N O O R D
en O O S T
aenkfimen aldaer ü: maer van de andere kant r'er wegen door de Bamboenen gcmaekt >
vcel vaertuigen daer mcdc zy de Vliet
^ « r o p cn neder varen > tot invordering
der fchattingcn , zoo als op de Rivieren
Can en N'Mim Sineefchc Gezaghebbers
woonen, die de fcliatting in Ko o r n , Hä -
ver , W y n , cn Pcltcrye ontfangen voor
' t R y k Sisa.
De Landfehappen ten wede r zyden de
Vliet Amur y erkennen nu den Sineefch,
ZOO als het geweft Gilttskúa mede aen dar
R y k f cha t t inge betcielt, of fchoon daer
een Ingeborene He e r f chap, en Ge z a g h e b -
b e r i s , welk Sineefcli gezag een ma t e -
lijk ftuli wegs No o r d e n o p ftrekt, e n g a e t
- We ihva e r t s tot di cht onder de Vliet
Nert^a. De koude Landen benoorden opj
die aen hunneCz a e r f cheMa j e f t e i t cnf c I i a tting
geven , zijn alom matelijk bevolkt.
Koeinge is een Ri v i e r t j e , gelegen beneden
de Vliet Silke , waer in een klein E i -
land l e g t , gcnaemt Ttlnick-
D e Vliet Ca», die in de NAHK of
Schingal ftort, is zcer fteenig, en men
moet voor z i cht igz i jna l smenda e ropva e r t .
om door aenftootinge geen fchipbreuk te"
lijden.
Hoe de Mof covi t en me t de Sineezen,
onlangs oorlog voerden in de Na b u u r -
fchap 5 boven gemelter g ewe f t e n , blykt
b y het dubbelt van den volgenden Br i e f »
aen my over eenige J a r e n , en voor de
flooping van de fterkten Albsßn lUi die
Landftreek gefchreven.
De Stnetx^n ^ijt in de Zomer I
met <,6ofonken ofSchepen, « 1 5 0 0 0
matttepaerd, de Rivier'B'Ara,
iilderhande krygs geweer, ajgedreve» : 1
Sivter Biftra van de Sineejche ka»''» de Rivier
Singa! VAU : en de Rivier Singal
in de Rivier ¿¿"Amur. Op de Rivier ¿ 'Amu r
fiaet een niemve vefling , genaemt Albafin.
Uit dei.e en andere yißingen wilden de Sineesjtn
de Raffen verdrjvtn: die de Rivier d'hmur
z,eer verre opwaerts moeflen irekke»>
De Rußen hadden x.evemig tnan uitgeaonden.
Deze z.jn alle in hunden van dt Sifteeuen
onverz.ie»s gevallen : doch lien daer
van ontloopen. Dex.e zAgen , dat de Sineez,en
drie behende vrrloopen Rufen in haer Legi
hadden, uit welke die kondfchap h-egeny va
d'aenkfimfi en mögt der Sineezen. By de
Tefling Nerezinskoy : mlke fiaet op de Rivier
No r t z a genoemt, die uit het Noorden i;
de Rivier ¿ ' Amu r valt, Muden de Ruffei
omtrent tivet dui^end man flerk_ Daer
7vord gezagt, dat voor de mond van de Ri'
vier d'Kmw een bevolktryk, Eiland ü, Giliat
genaemt: doch Word gezeit, dat du Eiland
met Bamboez.cn, welkf uich wyt in Zeeßrek.-
ken , is bmafen. D.if van de Weß ka»t gi
men met de Schepen k/tn'door komen.
DeVolken, welke opwacrts aen de Ri -
sr ¿.'Amur woonen > als mede de Da u -
men , hangen den Kaitigta in ' t Geeftelijke
aen, die een Biflchop is van den r ü g t -
baren levendigen Af g o d , dien zy beuzelzinnig
zcggen nooit te fterven : maer als
oud we rd , zieh zelven wede r te verjongeren.
Dc z e Heilig dient h u n , by oorlog
en vrede voor vraegbaek.
Van den Katugta en zijnen Godsdi enf t
fpreekt zeeker bericht d o o r een Gr i e k
Chriften my uit Sina toegezondcn, aldus.
