I'ist ífli;
39° N o o R D
Namaels wierd Katibas, Zoon van Mu4-
lim, Stedehouder over Cherafan, die den
Arabifchen Keizer SHlema» , Zoon van
jibulfHeitk , van de Heer fchappye, zoo
veel in zijn vermögen w a s , af zctce, en
troonde ook de Chorafaners, tot des zclfs
afzetting. Maer diefloegen zulks a f . en
vielen op Katibas aen , en dooden hem ,
verkiezende overhenzekerenOverf te) WUki
gebeten , Zoon van Abrißnvid.
Omtrcnt te dezer t yd , Heerfchte over
BKchara zekere Vrouw, ChatHnü gememt,
die tegen de Mahometanen byuant van
den Konink van Srnd , een Landfchap in
Egypten , verzocht > met belofte , van
daer voor met hem te zuUen trouwen.
Wae rom h y , na hier met twintig duizend
krygsknechcen toetrok. Maer 5i/iw, Op -
perhooft der Mahometanen , zond Mahleb
, Zoon van Ahnfafra , tegen den K o -
nink van Said, zoo dat die beide met malkanderen
handgemeen wierden , en vochlen.
In welk gevecht de Konink , met
veel van zijn volk , te fneuvelcn quam :
en de Mahometanen kregen grootenbuit.
Daer na trokken de Mahometanen na Samarkand,
alwaer de Konink , voor veel
geJds 9 de Vrede van hen kocht .
Des Jaers zeven honderd en negentien,
200 Wttrnerw w i l , ftelde Chal i f Jwd,
Zoon V3.n Abdulmtlckj en Broedervan den
Chalif Suleiman , zijneh Broeder Aiußiman,
tot Stedehouder over Chorafait en
Irak •• maer hebbende hem daer na van de
Heerfchappyebeiderplaetzeafgezet, ftelde
hy daer over Omar, Zoon van Habir.
ChiU^bdall SafaL ftelde, op het Jaer
zeven honderd negen en veertig , Abnlismin
tot Stedehouder over Char^an.
Des Jaers zeven honderd vier cn zeventig
, was foi.ef, Zoon van Ibrahim Emir,
Vorft van Choraßn , die tegen den Arabi -
fchen Chal i f Muhamed Mahtidis , Zoon
van yilmanßr, optrok. Mier^ezJd, Zoon
van fez j id, trok hem tegen , kreeg hem
gevangen , en zond hem aen Muhamed
Aiahadü, die hem te Bagdad deed kruizigen.
O p 't Jaer zeven honderd acht en tacht
i g , ftelde d'Arabi fche Chal i f tot
Stedehouder j Mamuxis, ovtr Chorafan,
Daer na wierd onder den ChaJif Rasjid,
j4lis , Stedehouder van Chorafan , dien
Roijid, op het Jaer acht honderd en zes,
van de Heerfchappye afzette , en Haz,i.
moi, Zoon van Agan, Stedehouder maekt
e , na hy d'ond^rdrukking en geweldenarye
van Alii verftaen had. De StedehonAsr
Haz.imas , nam gevangen, en
zond hem geboeid , na den Chaht l
O p het Jaer acht honderd twee en twin-
O O S T
tig overleed Tr f io- , Zoon v a n d í a
twee Jaren , van wegen den Arabifche
Chalit, over Chorafa» , als Stedehouder
geheerfcht heeft. Elmacin noemt hem ,
een goeden , ftrydbaren , milden , kloekzinnigen
j grootmoedigen £w/>of Vor f t *
die een goede befticring hielt, en ook treffelijke
Arabifche Vaerzen kon maken.
Na Taher, was de Zoon Abdalla o£Abdallagh,
£/»/r of Stedehouder van Chorafan,
en ook van Egypten en Syrie , die des
Jaers acht honderd vier en veertig overleed.
Hy wierd voor een trelfelijken, uirftekenden
, ftrydbaren en eerlijken Ma n
gehouden , en nad groot gezag. Na hem
fchooten veele geleerde Luiden en Poeten
toe , dien hy groote gefchenken en giften
gaf,
O p het iaer acht honderd negenenveertig,
voegde Chalif Gjafar Abulfald, aen
zijnen Zoon , Mntaz, Silla , het geweft
van Chorafan toe , en het geen daer onder
behoorde : als ook Tabrtßan , Raja, Per'
ße , Armeme, en Aderhogjan,
Weinig liier na , was uit den naem vaa
Chalif Gjafar Abulfald, Mnkt^dir Stedehouder
van Chorajan en Tabrefia».
