il?
i;: 11.61';
N O O R D
lofciea of lC.iioechta Lama , die , (als bovcn
reeds gczegt is) in liet Moegalen Land
zijn zitplacts l iccf t , en afhangig is Van
hct Geeftelijk Oppcr-hooft , dac in T,ingut,
en , volgens Kircherw, in de Scad
ß.iramoU, zicii oplioud , heeft Zangers
ondci- hem , die Manf i i^A, cn Diakonen
, die Gietßod Lama genocmt worden.
Hun Afgoden-dienil pleegc men dacr in
een vergader-plaets. Omtrent dezen Kntoechta
zijn noch drie Iionderd ongetroiiwde
Lam.is of Priefters. Die zieh van hun in
Overfpcl of Hoerery verloopt, moet zcs
weken vaften , of zober eeten. Wanneer
deze Gecftelijkcn hunnen dienft plcgen ,
200 gefchiet zulks van den Avond tot den
Morgen , als her dag word j en weder
van de negende uurc op den dag, tot
de middag toc. In dezen dienft zic de Katoechta
Lama op een lioog verheven plaets,
in gelijkheit mec de Afgoden , tcgen de
wand aen, in zijn Priefterlijk gewaet, met
zijn OfFer-papen rondsom hem. Ondei
dezen Kerkdienft hebben zy fpee!tuigen>
die op gezette tyden fpelen en bkzen. Zy
ilaen 00k,op Trommei s , en luiden Klokjes
: behalven dat z y noch op yzere platen
ilaen , die in groote kopere tobbens leggen.
Zy hebben groote Zilvere Rookvaten
, daer zy verfcheidene Wierooken en
Gommen in fmyten , en branden , en alle
omftanders 00k mede berooken. Zy hebben
een groote Zilvere Keik, met een Zilvere
Lepel , daer mede de KAtoechta uic
die Kelk eenige geheiligde i p y s , onder
hec plegcn van Godsdienft , fcl iepc, en
de zelvc nutrigt : gelijk hy dacr van mede
driemael aen zijne Papen uitreikt, die
tcn dien eindeaen zijnen Throon nadercn :
als mede aen de Leken : beginnende van
de hooge ftants-perzonen , zoo Mannen
als Vrouwen. Deze Kelk is zoo groot en
breet, dat van twee Mannen qualijk gedragen
kan worden , die de zelve ook
voor de Kuiocchta Lama houden , op dat
hy daer zelf uit fchcppe. De f p y s , die
daer in i s , zijn kleine Erweten , zeeker
flag van roode Wy n , en Boom-olie.
Wanneer deze Kelk voor den Katoechta
gebragt word , dan doet hy mec drie vingcren
een greep daer uit, en fmyt het uitgegrepene
driemael in de luchr.
De Katoechta word in hct Land van
Tan^Ht ingewy t , en van daer na zijne verblyf
plaetze verzonden.
Behalven dezen Katoechta , wiens zitplacts
in de Kaert aengewezcn word, zegt
mcn noch een meerder tal van andere
Katoechtaes, zoo als Hcidcnfclie Kardinalen
, !n minder, en gclijke wacrdigheit
re zijn , die in andere Tartarfche Landen
O O S T
Tchappen zieh neer gef!agcil hebben.
In BM-antol,! zijn drie kofielijke Afgo>
den-kloofters: daer in omtrent diüzend
L4w^ofPricfters woonen. In eenderzelverwoont,
volgens Är/rci«-«, de Opper -
Katocchra of Dalailnma, van wien gczegt
Word , dac hy nooic fterft, ja , volgens
zommige berichcen , met de Macn jong
en oud word.
Als men door hct Moegalcn Land na
Sina reizen wi l , moet men niec al te fterk
zijn , want de Vorften geen groot getal
Menfchen gcnegen zijn door te latcn , behalven
, dac ccn al te groote menigce gebrek,
onderweeg liccfc te lijden, bymangel
van overvlocdig leefcogt. Hicrom ricd
een Afgezant van den Katoechta , als mcn
uit Moskfiit cen Gezant derwacrts, wilde
zcnden, dathy'niet fterk diende te wezen.
