m! M
1«
N O O R D
verwoetle Stad Tamirlanku, dacr wy ook
Vee-hoeders in Horden bejegcnden.' Van
daer gingen wy over ' t gebergce ^Uagurdi,
en zedert na 't woefte Karakitai, voor het
welk wy twee dagen ftil blcven , dewy l
daer gocd Water en Gras was , en een
Dorp , of liever een bende van Vee-hoeders
, met hun Hut ten neffens hen: op
dac onzc Beerten , de welken mocde wierden>
uitruften zouden. Toen wy drie dagen
van hier af onderweeghaddengeweeft,
iconden w y onze Kemel niet wyde r voort -
brengen, vcrmids aen ons We ide ontbrak:
Want mcn zag hiernieis anders, dan do r ,
zandig en verbrand Land. Hier quam
noch by , dat onze Kemel ziek wierd, en
't garite Meel niet langer nuttigen kon.
W y lieten hem dies halven loopen , en
hingen ons Reiseuig op mijn Paerd , en
gingen te voct . Onz e voorraet begon ook
ten einde te loopen j en w y hadden niet
meer dan noch een kor f met Dadelen, die
van de Perfianen Gtfrma genaemt worden.
T w e e dagen daer na wierd ons Paerd ook
ZOO moede , dat het nede r v id, zonder
dat w y 't weer op de been konden krygcn.
Mi jn Rei s -broeder j iugußjn wrong het
Paerd de hals t o e , en ftak het de keel af ,
en fneed twee groote ftukken vleefch
zijn lendenen . die w y met ons namen,
aen ons , na d'aerd der Tar ters , tot ij
verftrekten. Do c h de honger maekte (Jat
het ons zeer aengenaem was. W y moeften
hier van onzc armoede aflcheiden, en kon^
den niet me e r , dan de kor f met Dade l s ,
en de twee ledere vleffchen met Water met
ons dragen. Wy gingen in dezer voegen
van hier a f noch acht dagen, zonder Do r p
o f Menfchen te zien , en namen onze
ftreek , zoo veel als de Bergen ons toelieten
, Wertwaerts aen; dewyl wywe lwi f t e n
dat het Landfchap Kandahar, en Pcrßen
Weftwaerts van ons afleggen moeften.
O p de negende dag quamen wy in het
Land THrkeßan , d.ier wy weer eenige
Horden bejegenden; en gei'aekten in de
Stad Sachannia. Wy quamen onderweeg
tot hier toe zomtyds aen Waterput ten; en
in de nacht viel mede een fterke Da u , die
ook , gelijk wy aen twee plaetzen bevonden
, tegen de dag tot Manna wierd , de
welk men, gelijk Honigzuiker , te zamen
kon fchrapen. De zelfde was gelijk men
hem in d'Apoteken tot Genees-middeien
gebruikt : maer onze hongerige magen
konden weinig verzading hier uit bekomen.
Ho e groot een plaeg de honger voor
cen jong gezont Menfch i s , val tzeerzwaer
te gcloovcn voor de geen die zulks nietbezocht
hceft , en die niet by crvarentheit
daerafkan fpreken.
en O O S T
Na dat w y in deze Stad vier dagen uirgeruft
hadden., en van de AelmoeiTen der
Inwoonders ( d i e cen meeftcndcel harde
.brokken waren, en zomtyds een ftukje
wie Brood , zoo dun als een koek gebakken
) een weinig bckomen waren , voeien
w y over de Vloet Tamafa, cn quamen
de tiende dag daer na in de Stad Samajm ,
by de welke de voorgedachte Vloet voor
over loopt. En dewyl w y dacr ccn fchuit
bejegenden , die met de ftroom afvoer ,
en wy onze we g ook derwaerts moeften
nemen , zoo nam de Schipper ons mede
doch na veel biddens, en met
belofte van dat w y zouden helpen roeyen.
In de volgende dag reisden wy door ' t gebergte
JiJfondek, en quamen op de vierde
dag in de Stad Zehind, in 't Land van
Usbek gelegen , daer w y ons ook een dag
onthielden , en Aelmoeflen verzamelden.
