ìir
t' 1
ir
M I . • ' i
30(S N 0 0 R D
w o e f t , waerom naby de Stad geen vo!k
houd.
T c r t y d , als oorlog tegen de
Moskoviten voe rde , gefchicde een groot<
Veldflag omtrcnt de Riviere faik^.- welke.
ZOO men gift , Aiafpha, van gc.
nacmt is : teu wäre de Vliet rol^a voor
Majpha te verfhen mogt e zijn^
Omtrent d cRi v i c r fuil^ wierd van ouds
gclooft een v a e r t , of doorcogc, of inlian
te zijn, tot aen de Scythifche Ze e , nu d.
Tartaerfche Ys-zee g e n a emt ; welke men
gevoeldc niet zcer verre van daer tc zijn.
Men b e r i c h t , dac zekere J a ikf chc Kozakken
, met huJp van hunne Czaerfche
Majefteicen krygsiuiden, onlangs met duizend
man in Biicharen La n d gevallen zijn,
vyf Stedekens v e rwo e f t , en een groote
menigte van Ruffifche Slaven verlort , en
' t Land daer alom geplondert hebben.
Dacr lag eertyds aen de Rivi c r F.»,^een
Sccdcken , daer zeeker Kalmaks Mnrßt,
d a t i s , Vo r f t , me e f t e rwa s , gelieten
i e ; doch is voor lange al verwoeft.
Vier dagreizens van de Stad Temsko,
daer Kalmakken omtrent woonen , vind
men eenige weinige ovcrbjijfzelen van een
vervaliene Stad, zonder huizen of woningen.
De ftecnen der vervaliene huizen leggen
Over malkanderen geworpen : ja men
ziet 'er geheele fteenbergen van over hoop
geworpene huizen. Me n ziet 'er vreemde
L e t t e r e n , in die geweiien nu onbekent ,
op zommige fteenen gehouwen.
DeHeidenen , die daer omtrent in Hu t -
ten zieh ophouden , zeggen , dat dit van
ouds de Ho o f t f t a d van een grooten Kalmakfchen
Keizer is gewe e f t , die in d'aerde
zoude verzonken , of omgekeert zijn.
Veele Kalmakken beftieren hunne Paerden
met de voe t en, hebbende aen ieder
voet een teugel van't Paerds toom vaft gcmackt,
om hunne banden vry te liouden,
en daer mede te beter tc kunnenf che rmut -
zelen. Zy voeren twee of drie hand-paerden
mede in den ftryd , op d a t , als het
eerfte moede of geque tß is , de andere
als dan können gebruikt worden. VVanneer
zy me t jagen en rennen hunne Paerden afgemat
hebben , dan dryven zy de zelve ,
als koppele» Schapen, in 't Gr a s . Zy weten
of kennen Häve r noch Garft. En na
dat de Paerden in ' t wilde zoo wat geweit
hebben, dan roept een ieder de z i j n c , met
hct woord Kourlcywaer op aJsdan die
beeften te rugge k ome n , en ieder Paerd
gaet weder by zijnen Meefter.
_ De z e Kalmakken verdeelen hunne magt
»n benden van duizend Pa e rden, waer
over zy een Ove r f te zetten. 2 y gebruiken
ten kryge ganfch geen of zeer wein ig Ge -
en O O S T
' fchut5 Ro e r s , o f Piftolen zeerzclden; maer
Pyl en Boog, voeren ook gefchubde Harnaffen,
Zeep-meflen, Lancen en Storm-hoeden.
Veele hunne rVrouwen enDocliters r y -
den mede ten oorlog , gebruiken Pylcn ,
Knotzen en Bogen t zijn gekleed ab de
Mannen, en dragen lange Rokk'en van
bchape-vellen , de wol na buiten gekccrt,
om te vreeflijkeraen h a r e v y a n d e n t e f c h y -
nen. Zy hebben her haair in v y f tuitcn of
lokken Verdeelt, dragende de langfte achter
op de rüg , twec kleindere op de z y .
d e , en een körten top of lok boven op
den k n u n , die tot op het vooriiooft komc
ifzwieren.
ZekerEngelfcheSchryver, wi e n s f c b i f -
:en in 't j aer 1579 tot Parys gedrukt zijn,
z e g t , dat de Kalmakfche Vrouwen ten
ftryde trekken , en de krygsdienften , als
Mannen , waernemenj zoo dat z y , voor
weinig t y d s , een geheele magt van Krim-
Iche Tartaren zouden afgemaekt hebben.
