'I' i l^'n i
P Ii
f i r ; f
WV
, : 1 M
328 N O O R D
Vede Vrouwen te houden , is by hcn
gcoorloft, als ihede die te verwerpen.
Z y Offcren dagelijks acn zckeren Wa -
• t c r -God.
^ i t zy 200 kortelijk van 'c Geloof der
L.ir»as gcfprooken , voor zoo vecl als uit
eigen mond van den bovengemelden Kalmjkichen
Prins zelven , en uit de bricven
van Amhoine de Andrade heb können verneinen.
De r e Lamas dan, en de volkcn ,
die hunne Leere volgcn , hcbben , als is
aengewezen, eigcnclijk eenGeloof tuf fchen
het^'Heidendoin en Chriftendom, hoe wel
anderzins bredelijk gerproken , Heidenen
zijn. Mahomecanenzljnbylienzeergehact,
doch de Chri f lenenzooniet . Zy l e v env r y
Godsdienftclijk, en zijn zeer licht cot het
Chriftendom te brcngen , zoo als aen den
Kalmakfclien Prins bovengemelthebbebefpeurt.
Dezc Kalmakfche Pr ins, fchoon hy als
« doen noch na zijn aengeerfde Godsdienft
lecfde, I i« zieh echter onderwyzen in hct
Griekfch Chriftelijk Geloof. Ik zag hem
kruiiTen maken , en hoopte , zoo hy aen
my zelfs zeide, in hec körte in die Leei
volleert te zijn : zoo d a t , indien 'er toi
gang en yver was , deze volken , die zoo
grooten gedeelte van de Waereld beilaen.
tot het wäre Geloof te brengen zouden
zijn. Want zy zijn leerzaem,
Voigt eenig bcricht van den grooten
Lamas, en zijne Priefters, beneffens hunne
Godsdienft , getogen uit zeker ongedrukte
befchryvinge, die ondermy beruft.
HetKoninkryk van Laj fa, is een onderhoorig
gedeelte des Koninkryks van Tibet,
Lcen-fchuldig,zoo zonimigewi l len, beide
aen Tangat, en dies werden de bcnaminge
der Ry k e n Tangut en Tibet, vaek den een
voor den ander gebruikt , is alzoo na zijn
Hooft-ftad genaemt.
In het KykTUngut zijn twee Koningi
d'een flaec de beftierlng van 's Ry k s zaken
gae, e nwo r dDiw genaemt j d'anderis van
2len laft der Uitheemfchezakenontflagen,
en Word niet alleenlijk van de Ingezetenen,
maer 00k van alle de Onderzaten der K o -
ningen van Tar tarye, als een levendige en
wäre Go d aengebeden , met vrywilüglijken
daer en boven ter Bevae r t , na hem te
trekken , en groote gefchenken hem aen
te bieden : hy zit ledig in een duiftere kamer
van zijn Paleis, op een verheve plaetze
, op een kuiTen, daer koftelijke T a p y -
len onderleggen.
De kamer is verliert met Goud en Zilver,
en het is daer zecr l i cht , door de menigte
van brandende Lampen. De vrcemdelineen
vallen voor hem ter neder met hct
nooft tegen d'acrde aen, en kuflen hem met
O O S T
een ongeloofiijke eerbiedigheit de voeten.
Z y noemen hem den grooten hoogen
LamA, ofPr i e f t e r , en der
d a t i s , PrieflerAci Priefleren: ui toorzake
van hem , als uit eenen Bron , de ganfche
vorm, wezen van Godsdienft > of liever
Afgoderye voorc komt : waerom zy den
zelven 00k de Hemelfchen en eeuwigen
Vader noemen.
Geduuriglijk zijn de Lamas of Priefters
zelfs alleen by hem , en ftaen hem mee
groote Zorge en naerßighcit in zijne behoefte
ten dienfte , verklaren, d'Orakelen
uit zijnen mond te ontfangen.
Bevaerd 'reizers met cen wonderlijk gelaec
van Goddcl i jkhei t , hem eeren.