Men is gewoonj de Vorften in 't Moegalen
Land als men daer door reift, met
Peltcrye van alle aerd te bcfchenken , als •
ook met Laken , en drink-glas, dacr zy
groote liefhcbbers van zijn.
Op de eerfte aenfpraek zijn de Moegalen
gewoon, altoos naer de gezontheit te
vragen, van den geencn die iemand gezonden
heeft, 't zy in Gezancfchap of anderzins.
Gebe is een Moegaelfch woord, en gczegt
, dorre Hstde : met welken naem zeker
zandig Ve ld hekent i s , van ouds ge.-
naemt Lop , Belgian, Cor, en Xamo. De -
ze Heide is een, twee, en drie dagen benoorden
: maer bezuiden wel v y f of zes
dag reizens breet. Zy is geftrekt, in hare
lengte, van 't Noorde na 't Zuide, zondcr
veel Krui t , Boom of Water.
. sr , is gczegt in 't Tartcrs groote
Meir , of groote Z c c , gelijk men zegt
dat de Jczuit Grieber een zoodanigen heeft
ontdekt, als hy achter Moegalcn Land,
door Tartaryc na Sina reifde.
Sahmon Kufdim , in zijn Boek , gelieren
DiUionariHm Geographicnm , zegt, dat
de Woeftyne Lop, anders ^Ithai, een
Landfchap is > binnen het gebergre Imam
gelegen.
Tamirlankif is cenoude verwoefte Stad
boven Tangtu, in Moegalia gelegen , dacr
mcn Vec-hoeders in Horden ontmoet.
De Stad Lop lag , ren tvdc van Markw
Paulni, zijnde omtrent her Jaer rwaelf
hondcrd en v y f r i g , aen hec begin van de
Woeftyne van dien naem, ftrckkcndc naer
de Sincefche Muur. Zyhad Maliomeraenfche
Inwoonders.
In 'c inkomcn van 'c Tangiitfche gebiet,
ren cindc der Woeftyne Lop , van Sina af
cercekcnen, lag, cer gemelccr ryde, eenc
Stad Sachion gelieren, waer in weinige
Nefto.
T A R T A
Neftoriaenfche Chriftencn , en meeftMaliomecanen
woonden.
Aihier zijn zeeker aert van Katcen, die
clders niec ce vinden z i jn, en na gevoerc
worden.
Van de Stad Lop ftcken de Karavanen af
naer Sina, om door deze Woeftyne te reizen.
Men moec zieh hier van alles voorzien.
Men reift dacr met Ezels en Kamelen.
Als op deze Reis de fpys ontbreekc
worden de Ezels of Kamelen geflagt. Men
vind daer wel verfch Water 3 doch het is
veelcyds ook bitter.
Van de Woeftyne Lop , en van andere
plaetzen van 1 diieen oooorrtt,, fpreekc Marcm
Paulpu de Venctiacn aldus.
Lop is een zandige Woe f t yne , die beweften,
en buiten de Sineefclie Muur gelegen
i s, zijn aenvang nemende by de Zeven
en derrigfte graed , Noorder breete ,
by het gebergce Imam , daer de Stad Xachett,
of Sachion , ( dat aandig gezegt i s :
gelijk het woord Xamo infgelijks x^andige
ßreek betekent) legt : van waer de zelve
zieh uitftrekt tot bykans de drie en v y f -
tigfte graed, eene ftreeke van drie hondcrd
mylen lang, Noordwaerts. Beweften is
z y in twee armen gefpl i f t; van waer zy
zelve den naem van groote of kleine Woe -
ftyne Lop draegt. Zy is beweften een weinig
fmalder j alwaer de Sineezen eertyds
twee Steden, als Jung-ja cn Lieujung, gebouwt
hebben , die noch heden in de Sineefche
Kaerte te vinden zijn. Zy eindigt
met de Ryken S-imahan en Kafcar.
ne De Tartars, die tuflchen deze Woeftyne
en de Sincefche Zee Hanhay , dat is de Zee, genaemt, zieh opliielden, zijn
ierd en dercig Jaer voor Chriftus geboorce
, alle verwoeft; gelijk mede die
aen 't gebergte Lank'xßos, dat is het gebergte
van Imaiu , Noordwaerts op , toi
aen de Ys-zee woonden.
