mm
k ! 'M
•ff
V 0 0 R R E D E N
zijn van den Keizer , en zijne Grooten. In Goude Schotelen o-ebood
h y , dat men den Afgezant de Spijs zoude voor diffen z?ngerechten
van zijn eigen * Tafel. De Edelluiden die
¿en Afgezant waren, wierden toegelaten naby denThroon
TÄB.. cn de Keizer dede hen uit Guide Vaten drinken.
Het dye my tot geen verachting , dat tot dit Werk veele ben
c h t e n , die my van eiders zijn toegebragt, heb ingelaft ; want
de Portugerfche Schryver Tellezms zegt van een Boek , dat uit
veele Schntten te zamen was gehaeld , Nemo vero putet propterea
m.nonsep dhm ofm: qun frudem enim d>xer.t firuBurL mn
e(fe fem, archma, , eo quod op,ficum labore compofita („erit, vel
qmdmater,es ^ cä^menta aüb, crevermt ? Dat is; Niemand beeide
zieh in , dat daerom zijn werk van minder Waerde is • want
wat wijs Man za zeggen , dat een gebouw van geen ervaren
Meefter is gema ekt , om dat hy gebruikt heeft den hulp van Arz
e l l ™ ' ' ' ^ ""
Van de Perfifehe geweften , na aen de Kafpifche Zee gelegen
en in de Nabuurfchap der Taitaren , heb tamelijk wiitloopilgel
handeld, ter oorzake , om dat befpeurde die Landfehappen Jen
onzen aenzien te leggen in een volflagen duifternis , waer toe mv
Ä ' g e g r e n ! " '
Het zal niet oneerlijk volgens Salufliusf geacht zijn , iets by
de Nazaten van deze ftoiFe op 't papier achter te laten ; want hy
z e g t : Emn demum vwere & frm amma vtderi qui aüqm „eml
mtentu^pr^clap facmorn aut arüs bon^ famam qu^nt En knedo
m Pr4. ad Stephanum : Non inhonefium eß poßen, aüqmdrehnquere
qm me v,«Jfe teßarer. Ak mede .• ¿.a nobis
denegatur dm^vere rehnquamu. aHqu^d quo nos v^x,J^teßam„r.
Dit Werk fpreekt dan van deze Landen , zoo als die heden bevonden
worden te zijn ; behalven dat 'er van de meefte Noorder
en Oofterhjke Sibenfehe en Tartai-ifche Landfehappen word
^ h r e v e n , daer van de oudheit, ja genoegzaem n i e L n d , v f o r
my , onz e swe t ens , het minfte heeft ge r ept , die dan den Europanen
tot hier toe m duifternilTe en on1,ekLtheit hebbergeleg n
Het geene van de üsbekfche , Mawaranaerfehe , en andere Na l
en andere Schryvers , zoo die van ouds al? on°angs hebben geeeft
: en zijn my zeer te ftade hier in gekomen eenigeongedilkte
fcnriften van L Warnerus , zoo onder my berulfen ,®die tot
'
Ik
A E N DEN L E Z ER.
Ik verzwyge , en late achter de bepalinge en Land-icheiding
die by de Ouden is gema ekt , om haer onwisheit, en onderfcheide
ftellinge , zeggende alleen met Johan Chnflophorus Wagner ,
dat Tartarye tot noch toe meeft onbekent is g e a c h t , 't geen hy
echter bepaeld van de Rivieren Volga en 0¿y , tot aen de Eilanden
Jep , en van 't Kafpifche Meir , tot aen de Ys-zee , dat is,
volaens zijn meting, in lengte van 't Ooften na het Weften, omtrent
vijftien honderd Duitfche mijlen , en van 't Zuiden na het
Noorden , of in breete , omtrent acht honderd mijlen , hoe wel
andere deze tuffchen-ftanden merkelijk kleinder maken.
De Ridder Temple z e g t , in zijn Werk , genaemt Mifcellanea,
op de onbekentheit van Tartarye , dat befchrcven hebben ,
het volgende : rr- • i i i l
Het ffroote en oude Koninkryk vati Sma is bepaeld , na het
Ooften 1 en Zuiden , door den Oceaen , na het Noorden , door
een fteene muur, twaelf honderd Engelfche mylen lang, gemaekt
teo-en den inval der Ta r t a r en, en na het Weften door gebergten
en^Wilderniffen, die zeer groot, en niet door te reizen zijn, welke
men dies niet en we e t , dat de arbeid , of nieuwsgierigheit der
Menfchen , tot noch toe ooit door gereift , of daer van een befchryvinge
gemaekt heefi. , , ^ , ,
En weinig lager , hoe verre dit groote Land (Iprekende van
Tartarye) Noordwaerts aen , door eenige Menfchen word bewoont
, geloove ik niet dat iemand voorgeeft te weten , gelijk
ook n i e t , uit hoe afgelegene hoeken , dezer koude en bevroorene
Berken, zommige van deze wreede Volkeren (welker magt en
wapenm aen alle geweften, die van ouds de bewoonde Waereld genaemt
wierden , zoo bekent zijn) eerft voort gekomen zijn.
Na dat dit ons Werk voor de eerfte mael reets geheel was afged
r u k t , wachtende het uitgeven op het fnyden eeniger Platen , en
onze groote Kaerte van Tartarye , al voor veel Jaren in =t Hcht
was gegeven , en veele afdrukzels na Engeland ea Vrankryk voor
lang gezonden wai'en , is ons in banden gevallen , zekcr Kaertje
van Stheria en Kathay , gevoegt by een Boek , waer m van de
Reis-wegen na Sma word gehandeld, ontworpen by YÜ.ÁS'C Jvril,
Jezuit in Vrankryk ; waer van gehouden ben te zeggen , dat het
zelve 't meeft met de waerheit is over een körnende , van alle die
tot noch toe my in banden zijn gevallen. Hy melt'er van , dat
het is gevolgt na eene , die beruft in de Cancelarye van hunne
Tzaerfche Majefteiten. Of by dien geleerden Heer mijn arbeid
is gezien , blijft my onbewuft ; maer niet , dat hy een Weg-wijzer
, door den Heer d'Ablancourt (die met mijn overleg en aenwijzing
ontworpen is) hem toegezonden , tot zijn Werk heeft