In 't begin van ieder Maend , houden
de LamiU Priefters eenen Omgang mec
veele zwarte Standaerds, daerDuiveleni n
afgemaelt zijn.
Andere Trommelen zomtyds , opwelker
geluit zy verfcheideeezangcn zingcn : zy
hebbe alle cen doek achtcr om'c liooft gebenden
, die hen over 't aengezicht hangt, en
den mond bedekt , uit vreeze dat de quade
Geeften . die zy dan uit de Send gaen
dryven, niec weer op hen zouden komcn.
Dois^ez e plegtelijkheden gelooven zy
her overige van de Maend , voor alle ongevaUen
bevryt te blijven: en bezweren tca
dien einde buiten de Stad , de Duivelen.
Wanneer dit gcfchied i s , keert ieder
weer na huis.
Zygaen alleMaenden op een zelve w y -
ze na zeker Hu i s , welk ftaet op den top
van zekeren Berg , naby de Stad, g ewy d
aen eenen Las of Engel , die zy voor hunnen
befchermer houden. Na dat zy op dit
Huis verfcheide tekenen gef tel t , en mec
allerlei flag van wapencn , als De g e n s ,
en RondaHen , omcingelt hebben, beginnen
zy van boven het Huis op Trompet -
ten te blazen , roepende luider keele ter
eere van den befcherm Engel : Sango, Sango
, Sango: en bewierokcn middelerwyle
het Huis overal : werpen daer na door de
venfters groote meniete van Brood cn Boter,
ten OfFer aen den of Engel , ten
einde hy hen zegen tegen hunne vyanden
wil geven : welk by het arm volk met
grooten aendacht word op geraept.
Eenige Lamas hier toe g e f chikt , gaen
alle Maenden , ampts halvcn , de Huizen
des Koninks bewierooken, met aenrocpen
daer en boven. op verfcheide malen den
Engel, welke de befchermer in die Maend
i s , om da: geen quaed daer in mag ko-
Men lieeft'er zekere dagen in'c J a c r ,
f de welke de Lamas het water wyden ,
zcgenen , door lezen van een lange wyl e
T A R T
in hunne Bocken, enhetwerpen van Goud,
Koraelen en R y s . in het zelve , daer na
fprengcn zy het Wy -wa t e r door de Hui -
zen , met toezegging , dat de Duivelen
de geenc niet kunnen befchadigen, die in
de plaetze zijn i welke met die water aldus
zijn beiproeit geworden.
Alle Jarcn j op zekeren dag , brengen
de Huis-!uidcn zwarte Koeyen , Schapen
cn Paerden , van een zelve kleure acn de
iMmas. die by deze voorval groote plechtclijkhcden
bedryven.
Met ovcr dezc Dieren veele gebeden tc
flaekken , en menigmael te bewierooken,
op dat gelijk zy zeggen , de Duivelen ,
die iuft en vcrmaek hcbben in deze zwarte
Dieren te Icven . hen niet quellen , noch
plagen , en in hunne lichamen varen zouden
: want zy door deze plechtelijkheden
daer in belct worden , na hen gevoe-
Icn. , ,,
Onder de Lamas worden de geene die
ter Bevaert in het Landfchap Vtfang zijn
geweeft, het aldermeeft geeer t ; zulks het
volk , wanneer zy over ftraet gaen , het
hooft oncblooten , en mec neergebukten
hoofde hecopleggen der banden van al zulken
Lama verwacht , waer door z y achten
groote vergiffenis ce bekomen.
Om den uitflag van aenftaende dingen
te weten, neemt ieder zijnen toevlucht tot
de Lamas, en zcl f de Konink : die zulks
trachten door Beeiden, Me r k e n , Let teren,
cn loop der Sterren, uit te werken.
Wanneer men een Eed zal doen , leggen
zy de banden op zekere Beeiden, gemaekt
vnn kryt en doods-beenderen , du
A R Y E. 3i9
nigmael op hen te blazen, en verfcheide
redenen op te zeggen.
gelijk zy zeggen , G o d vertoonen , tei
einde de geene die zweren , gedenken da
z y fterven moeten , en fcherpe rekeninge
aen Go d hebben te geven. Zy ftellen het
Beeld voor de oogen der geenen die zweren
, cn roepen hem tot getuigen van de
wacrheit acn.
