.M r
i
1 5 0 N 0 0 R D
Alenfchen al van zccr verre komen , en
miflchien uit ^Jfo , of w d van eenigc andere
plactzen , meer Noordeüjk gelegen.
Doch men kan deze zaek niet te rechtonderftaen
, alzoo den Japanders verboden
is buiten 's Lands te crekken. Ja verbalen
00g getuigen, aldaer gezien te hebben,
dat dertig Menfclien door Beiüs banden
omgebragt wicrden , alleenlijk, om datze
op Korea hadden wezen handelen.
Japan is in iiec Jaer zeftien lionderd en
twaelf, door de Jeziiicen , in Kacrt gebragt.
Daer nevens werd g e z e g t , dat zy
aldaer zes Kloofters, vier cn zeitig byzondere
woonplaetzen , en twee hooge Sclio-
Icn : 00k toen reeds honderd duizenden
van Chriilcncn aengequeekt hadden. De
Jezuiten zeggen , dat op het Land ^efo.
en in d'omleggende Landen , toen veele
Chriftenen wierden gevonden , die zieh
derwaerts uit ^apan , om de vervolging
hadden begeven. I>och alzoo de Men^
fchen aen de Zee-kuft zeer grof en woeft
bevonden zijn j zoo moet deze bekeering,
cn de verblyf pJaets der Cliriftenen, bianen
's Lands zijn geweeft.
Hoe al in de voorgaende eeuwe geoordeelc
is tuflcJien fapa» en uimerica, hy
fejfo, een doortogt te zijn , mag uit het
volgende werden gezien.
Linfihoten heef t , in zijn Boek van de
Ooft-Indien, Frans Reis-befchry.
Ving van Nova Hifpania, na de Philippwai
en Sma, en wederom van daer na Nova
Hijpania gelafcht: iiit de welke w y hier
zuUcn invoegen zijn wederkomfte van fapan
na Nova Htfpama , voor zoo veel de zelve
tot ons voornemen is dienende : en luit de
zelve van woord tot woord, in zij
vyftigile Hoofdf tuk, als volgr.
Loopendealdusonzenkoers Oo f t enOo i l
ten Noordenaen, tot opdriehonderdmy.
Icn van fapan a f , vonden w y een zeer hol
water, met de ftroomen van uit den Noor.
den en Noord-weften : als ook eene ruime
en wyde Z e e , zonder eenige moeiten of
zwarigheden van eenige verhindering in de
weeg te hebben. En wat wind daer waeide,
zoo bleef de Zee nochtans alincencndoen,
met het zelfde hol water en ftroomen, tot
dat wy Over de zeven honderd mylen gezeilt
hadden , tot op twee honderd mylen
na aen de JCuft en' tLand van NavaHifpania,
in welk gewcft wy die voorgaende
ftroomen en holie Zee ganfch en t'eenemael
begoßentevcrliezen: waerdoor ik, zonder
eenige twyfel , vermoede en vaftelijkgeloove,
dat daer een Kanael, doorgaende engte,
of Zee-ftrate tuffchen het vafte Land van
Nienw Spanje, en "t Land van Tartarye of
IS. Van gcLjke zoo vonden wy op alle
O O S T
deze weg,van de voorfz. zeven honderd mylen
, groote menigte van Walviflchen, en
Viirchcn,van de Spanjaerden ^r«« genoemt,
C die veel aen de Kuf t van Gièraheria Spanie
gevangen worden) als mede ^Ihacora, en Bonins,
't welk al Viflchen zijn, die zieh cemeenlijkin
deKanalen, doorgaende engten,
en loopende Watercn onthouden , om aldaer
him zact te fchieten . ten tyde datze
inhunteelenzijn. ' tWelkakemaelmynoch
vaftelijker en voor gewis doet gelooven,
dat aidaer een doorgaende engte of Straet,
zonder eenig twyfel , moet wezen.
