m
f I
iJ
•.t
f
i y
y o o R.R E D E N
Ter tijd van Juüus Cafar zonden de Romeineti alom Land- en
Haets-befchryvers a f , om kenniffe van geweften te nemcn , en
Tatelen daer van te maken. Zemdoxus wierd tot gelijken einde
na 't Oofien gezonden ; hy was op zijn togt ui t , een en twintig
Jaren : na 't Zuiden Polycktus ¡ deze drie en dertig Jaren daer
toe beftede : Tbeodorm op het zelve oogwit afgevaerdigt , quani
met weder als na negentien Jaren.
„ Men leeft by Plmius, dat Alexander door Bogemetes en Beto»
de affiand der plaetzen tuffchen de Kafpifche Zee , en die van
Indién dede meten.
Hy gaf een Vloot Schepen aen Oneficretes, om de Indifche
Zee-kuft af te meten.
Schiph Jfricanus , dede geduurende den krijg met Karthago ,
de Kul t van Afrtka , Sfangie , en andere Rijken meten ; zulks
dede mede Pompejm , Auguflm , en andere Roomfclie Vorlten ,
die met nagelaten hebben, Land-metingen over liun bereik te laten
doen.
Naderhand hebben de Arahkren , zieh mede byfter in deze
konft en wetenfchap geoefent, gelijk men wil dat zy de eertte
zijn geweef t , die de Winden op papier , aftekenden.
Ulug Beig , Chan of Konink in Mawaranar , of het Over-
Oxus Land , Zoons Zoon van Tamerlaen , heeft ons Geographifche
Ta f e l en, door eigen ondervindinge gemaekt , nagelaten;
gehjk ook Abulfeda , en andere omtrent die tijd zulks deden.
Het is byzonder , dat gezegt word in Portugael, uit de Aerdc
ontgraven te zijn , in 't Jaer vyftien honderd v y f , dicht aen de
Zee, op een plaets, gebeten Rocha de C'entra, drie oude Steenen,
waer op gefneden ftonden , oude verfletene Latijnfche Letteren
van dezen inhoud : '
De voorzegging der Sibylla, beflooten over de
Weflerfche Inwoonders.
MET L E T T E R . S Z U L L E N R O L L E N S T E E N E N ,
E N IN E E N R E C H T E O R D R E S T A E N ,
W A N N E E R GY WE S T Z U L T S C H O U W E N A E N ,
DE S C H A T T E N U I T HE T O O S T E N HE E N E N .
DE G A N G E S , I N D U S , T A G U S S T R O O M E N ,
•tZAL Z Y N T E N H O O G S T E N W O N D E R B A E R ;
V E R W I S S E L E N D E W A E R , V O O R W A E R ,
V A N V E R R E A L L E t ' Z AMEN K O M E N ;
•t BESL U I T V O O R DE E E U W G E Z O N EN MA E N .
AI
AEN DEN L E Z ER.
AI hoe wel het ontdekken van deze Steenen , een rond , mif--
fehlen ter tijd van den Portugaelfehen Konink Emanuel mögt zijn
geweeft , om de Onderzaten tot opzoeken van nieiiwe Landen te
lokken , zoo is echter het opdoen van veele vrcemde , en toen
onbekende gcweften daer op gevolgt.
Een groot gedeelte der geweften , als ge z egt , in onze Landkaerten
begrepen, is onder het Gezag, en de Heerfchappye hunner
Tzaerfche Majefteiten van Moskovien , die grooter en wyder
uitgeftrekte Tzaerfchappen , Rijken en Landen , aen een gelegen
, bezitten , als eenig Prins ter waereld , zoo als ten deele in
dit Werk mag worden beoogt : ook is het gerucht van haer Magt
en Grootheit , nu zoo zeer op de Aerdbodem bekent, dat men
my uit het ver afgelegen Sina , daer van het volgendo fchrijft : .
Sive amplitudmerri impertí * f f eil as qmd qmdem ad
noflrum , ufqtK ad creptdinem celeberrimi Ulms muri Sino-Tarta-''"-
rici pervenit , ad hoream autem non alium habet termtnum quam
orhem terrarum nniverfum , ipfum inquam Pohtm arÜtcum, 6fr.
bat is :
't Zy men de uìtgeftrektheit van het § Keizerrijk aenmerkt, s
't ceene aen ons Ooften , tot den Drempel van de vermaerde
Muur , die Sina van Tartar'je fcheid , reikt , en benoorden geen
fcheids-pael heef t , als de geheele Waereld , ik zegge de Noorder
Pool , enz. En Mörders :
Certe Zarex Majeflatis ablegatus in cultißma hac Sino-Tartarica
Monarchia tanto honore exceptus efl, ut non mediocrem invidiam
meritus fit, ac obtinuit, ut contra vetufliß-mas hujus imperii confuetudines
, Zarete Majeflatis littene ac muñera fingulari plane
pompa ac honoris figtiificatione , ufque ad intimum palatium imperatoris
fint introduca. Ipfemet ablegatus convivio fpendtdo exceptus,
cui imperator ctim praciputs auhcis tntererat, aurets tn vaßs varea
fercula & vinum ex ipfa fua menfa ahlegato apponenda rnifit , imo
viris nobilibm qui ablegatum comitabantur propinquius Trono Regio
& in meditm vocatis, finguüs vinum vafis aureis offerendum jujfit.
Dat is :
Waerlijk hunne Tzaerfche Majefteiten Afgezant , is in deze
wel-geoefendc Sineefch-Tartarifche Monarchye, mct zoo veci Eer
ontfangen , dat hy de nijd verdiend heeft. Hy heeft verworven,
tegen de oude gewoonte van dit Land , dat hunne Tzaerfche Majefteiten
Brieven en Gefchenken , met een byzondere Statie , en
eer , tot binnen in het Keizers Paleis zijn ingebragt, en hy Af -
gezant wierd zelve zeer koftelijk ter Difch onthae d , in het byzijn