De Sincefche Keizer dcilde tocn rertyd
dir ovcrwonnen Tarrarye aen zijne Veldhecren
en Krygsluiden uit. Hydede , tuffchen
de groote Muur en deze zandige
Woeftyne, voor de Krygskncchtcn, Steden
en Gchuchten bouwcn, en maektc
twee zijncr Bevclhebbers tot Koningen ,
die hec geweft van Kurakathay , (welke
plaets van ouds met Volken , uic Kataj of
Sma overgcbragt, bewoont wa s , } beflocgen.
Hier van komt, dac men in' tOudTa r -
tarye noch vaftc , doch mceft vcrvallenc
Steden vind; zijnde anderzins de Tarcaren
niec gewoon Steden te bouwcn, zieh
vcrgcnocgende in Hutten en Tenten te
woonen. Deze geplante Sineezen in Tar -
taryc hebben allcnkskcns hunne Sincefche
R Y E. z 6 s
gewoonte vergeten , en die van Tartarye
aengenomen , cn zieh daer na , als Tartaren
zel fs, regen her Sincefche R y k njeermalcn
acngeftelt.
Te dier tyd vlucliten de Tartaren van
Tangttt ten Zuidcn, in Indien, en zetten zieh
aldaer ter neder. De Ryken Laos, Sifant
Tibet, TangM, anl'aep Jans Land doorcrekkende,
zijn zy van de Sineezen achtervoigt,
en, ZOO als hunne gedenk-fchrifcen
melden, geOagen. En wierdcn in de Indifche
geweften aen die kant , als Kochinchina,
Kamboja, en andere, van hcn t'onder
gebragt.
Deze Tartaren uit Tangnt, die van de
Sineezen, cer opgcmclter c yd, uit devlakte
gedrcven waren , cn zieh in 't gebergte
begeven hadden , en allenkskens fterker
wictden , en aenwieilen , quamen na verloop
van tyd weder in de vlakte zakken ;
wel niet na de kant van Sina , maer beooften
en benoorden , naer de Zee toe , die
de Sineezen Hankty noemen. Dies liet de
Sineefchc Keizer Gezanten derwacrts afaen
, om hen aen te zocken , dac zy hec
ineefche R y k erkennen zouden : welke
Gezanten van de Tartaren in onderaerdfche
holen geworpen , en tot Härders van
hun Offer-vecgebruikt wierden. Dusverre
Marcm Pauliu.
De tegenwoordige Tartarfche Keizer
van Sina , die uit Ninche gefprooten is 1
werd by de geenen, welke buiten de Sineefchc
Mu u r , ¡üe. Kalmakkm i Magalen,
Boeckaren , en andere , woonen , met eeti
eernaem, Bogdi genocmt j doch van waer
die naem zijn oorfprong heef t , is ons onbekenc.
Hct fchynt , als een dervoorzaten
van dezen Keizer in Tartarye, die Tayfici
Vorften geweeft z i jn, het Ry k van
overweldigden , dat men hem toen den
eernaem op Tartarfch van Bogdi gegeven
heeft : als of men Goddehjk., of van God
wilde zeggen ; want Bog is God op Ta r -
tarfch gezegt , gelijk zelve dat woord op
Rufch, mede Goi^ betekent: ofmiffchien
om dat het Land van Go d zeer gezegent
was.
De Tartarfche" Krygsmagt in Sina be-'
ftaet ZOO wel uit Koreanen, Tartaren van
Niuche y en Mugalcn , als uic Sineezen,
gcbooren in het Landfchap Leab-tung, en
in andere geweften ten Noord-ooften.
Zeeker Arabifch Schryver , die , ver-'
taelt, en onder my beruft, en geleeftheeft
in 't Jaer acht hondcrd twee en twincig
in Hegra , of Adahomtts tyd- f t i j l , hec
:cne in onze dertiende eeuw komt te val-
1 , zegt , dat de Chataers en Mugalen
veel ce Veldewaerts, op wagens leven , en
aldaer , in vlaktea en efFen Landen , zei-
L 1 Icn