Z y zoudennimmerofzelden, metEedi
een Icugen dci-ven beveftigen : zy makei
veel werks van dit flag van Eeden, met het
verh; ilen van groote onheilen, die den m^'
eedigen zouden over gekomen zijn.
Wat belangt hec middcl cn genezen der
kranken; die Ar t z en, welke meeft ¿«wa ;
zijn, gebruiken , is gemecnelijkeen mengz
c l, gcinaekt van Meel en Boter ; waervan
z y een klein ftukje den Duivel opofftren,
om hem te verzoenen , op dac hy zoo fei
de kranken niet zou pbgcn : wanc op de
naby gelege Bergen, zouden zekere menigte
van Duivelen woonen die in de huizen
komcn, en deMenfcheninverfcheideziektcn
doen vallen. Oo k iicbben zy voor een
gewoonce de kranken tc genezen, meime-
Alle Inwoonders zijn hier in vuile dwa*
lingen des Heidendoms ve rwe r t , dienen
verfcheide Beeiden van Afgoden. Onder
deze is het voornaemfte, dat zy Aianipa
noemen: welk met negenderlei verfcheide
hoofden, in een yzelijke-geftalte, kegels
gewyze oprijft.
Voor dit Beeld doen zy met ongewo-
IV, (jynnen di enf t , met telkens
deze woorden te verbalen. O Manipe
hum, 0 Manife mi hum, dat is, 0 Manipe
make ons zalig.
Daer en boven zetcen zy verfcheide
ipyze nefiens hec z e l v e , om deze Go d -
heic te verzoenen: en verrichten meer andere
diergelijke Afgoderyen.
Na dien nu een vergankelijk Menfch
de dood niet kan oncgaen , zoo hebben de
Lamas of Priefters, ten einde als den Oppe r -
fte Lama komt te fterven, niet kan gezegt
worden, gelijk andere Menfchen geftorven,
en van de eeuwigduurentheit fchyne
ontbloot te zi jn, dezen vond bedacht. Zy
zoeken in hec ganfche R y k eenen Lama
uit, dien hem zeer gel i jkt , en voeren dien
zelven , na hem gevonden te hebben, met
l i f t , heimelijken op den Throon van dezen
/igen Vade r , in plaetze van den overleden
: ten einde hy alzoo ook gelijk deze
•erdichte Godheic, de voorige zeer gelijk
is , warelijken van de dood kan fchynen
ipgewekt te zijn.
Gelijk hygezei tword, tzeder thonderdjaen
reeds zeven malenvandendoodeopgewekt
t e z i jn: zoo geloofc aldaereen iegelijk
ontwyfelbaer aen deze eeuwigduurentheit.
ierom word hy van elk met zulke
groote tekenen van eerbiedigheit gedient ,
en aengebeden.
Die geene, zieh gelijk zalig acht , wel -
ke door gunfte der Lamas ( die z y te dien
einde, met groote en dierbare gefchenken,
niet zonder hun groot gewin , gewoonelijken
omkopen ) een weinig van de drek
o f p i s , des grooten Lama kan bekomen.
Want de zelve , 't z y onder de Geneesmiddelen
g emeng t , of in een doosje om
den hals gedragen ; ook de pis onder de
fpyze gedaen , dwazelijken dienftig tegea
veele ziekten , houden zy te zijn.
Zoo eenige willen, zou deze dienft'e«.
plechcelijkheden nergens kunnen oorfpronk
van daen hebben, als van zekeren Konink,
den welken de Schryvers doorgaens Preße
Jean, of Priefier en Paep Jan noemen ,
die men zekerlijk z e g t , (als gemel t , ) zijn
verblijf in het Koninkryk 74«^»/, dat hec
Koninkryk van La^a b e g r y p t , zou gehad
hebben.
T t Wa n t
m