i f l l !
4 6 1 N O O R D
my X^uiks fchriftelijk. , wt Ifpahan mí.
DEze ftammen worden ieder door een
Mier-Achotr beflierd , die altyd een
perzoon van de zclve ibmtnc i s , en van
zijn Majefteit den Konink van Per f ien.
zelfs verkooren word , gehoorende onder
den Mier-ächotr-bäsji.
En heefc men zoodanige voornameftammen,
die alle Türken van a f k omf t z i jn, cot
twaelf toe»zijndeinrangaldusgenaemt,als :
D e c e r i l e , gebeten, de aenzienlijkfte
cn grooifte ñamme van alle , gelijk
den Mier-achoer, daer van, die in Sjiraaz,
zijn ophouding heeft, de voor-rang boven
de andere in 't zitten h e e f t , wanncer by
den Mier-achoèr-bisji verfchyne.
Dcze ftamme onthoud zieh omtrent de
j4l>i Koireng en Goenakpet , daer 00k anderewoonenj
doch deze ftamme woont álteos
in Tenten , en is- in geduurige bcweging
> en in de Wi n t e r , trckc na de
Zomer of warme gewesen.
Detweeden , Afsj^ar , die in' t Land
van MAltri melik geplaetft z y , welk Landfchap
nu aen Sjimli Snlthaan, een Tsjerkgs
tot zijn onderhoud gegeven is, onder wien
de ÜMjat gehooren, zijnde des zelfs Zoon
Mah-werdi Snlthaa» geheten, tegenwoordig
Sulthaan van Ceraiflàà».
D e dcide is Inaatilot.
Deze ftamme is hier en daer verfpreid,
gelijk de andere cok meeft zijn , onchoudende
een gedeelte daer van zieh in Chorafa
», omxrent Mesihed, in een plaets
mtz.-ge'uk. geiieten.
Een ander gedecl rebevindzichinenomtrent
KhandAhaar, die daer het Land en de
Stad ook befchcrmt, hebbende hare Kudde
van Vc e by zieh , zijnde aldaer Ilchih,
o f Paerde-rotten van den Konink , ieder
onder een Iilchi befcheiden.
Deze ftamme heeft ook eenig volk in
Kirmahnsjah, en mede omtrent Rei Sjchrijaar.
Een groot gedeelte van de Inaattloe onthoud
zieh in de Rhafahah Gendimaón , die
daer in huizen woone , blijvende een dee!
aldaer, die 't Land bouwen , en zy Kkafabah
nesjie» noemen, en geene Tenten gebruiken
i begevende de andere zieh in de
Winterna degeweften van Kaz^iroefiafsjaar,
tuflchcn Sjiraaz:, en mnder.riek.gekgen ,
die alle Tenten mede voeren , hebbende
den Mier-achoer daer ook zijn ophouding
des Zomers,
De Vierde, Zengeneht uit welkers ftamme
den tegcnwoordigen Sjerh uili-chaan
gefproocen i s , die zieh omtrent Kirmaansjabààn
, bevinde » hebbende den Aiem-
1 O O S T
EddeuUh , ook een eigen lekhio , of Paerden
queekerye aldaer.
D e vy.fde , Lesjen) , die mede in een '
Rhafabah , of hoofc-plek woonen, wezende
alle de overige ftammen . biiitcn de
Inaloe, of Inaattloe , die mcde in huizen
woonen, !^cHhasjcm tiesjie», die geduurig
in bewcging zijn , e n a k o o s , onder Te n -
ten zieh behelpen en huisveften.
De Lesje/iiis hcbben haer woonplaets in
Koomfiroez., de Khafabah, of Hooft-plaets
van het g ewe i t , alzoo genaemt , die aen
die ftamme ook tot haer gebruik gegeven
is, alwacr haer Mier-achoer ook zijn Zetelpia
ets heeft.
De zefde , Silßpoer, die zieh omtrent
Ret Sjehrijaar bevinden.
D e zevende , Be k^i i , die zieh in Al a -
merdesit onder Fotdah , en in I'oedah zelver
onchouden.
