge der banden , xJjiie Bijfchoppen, die
ay Laba noemeny en Priefters, die Manzy
heetcn. Zy hebben ook. hunne Klooßer-lieden
, die in eenzAcmheit in de Kloofters woonen,
en i,ich van ¡^roHwent ah ook van verfcheide
fpyx,e , onthouden. Zy hebben dageiijh
} in een vergadering, hmne plechtelijke
A R Y E. i i f
gebsden , met veel andere Jlienjchen i die
verfcheide namen hebben , van de geeßelijkheit
af-hangen, en gelijk als Leeke-broedirs
xJjn. Zoo dat men verz^kert zAjrt , dat
•er als een Dalailama of Dalaimaalte
d'andere Geeßelijkfn van hem
af-hangen.
Wat anderK4ns aengaet het Geloofder Mu -
galen , dat komt bykans met dat van de Stneezen
over een j matr verfchilt eenigüns in
Afgoden; ivani de Sineezen hebben de hun-'
nen , en de Mugalen en Kalmakken weder
anderen. En alle dez-e Beeiden hebben zy alleenlijk
tot gedachtenijfe van over '
vene Helden , die z,ich dapper i
hebben gedragen, en groote overii
hunne vyanden verkregen. Andere Beeiden
wederom z.ijn van dengenen , die een uitnemend
heilig Uvengeleid , en eenige goede Leeringen
en Bocken nagelaten hebben : en ande~
re van z^od^nige , die uitvinders van verfcheide
nodige, en tot des menfchen onderhoud
dienende z^aken z.ijn geweeß. AI het welke
fchynt by ouds van de Babyloniers en Grieken,
in diegeweßen , door Indien , (daer ty ook
als noch met groote Ajgoderye befinet z.ijn j
gelijk l"h>" fs by het eeren van de E^ptifche
Os, daer z.y nu een Koe van gemaekt hebben)
overgekomen te z,ijn. Alz.00 ü geloofelijk, dat
ook » Iftge voor de Menfchwtrdinge onz.es
fze Afgoderye by de gemeide
Folken u overgebragt, en die , by gebrekvan
Genanten der rechte waerheit en- Gods Woord
(want de Heidenfche Folken meer door de
Chriftenen om hunne rykdommen , als om de
voortpUntinge van Gods Woard, bez,ocht wor-^
den) als noch by hunne voorige blindheit zJj»
ver bieten. Matr boven al is te verwondereny
dat alle die Fbiken , die men in Siberie bez.
ocht heeft 1 als ook Mugalen en Sineezen,
eenen Opperfien God, en Schepper aller zien^
lijke en onzJenhjke dingen , (de welke , z.eggen
s.y , onbegrypelijk is •, en niet genoemt of
kan worden,) bekennen: dien f-oehunne
gebeden, in alle nooden , aen:
ten hunne Heilige» tot voorfpraken.
pen zy i
Ten tweeden , ü niet weinig te venrondet
, dat de Folken van Niuche en Sina ,
met hun vroom leven» x.elfs de Chrifienen he*
vreemdelingen
overlafi. Dronkenfchap is, byz^onder in Sina ,
een groote fchande , z,oodanig dat men , door
die Landen reifende , (alhoewel daer ^oote
menigte van JFyn ü ) geen dronken menfch
ontmoet. Zy z.ijn z.oa tot vrede gcnegen , dat
zy hever alles zullen lyden, als een Kryg aen-'
vangen j s.00 dat het te beklagen « , dat die
Folkcn niet beter door Gods IVoord verlicht
Aengaende de Siberißhe e. Noorder Aßaii
iii