T e dier tyde ontftonden in Chorafan er}
Perfie groote'Aerdbevingen.
Des Jaers negen honderd twee en veertig
, ftjerf Said Nafr of Nacer, in zijn ouderdom
van acht en dertig Jaren , Zoon
van Hamdon , Zoon van Ifmaii, die Heer
van Chorafan en Aiawaranahr was geworden.
H)^ was een goedaerdig , mi ld, en
kloekzinnig perzoon. Men zeid dat h y ,
wanneer zijne ziekte lang aenhield, een
gebedenhuis op zijn Kafteel had doen bouwen
: in het welk h y , met reine kleeren
en blootsvoets ging, en aldaer bad, en gebeden
ftorte , en voetvallen deed , zieh
ook onthielt van onrechtvaerdige daden en
fchelmftukken , zoo lange h y ieefde.
Na het voeren van veele oorlogen, quam
dan I^acer te fiervcn. Hy had tot navolger
, zijnen oudften Zoon IfinaU bef temt ,
aen dien men den Eed van getrouwigheit
had gedaen t maer hy overleed voor zijnen
Vader: dies Nue of Nao , zijn tweede
Zoon , in de Landen van Mawaranahr ,
Chorafan , Mfabitr, en andere, de Ya-
Deze Nue Voerde, door zijne Hopmannen
, in veele oorden , oorlog ; hoewel
meeft altyd met ongelukkigen uitflag.
Daer na wierd hy z e l f , door zekeren A .
boaby, verflagen, en verloor Buchara: maec
krygende het namaels wede r , ftrafte hy
de genen , die de zyde van zijnen vyand
gekoozen haddcn.
Daer na verkreeg gemeltc Abeaby Choraßm
T A R T
tafan weder : cn was Nue komen te fterven
, naiicende zijnen Zoon Abdulmalek-
Does ovcileed des faers negen honderd zes
enzeftig, en, zoö eenige willen, aen een
val van een Paerd , na eene Heerfchappye
van zeven Jaren en zes Maenden.
N? hem volgde zijn Broeder Manfur.
Daer was zeker Albatacjuin, weike zieh tegen
deverkiezingcvan^<i«7«r'^s^<is> maer
yond die zijn vyand toentef terk: zulks
bata^uin, met drie duizend man. naGazmin
vluchte. A/anJitr zond hem vyftien duizend
man na , om tc vervolgen , die verflagen
wierden : des gelijks anderen , derwaerts
gezonden , om zieh te wreken. Derhalven
Manfur hem ,niet der,de aentaften :
maer trok na het Land van Hierak ten oorlog.
Roknadaule Acem ,. die dit Land bez
a t , bf l jafzieh te Velde, en zond ter zelver
tyd , zijnen Zoon in Chorafan » met.
een Leger , om Manßr af te wenden,
Midlerwyle quam Xanguir, Veldheer van
Roknadaule, te fter ven : wiens Ampt aen
Abul Ocem wierd gegeven , die een Vrede
luITchcn beide dezeVocf ten tewegebrai
piet befprek , Roknadaule zou i
talen honderd en vyf t ig goude Dinars:
20U Manftfr, tot meerder vaftigheit \
dit v e rdr agj een Ni chte vm Rokjfadaule
ten Wy v enemen.
Des Jaers negen honderd acht en negentig
bcmagtigde , volgens Elmacin, Zultan
Mahmud, Zoon van Sebektin , Heer o f i t r o k ,
Konink van Hmde, liet geweft van Chorafan
, dat hy na de 4eod van Abdulmalek •
Zoon van Nue of Noah , den laefte Ko -
nink derSamaners, ontweldigt zoude hebben.
