mm
J u I , ;
I i
ái8 N O O R D
vaD de Riviere Ga/í¡» zijn geflacht, dat
tot alTche geworden was, tot zaligheit nat
maken mogte. PTi/fwi* heeft het hem toegeftaen.
Toen verzocht Ba^irera aen de
Rivier Gí(a¿es , dat zy valien wnde ter
plaetze daer hy begcerde, en dacze hem
navolgen zoude waer hy henen ging ; het
welk hem toegeftaen wierd. En daer op
verzocht hy , datze vallen zoude op den
Berg Chmmawontam, verreomdenNoord
gelegen. Doch dezen Berg zoude daer op
gezeid hebben, dat zy dien laft niet konde
dragen : maer dat alleen Efivara dat
vermögen hadde. Toen verzocht Bagireta
aen E^ara het zelve j de welke hem be-
!oofde, dat liy de Riviere Gams op zijn
hooft ontfangen zoude. Doch de Rivier,
2Cggenze , dacht , indien de Berg Ch$>nmawontam
niet magtig genoeg was om het
uit le flaen , dat zy op haer neder daelde
j dat ook Efivara niet Vermögens genoeg
daer toe hebben zoude. Zy is derhalven
uit de plaetze Üeivendre ncder gevallen
op 't hooft van Efivara , met voor-
. nemen om Lern te verpletteren. Doch
Efivara den hoogmoet , met welke de Ri -
vier Gang«! neder daelde, bewuft zi jnde,
ontfingt haer : maer verleende haer geen
weg om voort te lopen j doch hy hieltze
op zijn hooft ilaen. Bagiret». het geruifch
van 't water hoorende , doch geen water
vernemende , bad aen Efivara> dat hy
doch aen die Rivier een weg wilde vergönnen
; 't welk hy dede 5 en de Garges
is gevallen op den Berg Chimmawontam,
en van daer op de Aerde: en is den gezeiden
Bagireta gevolgr. Zy zeggen dat de
Rivier, in 't voortlopen, zceker Heilig
Man zoude ontmoet hebben, die met het
vieren van 't lagam bezig was , en zoude
met hären vloet alles weg genomen hebben
dat den gezeiden Heilig tot het vieren van
den lagam toegeßelt had. Waer over dien
Heiligen Man zeer veriloort is geworden,
en heeft gezeid tot de Rivi e r ; kfi»tt in
mijn band: en 't zoude ook gefchied zijn,
en hy zoude de Rivier ingeflokt hebben.
Toen ftond Bagireta weder, met nieuwe
droefheit, ver zet , en hy bad den Heilig
, dat hy de Rivier weder wilde geven.
Doch den gezeiden Heilig overleide hoe
hy dat bequamelijk zoude können doen ,
en de Rivier haer Heiligheit niet verliezen.
Hy dacht , indien hyze uitpifte ,
dat ook het zelfde zoude gebeuren. Der -
halven vond liy goed , dat hyze uit zijn
Dye zoude laten vloeyen; 't welk gefchiede
: en heeft daer van den derden naem
gckregen , werdende noch heden op den
dag van de Bramines Jennadi genaemt.
De Riviere uit de Dy e van den Heilig
en O O S T
gelopen zijnde, i s t o t Sw^^f , Boiiretani
gevoigt, alwaer zy haer in vccl?cn verfchejde
fpriiiten verfpreit heeft , en is gelopen
over de zeitig duizend Menfchen,
die tot aflche waren verbrand, en zy zijn
levendig geworden , en hebben Saeima
grooten dank geweten over den dien^ die
hy hen gedaen hadde, en zy zijn opgevaren
na de plaets Dnvendrs.
Ter oorzake dat deze Riviere Ganga
Bagireta in wyze , als z y verhalen, zoude
gevoigt zijn , ZOO heeftze de vierde naem
gekregen. en word Bagireti genaemt ; doch
de gemeenfie naem is Ganga , en word
gemeenlijk by ¿"onze de Rivier Gawes genoemt.