Gekomen zijnde met den zelven koers,
by de Kuft van Nien^ Spanje, op dehoogte
van zeven en dertig graden en een half,
quamen wy by cen hooge en zeer fraeye
Landsdouwe, met veel geboomte verliert,
, ganfch en al zonder Sneeuw. Men heefc
aldaer, vier mylen van 't Land , veel gedriftsvan
Wortelen, bladenvan Boomen,
R i e t , en andere bladen , als van Vy g e -
boomen , welker gelijken men veel in f a -
pan vind , die zy aldaer eeten j van de
welke ik ook ettelijke liet nemen , en met
het Vleefch kooken s zy hadden gezoden
zijnde, een fmaek gelijk als Kool. Men
hecft alhier ook groote menigte van Zeewolven
, die wy Zee-honden noemen ;
waer door genoegzaem af te meten en te
gelooven i s, dat'er veel Kavieren, Bochten
en Hävens, längs al deze Kuften heen,
tot de Häven van Acapnlko toe, moeten
wezen. Van daer af liepen w y Zuid-ooft
ten Ooften aen, na dat wy de Wind kregcn
, tot aen de hoek van C^o DE S.LHCOÎ
Coe, (welk hec beginzeJ van 't Land Kitlifornia
i s . te weten. aen de zyde van 't
Noord-weften ) gelegen op twee en twintig
graden , zijnde v y f honderd mylen
van Cabo Jläendo^ino. O p deze weg van de
voorfz. v y f honderd mylen, heeft men
längs de Kuft heen , veel Eilanden leggen.
En alhoewel zy klein zijn , zoo is 't evenwel
zonder twy f e l , of men moet daer
zommige goede Hävens iji hebben, als
ook aen 't vafte Land > alwaer men deze
navolgende Hävens heeft , die als noch
eerft bekent zijn : te weten , die van het
Eiland St. Ai*gnfijn , gelegen op dertig
graden en een quart fchaers ; en van hec
Eiland de Cedros, op de hoogte van acht
en twint ig graden en cen quart fchaers;
en 't Eiland , gelegen beneden Sr.Manin,
op drie en twintig graden en een half. De -
i^eheele Kuf t en Landsdouwe i s, niijns
Umkens, bcwoonc, en vertoont zieh,
in acnzien , een zeer goed Land te wezen
; want wy zagen daer altemct des
nachts vuuren , en ¿es daegsiooken , het
welk een gewistekenisvanbewoonttezijn.
Van
T A R T
Van de Uithoek of Cubo de St. Lum
a f , tot naer d'ander zyde van hec Zuidooften
na California toe, zctcen wy onzcn
ftreek Ooft-zuid-ooft aen » tachtig mylen
weegs , tot de Uithoek , genoemt el
Cabo de las Corientes toe , , gelegen op de:
hoogte van negentien graden en twee dcrde.
Loopende op deze kocrs en we g ; za-;
gen in 't Noordcn , omtrent een myl van
o n s a f , drie Eilanden leggen, die men
/.w tres Marias noemt.
De voorfz. ftreek henen lopende, zoo
krygt men , vier mylen van de genoemde
Eilanden verfcheide, noch andere Eilanden
van twee en drie mylen weegs. Men
heeft van de mond of inhamvan Kalifornia
af, deze ganfche weg tachtig mylen heen,
grooteftroomen.dieWcftwaerts'aenloopen.
Van d'Uitiioek of Cabo de las Corientes
a f , zetten wy onze ftreek Zuid-ooft , en
by wylcn Zuid-ooft ten Ooften aen, honderd
cn dertig mylen we egs , tot in de
Baven vm yicapnlco. Op deze weg vande
honderd en dertig mylen hadden w y ,
twintig mylen gezeilt hebbende , de Häven
genoemt de Navidad , cn noch acht
mylen vorder de Ha' ^^en S. Jago, en noch
zes mylen verder de Zee-ftrand , genoemt
la Plaia de Colima. Deze ganfche I
weten van Kahfornm a f , tot de Häven
van Acapulco t o e , is bewoont van volk
die met de Spanjaerden Vrede hebben
zijn van aerd en hoedanigheit, als 't Volk
van d'andere Kuften van NovaHiJpania, enz.
Deze reize was voleindigt op het Jaer
vyftien honderd vier en tachtig. Dus verre
uit Linfihoten.
Voigt het geene by Karon van de Landfchappen
fapan en fejfo is gezegt.