Van daer gingen wy na de Stad ,
•ftond over de Vloet f a r r imM, en
quamen, na dat wy twee dagen voort gereift
hadden, in de SKzdFerraia, drie dagen
daer na in een Stad , Erufma genaemt,
en na noch twee dagen reizens in de Stad
Kammarchitn, daer de jonge Voi'f t , cen
Zoon van de ZuIran van Us b e k , zijn Ho f
hield. Van hier voerenwy met cen Chient^
m i , C gelijk z y 't noemen ) of met een
Veerfchuit in de nacht over na Samarchand,
daer d'oudc Zultan van Us b e k , de Va«
der van deze jonge V o r f t , zijn Ho f had.
Men zegt dat Tirnnrlaen hier ook zijn wo -
ning heeft gehad.
Van hier trokken w y met e enf chu i r ,
die längs de Vloet Samarchanä nederwaerts
voer, in twee dagen reizens tot aen A^i..
i.eb. In de volgende dag gingen wy over
de Vloe t Abißandi , en na twee dagen
quamen wy aen de Stad SaLand, en in de
volgende dag aen de Stad Serrifiand. Va n
hier liep de we g door het woefte L a n d ,
Arraki genaemt, twee dagen reizens verre,
tot aen de Stad Eskenari, van waer ons
noch drie dagen reizens tot aen de Stad
Surkpes 5 Over fchooten. De z e Stad legt
aen 't gebergte, 't welk zy Choberdärkft
noemen , dat zijn begin aen de grenzen
Landfchap Chorafan he e f t , in het
welk de beroemde Stad Meßher, den Ko -
nink van Perficn toebehoorende , l e g t ;
dacr w y o o k , na dat wy zeven dagen van
Surkoes af hadden gcwc e f t , voorfpoediglijk
cn met vreugden , op dcnegen cn twintigfte
van Herffl-maend , quamen.
D e Turkeftanncn dragen lange brocken
, van Kattoene ftofFe gcmaekt , die
hen tot over d'enklaeuwen ftrckkcn. Hun
fchocnen zijn gemeenlijk van gcel leder ,
voor fpits toe , cn opwacrts gebogen, geli;
k
T A R T
Üjk ileden. Zy gebruiken geen hemden ,
maer in de plaets van de zelfden kleine onder
rokken van Kattoen , die hen tot de
lendenen reiken; cn daerover dragen z y een
lange donkerzwarte r o k , van Boom-baften
gemaekt, met enge mouwen , doch onder
zoo w y t en rond als een k l o k , en met
Boom-wolle doornaeit. De z e rokken zijn
om de lendenen met een lange l i j fbant ,
die hen drie malen om de middel gaet , cn
van Zyde of Kattoen gemaekt, toegebonden.
Zy dragen op hun hooft lange nederhangende
mutzen , van Lynwaet gemaekt
, en onder met een zoom van witte
Vellen bezec. Wa t hun fpys acngaet , zy
ceten alles, dat cetbaer i s , behalven Varkcns
vleefch, en laren dicshalven niet gacrne
cen Paerd fterven, maer voorkomen de
natuurlijkc dood, en flachten 't eer het de
gceft geefr.
Onder hen zijn eenige weinige Heidenen
: want de meefte hoop van hen houd
het met de verleidelijkc Leer en Godsdienft
van Mahomet, doch volgens d'aenhang cn
gezintheit der lerßanen, die Ali voor nun
grootfte voorftander houdcn. Want ik heb
dikwils hooren zcggen , als hen een Ez e l
onder de laft ontviel , of als zy op een
Paerd zouden ftygen : Ja J l i , help Al i .
D'Usbekken zijn ook alle van de zelfde
Godsdienft , cn können dieshalven Ahflen
genoemt worden. Hun fpys is gelijk die
van de Turkeftanncn. Maer de befte is
Pacrde vleefch, daer af de Grooten alleenlijk
het hoofde vleefch voor het lekkerfte
houdcn , en eeten ; gelijk van de wilde
Zwynen ook het hooft voor ' t befte geacht
Word 5 maer het overige van 't lichaem ,
gelijk ook van de GiTen cn Schapen, is de
fpys der gemeene luiden. De groote Heeren
laten hun Ta f e l ook met vleefch van
wilde Ezels opdifTchen : het zelfde wor d
met Uy e n en ]?eper toegemaekt, cn flcchs
ha i f g a e r g e zodenof g ebr aden, en met gefmoltc
Boter begoten. En hoewel hun
drank in 'c gcmeen flechs water is , zoo
heb ik cchtcr dikwils gczicn dat de Reizi
gers met een vliem hun Paerden aen de
lendenen , of ook aen de bcenen openden,
en hun mond op de opening lagen, en het
bloed daer uit zogen, en't gat daer na weer
met Boter cn Zout toe ftreeken, en zoo
weer voort reden. Du s verre uit dcRe i s -
befchryvinge van Joris Andrieß.