A R Y Ê. í9f
der ingetreden was , verzocht hy van hem
zijn Ze g e l , om daer mede eenige ichatten
te verzegelen. Na de Vader hem dar over*
gelevert had , zond de Zoon Ahmed zijne
knechten met het zelve na het Kaf t e e l ,
die het zelve den bewaerder van Mafud
overleverden, enzeiden, d a t z y a e n J / ^ -
fud iets te bootfchappen haddeu : maer
alsze by Mafud gebragt waren, dooden zy
hem.
Wanneer het gerucht daer van terooreti
wanMadud, Zoon van Mafud, gekomea
was, die toen in Chorafan zieh ophield >
keerde die ter y l , met zijne krygsheiren »
na Gaz^na , daer hy Heer van was. Na
hy zieh in ilagorde geftelc hadde , dreef
hy zijn Oom op de vlucht : en nam hemj
en zijnen Zoon Ahmed, neffens Abufenteein
» de gelubde , gevangen, en deed hen
dooden. Oo k deed hy al de Kinderen van
zijnen Oom , en al de geenen , die zijnen
Vader hadden hclpen dooden , om' t leven
Na het affterven van Madud, Zoon van
Mafifd, Heer van Gaz,na , volgde hem
zijn Oom Abdolraihid in 't Ryk.
Daer na kregen de S.tlsjuz.idyncn o f i f -
liukinfirs, of Seldx,ioekin , Chorafan weder
in bezit : het welk , volgens Elmacin, by
dezen voorval gefchiede.
Wanneer de Chorafanfche Zultan Ma b *
mud famanuddaala., over den Vliet Gihm
Wararchan , Konink van Ma^
byftant te doen , groete Michail,
Opperbooft der Salsjuzidynen, Zoon
van Salsjuk., Zoon van D.tk^k > die zieh,
met zijne Broeders , David, Chaberhtki
,Fir en Arfelom , na de dood van Salsjuk,
in Mawaranahr ophield, en veele Türke n
Des Taers duizend en zeven en derti[,. ,
mm Ruknoddon Abufaleb, de Stad A7yá¿«rj onder zijne gehoorzaemhelt hadde, zeker
in Chorafan, in. Maer des volgenden Jaers,, Konink Maiimud, die navolger van
Maßid-vza Gaz^na, a^L Batch , en ¡ í¿o/r^A/<¿in't gebied geworden was. Dees
dreef de Seljukenzers uit Chorafa
ba©heit van Michael verwonderende , en
dat zi jn. Hofgezin hem gehoorzaemheit
bewees, verzocht van hem , dat hy by
hem wÜde blijven, met belofte, van hem,
op zijne wedcrkomfte tegen devyanden ,
Chorafan te zullen toevertrouwen. Wa n -
neer Michail zulks affloeg , wierd Mahmud
Des Jaers duizend en veercig , maekte
ieker Abufentecin of AnmhtezJn, een gelubde
van Balch . met eenige Hovel ingen,
een Verbond of Eedgefpanfchap , die aen
Konink Mafud, Zoon van Sebiegin , de
handcn ftoegen , en zijnen Broeder Mohamed
, voor hem tôt Konink over Chorafan
en Nabuurige^cweflrcnverhieven, engroeteden.
Dees zi jnenBroeder, Konink Aîafud
ontbiedendc , zeide tôt hem t Ik ^al
over de klockmoedigheit cn ftryd-»
daer over vergrämt, en fmeet Michael
in boeyen?. Wa e r over de krygsknechten
van Michael, en zijn geftaciit, hem nief
alleen vervolgden: maer zieh nederiloegen,
en onthieldcn op de vlakte van Chorafan ,
en aldus daer bezitting kregen. Namaels
overleed Mahmud, dien be rouwde , dat
hy de Türken cn Salsjuzidynen, te weten
de krygsknechten van Michael, Zoon van
Salsjuk, in zijn Land gelaten had.
HgeUjk metgehjk v^rgelden , hetgeenegy
acn my gedaen hebf. (want hy had hem de
oogen iiitgcfteken; maeroverkg, n-aergj
ii>ilt blijven , of dat ik « mei uwe Frouwen
en Kinderen, denvaeris z.ende. En wanneer
hy het Kaftecl Cera of Kabra verkooren
h:id , zond hy hem derwaerts. Als daer
Ahmed, Zoon van Mohamed, tôt den Vazieh
Na de dood van Mahmud, aenvaerde
I zijn
IVi"