Het Land van Japan, zegt h y , word;
voor zoo veel by ons bekenc is, een Eiland
te zijn gcoordeelt, of liever verfcheide
Eilanden by malkander gelegen, waer var
cvenwel de zekerheit niet wel te weten is
want 't voornacmfte daer van voor den Japanderen
zelfs noch onbekent blyft. Men
A R Y E. 131
j^ifLan d fe^o is zccr g r o o t , en door
den Japanderen dikwils doorzocht , diep
cn vcer doorreift, doch nooit tot des zelfs
einde gekomen , zoo dat hec hen gemöcnlijk
reift , gelijk ik dikmaels ondervraegt, en
my hebbe onderrichten kten , boven het
Landfchap van Ouanto, daer de Keizer
van Japan het m ^ e van zijne Inkomften
uit t rekt , cn de Kcizerlijke Stad en het
Kaftecl Jedo in l egt , noch zeven en twin.
tig dagcn Noord-ooft. We l 200 Ooftelijk
aen, ccr men komt by den uitterften hoek
van 't Land Tx-mgar genoemt, aen de Zee
gelegen , van daer men over vaer t , en is
cieze boezem omtrent elf mylen wy t : die
ovcrgcvaren zijnde , komt men in 't Land
van Je^o, daer koftelijk Bont en Pclcwerk
valt; welk Land woeft en bergachtig, en
weinig bewoont is.
aen leeftocht ontbroken heeft , cn gedwongen
geworden zijn , t'elkens onverrichter
zaekc wederom te kecren. De berichten
der onderzoekers zijn ook zoodanig
geweef t , dat zijne Kcizerlijke Majcfteits
nieuwsgierigheit om vorder onderzoektedoen,
wederhoudcn is: want hcc
Land, als ge z egt , is woeft , cn word irt
zommige plactzen bewoont van een Vol k
dat- hcel ruighaaiiig over het lichaem i s :
dracgt ook lang haair en baert, als de Sineezen
, beter den Wi lden, als andere
Menfchen gelijk.
Om dan te weten, of Japan een Eiland
i s , ftaet dit volgende aen te merken. Dat
het water , 't geene men van Tz.ungaer na
overvaert, seen doorloopende water.
maer een diepe Inham is, wel veertig my -
len lang , en tufTchen feß en fapan ftrekt,
alwaer hec tegens geweidige Bergen en
Land , dat onbewoont is , omtrent het
Landfchap van Ochw gelegen , ftuir. En
om ZOO een verre, ja ongebruikelijken
weg niet om te reizen, word de vaert van
Tz^nngaer op fejfo, met Barken, noch op
heden in gebruik gehouden.
De twee groote Japanfche Eilanden
Ckiekpk cn Saikfik genoemt , worden van
Koningen en Lanàs-heeren bewoont , te
weten, Chitkpk van eenen Koning en drie
Lands-heercn t Saikfik., dat grooter i s ,
heeft meer bezitters > en word iedcr E i -
land voor cen Landfchap gcftclt. Dus verre
Karon.
Die van fejfo en de Tartaren van Niuche
zijn malkander zeer gelijk : kort en gedrongen
van lichaem j doch hebben lang
ruig haair en bacrden , zoo dat het aenzicht
daer mede bykans bedekt is. Het
hoofd is voor gefchooren. De Vrouwen
zijn niet zoo bruin als de Mannen, en beide
vry wel befneden. Zommige der Vrouwen
laten hun haair ront fchceien , andere
laten het groeyen , en fteken 't op , als
de Indiaenfche Vrouwen. Zy verwen de
wynbraeawen en lippen zwart cn blaeuw.
, Men befpeurt aen haer, als zy termaeltyd
gaen , gcenen Godsdienft , bchalven
als zy drinkcn ; want als dan ftorten zy
eenige droppclen by het vuur , gelijk de
Kalmakken mede , als zy drinken zullen,
eerft een weinig nats ftorten. Zy fteUen op
zommige plactzen eenige gefnedc vuure
lioute ftokjes in d'aerde , daer krulletjes
en fpacudertjes aen hangen. Deze vodderyen
hangen zy mede in hunnc huizcn of ^
hutten, voor welke zy fchynen * plechte-, °
R a lijkiü