m
T A R T
chan i Cn namaels wederom door zijne nazaten,
en eindelijk doov Tamerlaen, (welke
veelc willen , dat ftierf in 't Jacr vccr'
ticn honderd cn vier ) gewonnen is geweeft
: van wien derwaertsj om hec Land
te beftieren , Bevclhcbbcrs of Landvoogdcn
nie Mugalia gezonden wierdcn : welke
eindelijk zijnen Zoonen, na des Vaders
dood, afgevallcn zijnj en zieh tot
Opperhoofdige Heerfchers ^
hcbben : zoo dat Mogol een by:
Ryk is geworden , onder den naem van
indoßan, of Ryk van den Groete» Mogol.
De Zoonen van Tamerlaen hebben, door
hunne hflurtigheit> veleRykenverlooren.
Hct Mahometaenfcii Geloof is by de
Mogolfclie Vorften aengenomen , fchoon
hunne Onderzaten : te wecen > d'oude
Indiaenfche Landzaten, meeilendeel Heidenen
zijn.
A R Y E. i i f
gekomen > daer van hct wezen met het
hier vertoonde j ' izel fdei s j doch dekleding
Tavernier zegt, dat het woord Magd,
Wit bedted , en dat de Heerfchers van
Indoßaa , by d'oude Indiaenfche Heidenen,
Inwoonders van 't hedendaegfche
Mogols Land, alzoo genaemc zouden zijn
geweeft , om dat zy zelfs bruin , en olyverwig
waren.
De tegenwoordige Mogolfche Keizer
Orangfcek , rekent, zoo eenige willen ,
zieh de elfde , in recht dalende lijn , van
den Grooten Temerlaea , ( hoewel by andere
het getal zijner Voorzaten anderzins
min en meer werd geftelt, 't geen toe
komt, om dat zommige Schryvers eenige
voorgangers in 't gebled over hebben geflagen
, die een körten t yd, en met geweld
, hebben geheerfcht. ) Werdende
aen my , uit Bengala > van Orangfieb, die
reeds omtrent honderd Jaer oud is , het
volgende gefchreven.
Orangfitb , is Vader van vier Zoonen,
die ook veele Kinderen hebben : de cerile
Zoon is genaemt Sultan Mahomet .
tweede Snltan > anders Sultau SeUf»>
o f Maafem, de derde is Sultan Egbar of
Ekbaar , de vierde ShUm Tami of Dara,
anders Dar itti.
Orangfieb is de negcnde Koning der
Mogollcrsj afkomftig van den Create» Tivtirchan
of Tamerkcn. Diis verrc 'c geen
my uit Bengala van dezenVorit is gcfciireven
, die zoo men zegt van Si/ft tot aen
Polen lieevfchtc : welke Tameriien weder
uit Gngü chan , Keizer van Groot Tartarjy
of>l^ig<i/iii,zoudegefprootenzijn; fchoon
andere liem van geringer afkomit maken
of achten te zijn. Cingis ehm hadmedegehecl
Afta bykans overwonnen.
Behalven de afcekening van Tamerlaen,
hier nevens vertoont j is roy een andere
aftekeninge van hem uit Iridaßap te voor
zeer verfcheide : hy zit op een ftoel,
die vry diep cn breet i s , met een laege
rüg, dat tralycjes zijn j welke recht opftaen
, en boven door een overlegger gedekt.
De Vorft heeft een körte Spies in
de hand, die op de aerde ruft , cn is geklcet
met een lange Zyde Rok , tot de
aerde toe, welke onderfclieidener verwe
vertoont ; zijn hooft is gedekt raet een
dicht geiloten, en enge mutsj en verdcrs
het boven lijf met een dun Zyde Rokjen
gedekt.
Men leeft in Arabifche Gedenkfchriften,
dat ' e r , niet wyt van Sina , een vlakke
ftreke Lands was, Hemintnagm genaemt,
en bewoont by de Tartaren i welke
kan en Bagdad, in 't Jaer zes honderd zes
en tachentig, na Mahomets tyd-reekening,
innamen. DezeTartaren zijn zckerlijk
Mugalen geweeft : want die woonen niet
wyt van Sina , en bezitten veele vlakten.
De Arabifche Schryver, Mehmet A-
^ a , verhaelt » in zijn befchryving van
hec leven van Tamerlaen , dat Tamerlaen,
na hy Samarkand, en aOe des zelfs onderhoorige
Landfehappen , verdeigt had , de
Landen over de Rivieren Oxiu, Turkefian,
Cbowaret,m, Cajgar, en het Land der Geten,
Bakhefane, alle piaetzen wyt van Samarcaad
afgeiegen, bemagrigde : ook het
Landfchap Cboraz^n, Malandrai! , Ra~
ßamda, Sahkftan ^ Tabreßan, Larie, SazMnie
, Aßrabad, Sultanie, de ontoegankelijke
Bergen van Hattre > Sueraque, Sagome
, Hoog Perzien , alle Plaetzen beooften
de Kafpifche Zee > daer gebouwde
Steden, Veftingen, en vafte Piaetzen zijn
geweeft > die nu alle vernielc en verwoeft
zijn ; ZOO dat de namen niec meer te vinden
zijn. Daer na zegt die Schryver vorder
aldus : En al vooren hy Konßantinopej
len en Egypten, het Hedige Land,
een gedeelte van Afrika , aen de Middellandfche
Zee , Mecki, en Arabie overwon,
ZOO veroverdc hy ook D^ijff, (hec
geene voor het hedendaegfche Land der
Moegalen , of der Kalmakkcn , te nemen
is, ten minften voor een gedeelte : ) waer
van dp roemnichcige Monarch cn Moegaelfche
Keizer Cingis chan, mceftervan
was geweeft , en dat naderhand , op hcc
afllerven van Cingis chan, onder byzondere
Vorften verdeck wierd. Die Land Daße
befchryft de genoemde Arabier Achmet
aldus, Daße is hec voornaemfte gedeelte
vanTartarye, vervult met veci Vee, cn
zeer bevolkt van Türken, verdeelt in
flammen of geflachten , wel gefterkt op
,zijne Grenzen , wyt en breec wel bewooni