Alle de Af g o d e n - d i e n a e r s , zoo wel
I, den Chan als andere hebben eenen Pa -
t r i a r c h e , die Kutufta Lama genoemt
„ Wo r d , de Biflchoppen Dßtr Sej Lama,
„ een gemecne Paep Lama, een Di a conus
„ GulfihhlLama , een Sanger Mafchei Lan
ma : hare grouweiijken Afgoden dienft
j> verrichten z y inha r e AfgodenKe rken of
>, Beede-huizen , dit doet den Patriarch
j, me t drie o f vie rhonde rd Papen 3 alledeze
5, Geeftelijken zijn nooit g e t r o uwt » endie
„ noch jong zijnde van haer een Vr o uw-
„ menf chbe f l a ept , zoo moe t h y d a e r v o ot
j, boete doen , en in zes weken maer eens
3, des daegs eeten, en dat maer a e rdvr a chj,
t e n , geen Vleefch , Me l k noch Bot e r j
,j grooter ftrafleggen zy opdi e zondeni e t .
„ Wa n n e e r zy nu hären dienft in de Ke r -
„ ken aenvangen , doenze dat na ' t ge luy,
„ des Avonds en des Morgens . Ha r e n
dienft doen zy alle dagen , en wanneer
j> z y z i n g e n , dr ink t den Kutufta en an-
„ dere Papen ondertuflchen Ta b a k . De n
„ Kuiufta zit op een h o o g verheven plaets
>j den beeiden gelijk , in zijn pr ä cht ige
„ kieeding na haer wy s ; onde r hären dienft
j, wo r d ook gefpeelt met veelderlei ge lui t ,
„ d o c h op gczette t y d , elk een na zijn
„ bediening. Ande r e blazen op groote
„ Tr omp e t t e n van drie vadem , cn ílaen
„ op Ke t e l t rommcn, luidcn me t de Klok-
„ ken , en ílaen op yzere platen. O o k
„ hebben zy groote kopere kommen , als
, , t o n n e n , die opgehangen zijn , wa e r o p
„ zy me t hamers kloppen , en andere
„ werktuigen meer. On d e r dcze haer Af -
„ godendicnftgefaruikenzy Wy r o o k , heb-
„ bende groote zilvere Wy r o o k vaten,
„ hangende aen ketens mec bellen of klok-
>, j e s , waer in zy koftelijk Wy r o o k doen
,> rooken. Zy hebben ook een zeer groot e
„ Kelk , waer in een groote zilvere lepel.
„ uit deze Kelk neemt den Patriarch drie
„ lepels vol en eet het op , gevende daer
„ na elken Pacp een , die met hem dienft
„ d o e c .
T A R T
„ doe t > cn wanneer zy di t grouwcl-ofFer
„ van hem ont f angen, zoo houden zy
„ beide banden op haer borft , daer na
„ b e k f t den Kutufta aen een van de Papen,
j, door de Kork te gaen , en te geven uit
„ dcze Kelk met de lepel j aen den Chan,
„ en alle zijne Heeren en Bedi enden, daer
, , na gaet hy aen de linker zyde by het
,5 Vrouwvolk , aen de Vo r f t i n , de Kin-
„ deren en aen alle Vr o uwe n ; gevende
„ cindelijk aen de gemeenc Ma n , van de
„ groot f t e totdekl e inf t e . De z e Kelkiszeer
j, g r o o t , ZOO da t ' e r twee Papen genoeg
„ aen te houden hebben , wanneer zy het
j, voor den Ktaufta moeten Iiouden.
„ Als de Lama na de Kerk g a e t , dan
„ word dezen Kelk met het OfTer v o o r
„ hem gedragen , en voor het Va t gaet
„ eenen met een r o o k v a t , noch gaen daer
5, vooj- twe e bedienden met groote Wa s -
„ kaerzen, die root geverwt zijn. In deze
„ Kelk doen zy een v r u c h t die omt r ent
„ een Erwe t e groot i s , ook roode W y n
„ en Boom-oly : in den beginne van den
„ di enf t , brengen zy dit Va t voor den Ku-
„ tufta , waer uit hy zijn beide banden
, , vol n e cmt , en we rpt het driemael in de
„ l u c h t , roepende daer by zeer hart in de
„ Ta n g u t f c he fprake eenige Godslaftcrlijke
„ woorden. Dezen Kutufta cn Lami, of
„ He idenf che Priefters, d i e i nSi n a , Mu n -
„ gale La n d , by de zwarte en wi t t e Kal-
„ mu k k e n .zijn , reizen van daer na het
„ Ta n g u t f c h e R y k , om beveftigi
„ worden (we l k La n d aen Indien g r e n f t )
„ tot den Dalay Lama s de Dalay Lama is
„ grooter als de andere Pr i e f t e r s , daerom
„ ftelt of beveftigt hy den Kutufta en an-
„ dere Geeftelijken.