®
Hier hebt gy de reden van de Heilig,
heit der Riviere Ganges, en waerom datze
in zulken grooten aciitinge en waerde is t
te weten , om datze, na 't voorgeven der
Braminers, van 't water is , 't welk Go d
zelf i s , en dat ze van den Hemel is neder
gedaclt ; waerom dat ook de zelve een Hemelfihe
Siviere noemen. En of dit alles
fteunt op zeer ongegronde verdichtzelen ,
ZOO houden zy het nochtans voor waerachtig,
en zijn daer niet af te breneen ,
en ge lov^ "c, om dat hun redam, dat is,
hun We t -boek, dat getuigt.
W y hebben hier vooren aengewezen,
dat de Heidenen gevoelen, dat'ermidde.
en zijn, om vergevinge der zonden te bekomen
: en ook verhaelt, welke de zelve
zonden zijn. Maer wat raed voor die g e .
ne, die de zelve niet hebben ia' t werkgeftelt,
en geftorven zijn ? na dien het elk
een met gelegen k omt , en ook niet mögel
i j k i s , naC<i/, o£ Rammeßvara, of na
eenige andere HeiJige plaetzen , te reizen.
En vermids, dat ook zommige zoo veel
jndruks niet hebben , noch zoo veel om
•t einde denken , dat zy dagclijks in den
morgen-itond , de zeven voorname Heilige
plaetzen zouden noemen, om de ver-
"ivinge der zonden te verkrygen. Om
it ook de zulke niet verlegen zouden rakcn
, ZOO hebbenze ook middcl uitgevondcn
waer door deze te recht gehoben können
worden , en dat ze , ten goede van
den doode , lets doen kunnen.
En hier komt weder de Riviere Ganges^
van Wiens Heiligheit wy hier voorc gezegt
hebben , te hulp. De Heidenen houden
het voor gewis en zeker , d a t , zoo wanneer
zy bezorgen , dat het gebeente der
overledenen na de Rivier Ganges gebragt,
en daer in geworpen word -, dat de Ziele
des genen , wiens doodbeenderen het zijn,
daer door groot genut en voordeel ver--
krygt, en dat voor ieder Jaer dat deze
beenderen in die Rivier leggen , duizend
Jaer
T A R T
Jaer daer voor vreugde in de placts van
Deivendre genieten. Zy zeggen de plaetze
van Dewendre , . om dat zy gevoelen dat
dit water de kracht niet heeft om, den Hemel
?elfs xe geven, maer dcn.wegwyf t
om daer in te^erakcn. Me t andere,, de
welke door andere middclen in de plaetze
van Dmeedre komen ,. hebbcnn deze wel
dit niet gemeen y datze na het verloop van
een b?zetten tyd; , wcderom na deze waereld
moeten komen en anderimel in een
lichacm 'varcn-, en menigmael gebooren
worden : nochtans hebben zy door .dit
water. voordeel , 't geene de andere niet
hebben : te weten, dat zy niet komen in
flimmer leven, maer t'elkens verbeteren ,
een bqter Jeven genieten , en zoodanig leven
, dat ZOO vol verdienftenis-, dat zy
in den Hemel geraken.. • .
,T A N G U TJ
andérs
" T A ' N Y U of ' T A',N:N U.-
'i.AngMt, onàersTttnyHoÌTannH, is
een matelijk grootTar tar fchRyk,
: zijn Noord-eind op
veertig graden: heeft ten Wef ten' tLandfchap
van Sar>jahania-of Samarkand: ten
borten de Woeftyne Xamo of Lopten
Noorden -Mugalia, en ten Zuiden Indien.-
Het R y k Tangm begrypt veele andere
minder Rykcn. • • • •
TangHt anders,r«»)'« of 7««««, wierd
van ouds by de Sinezen , onder den Sinei
fchen Keizerlijken'ftam Hia, Hiuncho-, onder
Cheva , Hierum }• onder -dien van Cin
en Han > Himgun ; > onder Tang, Thol^i-ve,
en onder Hang , Kjcheft genaemt.
In d i i ;Ry k van Tas^Äf vind men veele
vafte Steden.