De a cht f t e , Mekdemmari, deze onthouden
zieh des Zomers in 't Tsjelemz,aar,
omtrent een dag reizens bewerten JezJecbaasi,
dac in dewe g v an Spahan mSjirAai.
l e i t , zijnde deze Land-ftreck tuifchen het
geweftvan fezJechaaß, Haima, Soeweeroe»
en Semiram , in gelegen.
D e negenfte , Nefer, die in het Land
Sijafer zijn , tuflchen Gendemaa», Lindz.-
janaat, Paritdommeh en Maur melik in gelegen
, een Land , maer met v y f of zes
Dörpen bezet , hebbende hier en daer
Weiden 5 op zommige plaetzen onvruchtbare
Velden ; latende de Pacrden in de
Oeleng of Ts]emen , dat i s , in de G rasplaetzen
gaen, en de Kamelen in de Bajirt
dat is , in de onbebouwde Vciden , die
maer Dirimneh , cn andere heefters voort -
brengt, beftaende het gebcrgte de reft van
dit Land.
Hier en daer vindmen Fonteinen, voornamel
i jk, z o o ' t wat gefneeuwt o f g e r e .
gent heeft } anders, zoo wanneer die, by
de drooge t yd , verdwynen , zoo graven
z y daer Putten , 200 voor haer drank, als
om het Ve e te drenken.
Dit is de eenigfte van de twaelf ftammen
, die buiten een Jelch), dat i s , een
queekerye van 's Koninks Pacrden , noch
een queekerye van 's Koninks Kamelen ,
byzonder moet onderhouden, daer de andere
elf ftammen zieh met haer eigene Kamelen
maer bemoeyen.
De t iende, Khauvien, die zieh in en
omtrent de Stad Khaz.wien onthoi iden,
hebbende medc , als alle de andere, op een
queekerye van 's Koninks Pacrden te pasn.
D e e l f d e , K(iragtii.loe, bevinden zieh
\n Tsjalchoesi, xuwhcn Behbchä^a , Latos
MierK.it, en Dsit-gird gelegen.
De
' T A R T
D e twael fJe en laetfte , Tajoe» , in de
•viakten van KHsihiuerd cn Neidombeh, haer
des Zomers onthoudende.
De Turkeftanders doen geen onkoften
aen hare Kamelen, maer laten die des nachts
m de Bergen en Vciden loopcn , cn laden
die by dag weder op , vorderende daer
mede hare reis tot den avond, wanneer die
weder ah vooren laten loopcn.
Mitr-achocr is een grooc Heer , vocrcnde
Staet en Tenten die een volflagen gezag
ovcr zijn ftamme he e f t , en alleen onder
den Mier-achoer-hasjt gchoor t , ten
aenzien van 's Koninks Paerden, die onder
zijn opzieht geftelt z i jn, en niet onder een
ander Pci-fifch Oppe r -ho o f t , daer zieh
ophoudende , die maer alieen zijn gezag
heeft ovcr het krygsvolk, dat uit die ftammen
gclezcn Word , en over de Coersjts
van zijn Majefteit.
Wanneer een Mier-achoer overleden i s ,
dan verzckert men zijn goed . cn ftelt by
voorraed iemand tot dat het gelegen komt ,
om zijn Ma j ^ e i t zülks bekent te maken ,
en dat zijn Majefteit over die goederen
!aft g c e f t , en over die ftamme weder een
andere Mier-achoer > uit de zelve ftamme
geft?lt heefr.
Aen den Mier-achoir word een hoop
Paerden van 's Koninks wegen , zomtyds
wel ter getalle van drie honderd ftuks Me r -
rien , nevens vier of v y f fpring-hengften
ter hand gef tel t , om daer op te paiTen en
te bedienen, en wanneer het tal zoo groot
i s , dat de zelve niet bedienen kan , zoo
gecft hy een gedeelte daer van o v e r , aen
een, 0?mttt Islchit^i oilelchibä^y na dat
'er veele Paerden zijn ; zoudende des Ko -
ninks gewoontez i jn, dat aen een lelchibaan,
lerlijks honderd • s j a c . Man Ta rw , twee
Toman aen Gc ld , twee ftel Kleederen
en een Paerd tot zijn beryding zoudcn ge.
ven.