Wanneer een Ma n s p e r z o o n o n d e r h e n
komt te fterven, dan zitten de Vrouwe n
rondsom het L i j k , om den doode te befchreyen,
krabbende en quetzende hart
aenzichten , dat het bloed daer uit loopt.
Daer na begraven z y hem flechts een voet
o f twe e , zegt h y , o n d e r d e a e r d e ; zoo dat
de Beeren en Honden veeltyds de Liiken
komen te verflinden.
Dit volk leeft wild en woeft , en meeft
op den r o o f : heeft fchuirjens van Kocvellen
g ema e k t . met het haair na bui t en,
;n van binnen d o o r eenige houten , daer
l y op zitten , uitgefpannen j gebruikt
zomtyds een zeiltje, van baften van Bomen
gevlochten , daer op , e n v a e n d a e r
mede op den roof.
Lelijker volk van gedacnte , als de Kalmakken
, Word m geheel Afie niet gevonden.
He t aengezicht is plat en b r e e d ,
tuflchen hct eene oog en 't ander is een
tufichen-ftant van omtrent v y f vingercn.
D«s ver uit gemelte Engelfche Schryver.
De J e zui t Grune r , (welke eene reize
- t Sma, door een gedeeke van Ta r t a rye ,
heeft gedaen , ) zegt in zekeren brief, dies
aengaende na Europa gefchrevcn , dat hy
drie Ma e n d e n l a n g , door de Ta r t a r i f che
Woeftyne , Lop geheten , gereift is , en
bykans in dien gehelen t y d , Menf ch noch
Vogel 1 lad o n tmo e t , en niets gczienals
; d i e r e n : te weten , Le euwen, T y -
gors, Beeren en Wo l v e n , op welke reize
h y zeer veel hadde uirgcftacn.
Deze Wo e f t y n e Lop h gelegen bezuidwcften
de beruchte Sinefche Mu u r .
Daer na quam hy in een R y k , Jiarana.
taka hy hem genaemt, in de Nabuur f chap
van KMmakki'i gelegen , alwaer een He i -
den-
T A R T
denfchc Go d s d i e n f t , den Roomf chen in
omftandigheden en uiterlijkheden gclijk ,
gepleegt wierd. Hy zeid : men g a f ' e r
het laeftc olyze!; zegende hct huwelijk ;
hielt 'er ommegangen ; eerde overblijfzelen
van Afgoden ; zong'er in de Kerken,
en hielt'er Vaften , cn dede Bedevaerten.
Daer waren Kloofters. Zy zonden hunne
Prieftcrs, blootsvoecs , door Ta r t a r y e ,
Sina en eiden , tot voortzetting huns G eloofs.
De n Opper-prieftcr noemden zy
Deze Ta r t a r en , zeid hy voor t s . hebben
den zelven Godsdienf t, als deSinezen
Het geen , mijns bediinkens, van aller
riet kan gezcgc worden : maer wel is waei
dat de Godsdienft der Lam^n of Bonfen -,
(•zijnde de zelve , waer van hier word gefproken
, ) in Sina , zedert dertig Jaren ,
d'overhand zeer heeft gekregen.
Wat het Tartarifche fchrift b e l a n g t ,
het zelve , zegt hy , k omt met het Sinefche
over een , voor zoo veci de wys var
fchryven belangt ; doch ni e t , zoo veel de
geftalte en uitfprake van de letteren betreft
Z y fchryven met Pcncelen , op eene zelve
wyze , als de Sinezen. He t is byzonder ,
dat de Tartaren Echt de SinefcheTale lecren
, en daer toe genegen zijn ; doch de
Sinezen gcenzins die van de Tartaren.
De Ta r t a r e n , die Sina nu beheerfchen,
voeren , behalven den naem van Nmche ,
dien van Manchen , dat gez.e^end(n gezegt
ist en de vreemdelingen worden, op T a r -
tarfch , MiHchin by hen geheten.
Het woord Kathay is een Oo f t -Ta r -
tarfch woord : en alzoo word Sina by de
Tartaren, en andere volken van dien oort,
gcnoemt : gelijk KambaU mede > op het
Ooft-Tartarfch, Konirtgs^ad gezegt is : te
weten , Cham of Kam , is Koning , en
Balu , ftoel-ftad, of zitplaets gezegt.