Aldaer is de zit-plaetS)Van dien grooten
en cerften Priefter Katwchta Lama , gelijk
rceds te vooren meermaelbrederis verhaelt.
Dees word gezegt nooit te fterven, en aen
Wien de omlcggende Tartaren alle , .ja de
Sinezen zelfs, eere bewyzen, hem aenbiddcn,
en gevoelen, dat hy alles weet , tot de
gedachten der Menfchen toe, en voorzcggen
kan: , wiens uitwerpzelen, ja zelf zijn
afgang, voor heilig word gehouden. Het
bedrog van ditPrieftcrdom beftaet hierin,
dat deze Heilig fchuil gehouden , en zeldpn
gezien word ., en niet als by duifter
en lamplicht : en dat , als hy fterft, men
zijns gclijken ter plaetze brengt, waer hy
zijn .Hof houd , om de blinde gemeente
te bedriegen.
; In dit Land, zi^t Mirrkm Paulits de
VenctiacDj onthielden zieh in zijnen tyd,
A R Y E. 3 1 9
' (dat in de twaelf honderfte Eeuw was )
veele Chriftenen : en word gelooft dit het
Land van den beruchten Prießer of Paep
fan te zijn. Miifchien was decs ecrtyds
een Chriften Patriarch , die te gelijk het
waereldlijk gezag iiad : of wel een Chriften
Prins, die zoo wel over de Heidenen als
de Clirifìenen gebood , fpruitende het
woord van Prießer oÌ Paep fan , uit de
overeenkomft cn misuitlegging der woorden.
Hoe hy niet in Jbyfmie heeft ge-
^voOTJt, zie by Dapper in zijn Afrika , als
ook by anderen.
Ten tyde van Markta Pauliés waren in
ditLandfchapdcmeefte Menfchen (fchoon
'er ook al vede Heidenen en Mahometanen
woonden ) Chriftenen : zedert welken
tyd, deChriftelijkeGodsdienftaldaerzijnde
verftorven, de Afgodendienaers dezen
boven gemeldcn Kaiouchta Lama . in de
plaets van den eerften Priefter/lr», o f Chriftclijken
Patriarch , hebben opgeworpen,
die 'er noch heden , naeft den Konink ,
het meefte gezag heeft.
Dat van ouds gezegt wierd , dat dees
Paep of Priefter J a » , zeer veele Ryken en
Landen onder zijn gezag gehad zoude hebben
5 ZOO wel van het Chriftelijk , als
Heidenfch Geloof, kan wel waer zijn, alzoo
daer rondsom veele Koninkrykskens
z i p ; , waer van de namen zedert merkelijk
zijn'verändert.
• Na eenige honderdjaren verduiftering,
is deninaem van Groot Tartarye in Europa
i-wederom bekent geworden, van 't welke gewaggemaektword,
doorZ^c-^iideJoodjin
zijn Kronijk op het Jaer duizend naChrifti
geboorte, en hy noemt des zelfs Koningen,
der Grooten Tartaren Chriften Köningen^
Dat het Chriften Geloof voormaels in
Tanarye, India en ¿"»«rfgcbloeit heeft, fchynt
genoegzacm te blijken : eenige dezer Koningen
waren navolgers en voorftanders van
de Ntßorinenfihe dwael-geeften, welker Patriarch
over veel plaetzen in Indien het gezag
heeft gehad.
Die van Europa hebben deze Keßoriaen-
[che Köningen der Tarters, genaemt Paep
fan, welke namc Markiii Pauhu Venettu, aen
welke wy verfchuldigt zijn, de eerftekenraffe
dier geheele Landftreeke , eerft uit
Aßa in Europa heeft over gebragt : uit
hem hebben de overige het gctrokken , cn
hebben ontallijkc dingen van den zclven
Paep Jan verdicht, -voornamentlijk foannes
Mandevd : het is wonderlijk hoe veel
dwalingen hier uit zijn voortgefproten ,
wanc zommige plaetzen het gebicd van
Paep Jan m Aßa-, maer ^ » « w is geheeli.|i,.,.ap.
buiten fchuld. «4-
JofiphM Scaliger wilde de naem van Paep
fan
• I