Een Mier-achoer zoude ' s Jaerlijks uit
de Schar-kift , honderd v y f t i g Toma n
zold genieten , cn boven dic noeh v y f t i g
Toman voor Roefoem 's Jaerlijks, dat hem
van den Konink toegeftaen i s , en zijn ñam
uitkeeren mo e t , doeh t y wegen van Sjilta.
tkb» dat i s , quel l ingc, cn met het verval
van alie boeten bcvoordcel t , 's Jaerlijks
wel duizend T oma n , en me e r ; zoude
genieten; want de Fm-sjipi ahhdaats
dat is, de boeten en ftraf-gelden van misdadcn
, dic zclvcr begroot , gehooren aen
hcm, behalven de vicr misdaden, die acn
den Diu-aan-bm alieen gehooren, gelijk
man-flag , in welk geval den Aiicr-achoer
van dic daed getuigenifle laet belcggen ,
zcndcndcdcn misdadiger mee alie die befelieiden
, gcfioten na f/pahan , om aldaci
A R Y E. 4Ö3
met hem gehandelt te wo r d en, zoo ais
zullen goedvinden.
Het is aen te merken , dat 's Jaerlijks
van 's Koninks wegen een Taracharsji in
pasiez., of de Hc r f f l k omt , die alle V c u -
Icns, die dat Jaer geworpen z i jn, en eerft
gefpeent , me r k t , latende de Hengftcn
byzonder weiden.
Den Mier-achoer, hceft onder zieh een
Tfamicr, Názir, Tsaendoekh-daar, ais mede
een Náwiefindeh, en Defier-choneh, of Re -
ken-kamer.
En moet hy zieh , om de twee of drie
Jaren e ens , by den Mier-achorr-bñsji vervoegen,
om rekcning te doen van de Paerden
, die onder zijn opzicht geftelt zijn ,
cn onder andere, welke geftorven , welke
t'zederd geworpen, en waer, en aen wien
al Paerden gegeven hadde.
De voornoemden Roefoem word aen den
Mier-achoer gegeven , op dat de onkoften,
die nu cn din in verfcheide gevallen doen
moet, van zijn eigen verfehaffen zoude ,
en het volk van de ftamme daer over geenc
laften onderhoorig zoude wezen.
En heeft h^ ook veel aenloop van den
Mier-achoer-basjii zijn afgczondenen en bevolmagten,
die zomtyds om het e e n o f h e t
andere by hem geftuurt worden , die alle
moet hy onthalen , zoo lang ais z y daer
zijn, gelijk mede die geene, diedetoezieht
komen doen , en een gcruimen t y d daer
blijven , om te zien hoe het den Mierachoer
al mackt , en hoedanig hy op de Paerden
paf t , die ook al gemecnlijk, mee het
een of het ander moet befchonken wor -
den.
Zoo onthaeh hy mede de Reiziger s
Rühgftz^er , die in 's Koninks dienft of bezigheit
z i jn, 't geen al van zijn eigen doen
moet.
Den Mier-achoer flaet zieh al veel neder
by ccn Fontein , en vermaekt zieh veel
met Jagen.
Ieder GelUh of Kudde , is op een maet
geftelt van Boter en Ka e s , dat 's Jaerlijks
aen den Mier-achoer leveren mo e t , gevende
aen den zelven geen Md k of Zaen.
ledcr ftamme is in ecnige afdeelingen
en geweftcn verdeelt , hoorende onder ieder
een zekere gemeente , noemende een
zoodanig geweft Obah, zijnde over ieder
cen Hoof t gef tel t , die in 't Perfiaenfeh
Kedchoda, en in' t Tür k s Keicha, doch by
OlearÍHs, Kaucha genaemt word.
Voigt iecs van het verreizen nade Khisi.
laakh . of verwci-plaetzen.
Het verreizen na de Zomer -gewc f ten
en ftaet aen haer nict, maer aen den Mierachoer
alieen , waer by dan ook alie de
Ketchodm komen , ais het in de Hcr f f l i s ,