A R Y E.
reizens van haer af is , zoo voorzeit
„ de Dalay Lama d o o r den boozen Ge e f t ,
), wa c rom dat iemand k o m t , en wat hy
j, mede brengt aen Volk en V e e , ook op
wat dag hy daer aenkomen z a l , daer -
„ om eeren dczc Afgoden-di ena e r s den
„ Dalay zeer h o o g , H em voor zeer heilig,
„ cn onfterfelijk houdende , als of dezen
„ Dalay Lama nooit en ftierf, maer alle
,, Maenden heel vernieuwde : en dit is ^it komt
,, geen wonder , wa n t de onreine Ge e f t ^ « t d k i «
„ leert zijne aenhangers, 't geenc zy van medibet
„ hem begeeren , want zy können Do n -
„ d e r , Regen en Wi n d e n , ja ook Ko u - en oud
„ de op iemand aen doen komen , en iS-
„ voor haer op hun Vyanden zenden. De
„ onreine Geef t werkt d o o r h a e r , dat zy gezegt.cn
i n ' t midden van de Zome v , in de heetfte
„ In ' t Ta n g u t z e La n d en Stad Barantola
„ in haer fpraek g e n a emt , zijn drie
„ treffelijke Afgode n Kloofters van fteen
„ g e b o uwt j deze zijn als fterke Steden be-
„ mu u r t , en daer in woonen omtrent du"
„ zend menfchen in d k Kloofter.
„ Me t dezen Dalay Lama hccft den on-
„ reine Ge e f t wondedi jke kuuren , is de
„ Ma e n d ni euw, zoo is den elendigen Da-
„ lay Lama j o n g , is de Ma e n d v o l , zoo
„ is hy ook als cen volkomen Ma n , is de
„ Ma e n d o u d , zoo gelijkt hy ook als een
j, o u d Ma n van honde rd J a r c n ; zoofpeelt
„ de onreinc Ge e ft met deze elendige
„ Me n f c h e n , makende veifcheide gedaen-
„ ten , het welk men volgens natuurlijke
„ reden zwaerlijkgeloovcn zou. Wanne e r
„ iemand uit een vreemt Land na dezen
„ Dalay gezonden wo r d , cn den zelven
V noch onderwcgen is (he t zy met ge-
„ fchenken of om te b i d d e n ) cn wanneer
„ de zclvc noch twee of drie Ma ende n
t y d , de Rivieren doen bevriezen, dst zuiks
waerom zy dan als des Wi n t e r s , over atw »eid
het Ys gaen. gemickt.
Eenige Vo j k c n , die nederwaerts be -
zuiden de Rivier A'Amnr woonen , we r -
den Amourtfen genoemt , zijn eigentlijk
onderhoorig aen Sina. De z e ernceren
zieh met de Landbouw en Ve e t o c h t , cn
houden een-menigte van Ve r k e n s , die zy
ook melken , gebruikende de melk t o t
hunne fpys .
In de Kiy'icv Schingal, valt als g e z e g t ,
den Rivi e r Nam. Mann is zoo vee! als
ftom gezegt , aldus gebeten wegens zijn
ftillen loop : daer di cht by ook Sineefche
Vlekken en Dö r p e n z i jn, welke Plaeczen
de Sineezen, in fte van wachtplaeczen, t e -
gen de Ui t l andf che Ta r t e r s en andere Vo l - '
ken , gebruiken.
Buiten de Sineefche Mu u r worden van
die kant alle menfchen , van wat Volk zy
z i j n , die na willen) door den Na u n -
fchen Bevelhebber opgehouden , tot da t
na Sina om bevel gefchreven we rd , of
men de zelve zal inlaten of niet.
I n het woefte Moegalen La n d , vind
men zoo hier en daer , ont f loopt e , oude,
ganfch vervallene Steden, daer zeekerooggetuigen
, die uit Rus l and over Selenga
na Sina reifde , niy over b e r i c h t , acht
van gezien te hebben ; hy zag en merkte
daer^by aen , niet alleen vervallene ftecne
Huizen , maer zelf ook ftraten van fteen,
z o o , dat fchync fe dier plaecs o u l i n k s ,
deftige ge!?oinvcn re zijn geweeft : hcden
waft'er Gr a s en He e f t e r tiiflchcn d e f t e e -
nen d o o r , en men z i e t ' e r v e e ! kleine Slangen
kruipen.
In de Moegaelfche Wo e f t y n c , niet
verre van de Stad TVaun, muur \va c r t s ,
vind men mede overblyfzels van over oude
fteene gebouwcn , byzonde r van zwar e
Zuikn, e n T o o r e n s , hebbende de hoogt e
N van