DeTar tar cn zijn Volkcn, welker Voor -
ouders Scjthen genoemt wierden , gelijk
Horn in zijn inleiding tot dcLandbef chryving
der Ouden , wel te recht bybrengt.
Mcn vind ccn groote menigte van hen in
't Noorder decl van Europa , doch wel
mecft in A f u , dacr zy zieh zoo w y t uic-
A R Y E. • - 4 6 9
gebreid hebben , dat zy liet grootfte deel
Afia , ja het zel fde, geheel fchier bezicten
, zoo men de gecnen, d i e h u n o o r -
fpronk van hen hebben, daer by rckenen
wil. Eenigen van dezen , cn bezonderlijk
de geenen , die aen de Vloet de Folga, en
aen de Kafpifche Zee woonen , namelijk ,
de Mordmrtfche, Krimifche, Ceremijjìfche',
Kafanifihe, Cirkaffifcht tziDag^anifcbelirters,
zijn in de Perfiaenfche Rei s -befchryving
van Oliarim , naemkimdig gemackt.
Maer de Tartaren , die aen Sina grenzen,
en buiten de groote Muur woonen , zijn
magtige en ftrydbare Volkcn , en worden
Jn dier voegen onderfcheiden , dat men
rekent dat eenigen na ' t Oof ten , en eenigen
na 't Wc f ten leggcn. De We f t -Ta r t a -
ren hebben , gelijk men voorge c f t , van
honderd ( Martinui Martimi zegt vier
duizend ) Jaren herwacrts dood-vyanden
van de Sinezcn gewe e f t , en veel blocdige
oorlogen tegen hen gevoert. Ja de Tartars
hebben , in "t twael f honderd acht en zeventigfte
Jaer na Chriftus geboor te, het
;checl Sincfche R y k ingcnomen, en meer
Jan zeventig Jaren iang in vafte vrede en
ruft beheerfcht. Daer na wierp zich de
knecht van een Sinefche Afgoden-dienaer
op , die Chtf genaemt wierd , en eerft cen
openbaer Roov e r had geweef t , daer na een
ftout en onverzaegt krygsman , en eindelijk
een gelukkig Veld-overfte wierd. De -
ze ving aen het Sinefche R y k , zijn Va -
derland, weer van de Tartars tebevrydcn,
bequam door groote toeloop een magtig
Leger, voerde eenige Jaren oorlog tegen
de Tartaren , verdreet hen eindclijk ui t
geheel Sina . en vervolgde dacr na hen ook
buiten de groote Muur . De vluchtige
Tartars begaven zich na 't Oof ten , baden,
zeer democdig zi jnde, om vrede, en
moeften aen Chu, ais Keizer van Sina, den
dapperc oorlogs-hcld, die Hungus genaemt
w i e r d , Schatting betalen. En als mc t 'er
tyd het getal dcr Tarters grooter wierd ,
verdeelden zy zich eerft in zeven Hcerfchappyen
, voerdcn oorlog tegen nialkand
e r , en wierden eindelijk tot een R y k ,
'c wd k zy Ntuche noemden. Toen deze
Tartars hoe langer hoe meer vcrfchrikkelijk
aen de Sinezcn wierden , zijn z y van
de Landftanden in Sina , die groot gezag
in de gcmcene zaken hebben , overvallen,
tcrwyl zy op geen vyandfchap verdacht
waren j cn wierd hun Konink omgebragt .
De Zoon van de vermoorde Konink vergaderde
dicshalven een magt ig Le g e r , vie!
in 't naefte Landfchap van Sina , Leaotmg
genaemt , veroverde de Stad Tuxun. De
Tarter fchrcef uit deze Stad zeer belecfdclijk
aen de Sinezcn, en bo od hen de vrede
N n n 5 aen