Men ziet in Ta r t a ry e een Me i r , daer
de geele Rivi e r , die in Sina valt, zijn oorfpronk
uit h e e f t , half zoo groot bykans aide
A R Y E. lof
Jacr , na de komfte des Heilands j twaelf
lionderd acht en zcventig , en dat in zul -
kenpracht, rykdoin , we e lde , en gebou.
wen > als nooit tc vooren was geweeft.
Kafpifche Ze e . 't geen Kokpnor is gebeten
, 't welk op 't Ta n a r f c h ¿reo/i Zee
Echter ( z e id h y ) heeft den Alderhoogften
Go d gelieit, dat de Kalmakfche,
Moe^clfche , en andere Tartaren , een
voet in 't zelve R y k hebben bekomen ,
zijnde de zelve aengevoert door den Ch a n
o f V o r f t , genaemt of , de
welke afkomftig was van de ftam Oiz,eertin
Chan : daer by quamen d'afkomelingen
of geilachten vanden Voi f t J j o e k a p wicns
Nazaten noch hedcn in Kalmak_kia zwe r .
ven. De z e zijn in zcer groote menigte. in
Kttihay gevallen , en hebben het ganfche
Land vernielt. Zy verdelgden den ftam
Suncha geheel u i t , en noemden hec R y k ,
hun eigc.n Vovft en zijn gcflacht-naem,
renoe. De z e Kalmakfche volken heerfthten
tnegentig Jacr in Kaihay , als wanneer
in 't Jaer dertien hondcrd acht en z c f t i g ,
na de gcboorte onzes Zaj igmaker s , de
Kathajers of Sinezen weder begonden op
te ftaen , en tegen de Kalmakfche Ta r t a -
ren te oorlogen , tot datze eindelijk hun-
Ryksftoel quamen te herftellen. Te
:yd was 'er onder de Kalmakfche krygs -
lieden een Ui t l a n d e r , genaemt M n r ^
ihts > gebooriig van Venetien.
De zelve Schryvcr voor tga ende , zegt.'
De Kathajers, na deze voorfchreve oorlo-
¡en geeindigt waren , ziende t ' e e n e r t y d ,
de Ta r t a r en wat van invallen en ftro
gezegt IS want Nor > Tartarfch
gezegt.
Weinig Zuid-wcftelijker komt men b;
' t Landfchap Toktokay, daer de genoemd
Tezuit door gewandelt is; ' t geen vry woeft
en zeer onvruchtbaer is. Da e r wonen
als arme en ellendige Veehocders.
ZeekerSlavonifche Schryvcr van Kathay
oiSina, ( o n g c d r u k t , in eigen Ta e l onder
my beruftende ) z e g t , dat de ftam va
Soe»(!_a of S^cha , alle de andere Sincfche
Vorften heeft t'onder gebragt , en geheerfcht
t o t ' t Jae r zes honderd zeftig. na
den Maliomctaenfchen ftyl> of tot het
peryen in Kathay te doen, begonden op tc
houden , en hunnen mceften bui t in Ka-
'hay hadden moeten laten , verjoegen alle
de afkomftige Tartaren uit hun R y k : ook
verkooren zy wederom , uit hun geflacht,
een Ke i z e r , die den naem van Tatming
verkreegj wiens ftam tot het Jaer zeftien
hondcrd vier en veertig, heeft geheerfchr.
Het is gcbeurd , dat 'er veele oproerige
Landvoogden in 't R y k ¡Ctthay muiteryen
hebben aengerccht , die hec zelve onder
malkanderen zochten te verdelen : waer
b y eenige dezer Landvoogden , met de
OofterfcheMoegaelfche Ta r t a r e n , hel>ben
acngefpannen : daer onder quamen ook de
volken, genaemt dar zijn J upi f che
Tartaren , de welke Oo f twa e r t s , achter,
de groote Sinefche Mu u r woonden, en te
dier t y d van klein belang waren , en zieh
mceft met viltchen crneerdcn. Zy noemden
zieh onder malkanderen met den naem
van Dx,oerdz.i: maer van anderen wierden
, zy Di,oetz,ery geheten. De z e waren zeer
begeerig tot ftroperyeni
Deze volken dan ( z e i d h y ) voegden
zieh by den Tartarifchen C h am, die Ko -
nink der Tartaren van NiHche en Bogdas-
CLq I hi*