[ i - ' l i i l .
f a
l ' r f
22(5 N O O R D
tifihe Ftlkf > '''j" ''*"fl
•Geloef tn gevoeltn , als de hoven genosmde
Landarrd: alleenlijk dM x,y tindere gedaenttn
van Beeldtn, en die x.oo ffaei uiu genMtkf
z,ijn , hebben : xJjrt ook, i» Vteitßftkk't
fihrander, o f , »»hunwjz^, s^ovolkomtn
geleert niet, als die andere Volken , de
•welke les^n en ßbrjven kfinne», « baekf"
hebben : gelijk deae met. Hunne \fedinge is
ook op een sAve Mj« , maer van fiechter
fioffe. Hanne womt^en desgehjks verjihHUn,
(äs die van de Beeren by de Haiz^n der Stedelingen.
Ter linker xyde der muur , daer de Portä
Mofcovitica , ofde Moskovhi f che Poort,
in de Kaerte van Kircherus verbteid fiaet,
•¡va4 , in 't f/ur z^fiieri handerd x.even en neventig,
«Äi Mugael fche , die,
na het aßerven van baer man e
rige Zoons Zoon, regeerde, machtig
de tnegentig dHiz,e»d man te Paert in 't Feld
te brengen. Haer plaecz^ iviu bj de ¡>oel Da -
lay j Kanin genaemt.
Van de Rhitharber a-egt men , dat de ,
in Sina» »« aeeker Landfihap , nd 't Zuiden
van Peking gelegen i in de Zomer ward
voortgeplant, en aU-ao aea de Mugalen
Indianen verkpehf, die desielveaendevreemde
Vbiket' ook, aen de Bucharen ,
verkoopen. Daer aijn mede groote vochtige
Veiden, tuffchen de Rivier de Amu r , ea de
fieene mnur , dwaer veel Rhabarber in het
wild wdß. Maer men houd voor gev^is
de x^lve geen rechte Rktharber , maer Rh a -
ponricum U: de welke ook op
Karan, en andere plaetz^n, in groote menigte
Wiifi.
De Mugael fche Gez^nt, die on
Moskovien geiveefl ü , was van dei
gemeiden Mugadichen Ka toucht a ,
z^ke^en Mugaei fchen Vbrß geijoud,
vernomen hadden , dat in Europa ook '='0"
eengroot Aerts~vader, als hunne Dalaimana
wa« , die z.ijn verblyfplaetue te Romen had :
dies hadden zjy , uit dien inzJchr, dex^n Gtf'
uant na. den Paus gez^onden } maer ky ,
Moskou kostende , en x,iende tvat voor
groote en moeyelijke Reü voor banden had.
engeen bequame Thlk k'>'"'^nde k'yg^" >
toe zjjn bettrs ook wf/ te gering was , is
der te rüg gekeert, na dat wel onthaelt;
De Gex,ant W een Geeßelijk perx.oon by zJch,
die andere kiederen als hy aen had , en een
mu/s als de gemeene Ini/en van dat geiveß op
het hoofi.
Van den bovcn gemelten Katoechta
fprcckt zeker Slavoni f cheSchryver , wien
Schriften > onder my , noch ongedrukt
berurtcn , aldus.
D e Katouchtaes b y de Miigalcn zijn zoo
v e e l , als Patriarchen by de Grieken : en
en O O S T
zoodanige zijndcr in het Mugael fche
Landfchap niec mcer , als twec. In hun4
ne Kerken hebben zy hunne byzondere
zitplaetien > en worden > wanneerze ter
Kerke komen, op hunne Lands wy z e gegroec
en eere bcwczcn : ook zelfs van hunne
Koningen of Chans. Maer het is zeer
leugenacluig , dat een van deze hijnne
Katoßtchtaes of Patriarchen zoude geftorven,
en, na v y f Jaren in d'Ae rde gelegen
le hebben , wederom opgeilaen , en
levendig geworden zijn. Hunne Labi, of
Lamoi, dat zijn Papen, zijn mceft Monniken
> die zieh al jong 't hoofthaair laten
affcheren, en zieh met geen Vrouwe n
vermengen. De baerden en knevek fcherenze
ook a f , of laten de haairen wel geheel
uit trekken. Zy dragen wi t te rokken,
met gede kappen , enz. Du s verre deze
Schryver.
De He i l i g , welke by Kirchertts in T.in-.
gut gezegt Word de opperfte Lama of Priefter
te zijn , en Dalaimana by hen g e b y -
ijaemt word , is jong en zonder baert ver -
toont; doch de aftekening van den Katoechta,
die my toegezonden i s , verbedd
een Ouden Man , ftaende met een lang
kleed aen »• ruig van haair aen 't aengezieht.
Voor weinig tyds relfde een Gezant
van zekeren Mu g a d f c hVo r f t u i t Moskou,
Over Tobol, ora t'huiswaert te keeren.
H y was een Bouchaerfche Tar tar , van
geboorte Mahometaens , en nu van een
Geeftelijke erde onder de Mugalen. Zi j n
naem was Taßaen Hojey, en zijn Chan of
Heer Soldaen Kontafiy genoemt. Di e Chan
had dezen Gezant aen zijn Czaer fche Ma -
jefteit afgevaerdigt, tot onderhouding van
onderlinge vriendfchap. Het gebied van
dezen zijnen Heer , zoo hy zeide , is tamelijk
groot. Men woont 'er ten deele in
Hutten , en ten deele op 't V e l d , zoo
lang hec Gras duurt- De verblijfplaets
van dezen Chan was van Tobol, zoo hy
zeide, v y f t i g Kameel dag-reizcns afgdegen,
konnende een Kameel da egs a chtmy -
ien af-Ieegen.
U i t het gebred dezes Chans , tot in
Sina , zoude men in twee Maenden können
komen , reizende door het Land der
Mugalen-
Deze Mugaelfche C h a n , zoude bykans
honderd duizend man , alle met Pyl en
Boog gewapent > te Velde können brengen.
Hy bragt met zieh ecnige Koopmanfchappen
, ter waerde van vyf t ien
duizend gülden , zoo men zeid , beftaende
in Sineefciie Stoffen en Eddege f t e enten.
Hy was zeer verwondert ovcr het
zien van eencn grooten Spiegel : ja zag
ach-
T A R T
achter de zeh'C om , o f d e beeiden , die
zieh daer in vertoonden , ook van achteren
te zicn waren. Hy noemde den Mos -
kovifclicn Czaer , den groot en , verfihrikkelijken
en luiiten Ci^aer. Hy zeide , dac
hunneChan wel cer de voornaemfte onder
alle Mongaeifche Prinzen of Vor f ten geweeft
was j doch dat lieden de Czaer of
Chan van zckerc Voiken fuminskt of fungaerski
(•miffchien is Niuche alzoo by hun
genoemt) met de winft of aenwas van Kirai,
ofSina, demagt igf te van al de Mu -
gaclfche en Kalmakfche Chans was geworden.
Deze Gezant was zeer leclijk en afzienlijk
van we z en, had een breed en plat
aengezicht, hoogekaken , en fchedc toegenepen
oogen.
Het fcheen uit het verliael dezer lutden
, dac de Mugalen en Kalmakken
veeltyds door malkandexen zwerVen : ook
dat de nacm van Ka lma k , in het algemeen
, by veelen aen ^iugalen en Kalmakken
eigen i s , en dat de Mugalen zieh
mede wd Mugael fche Kalmakken laten
noemen.
Taboenoct , is een pLiets of gewef t
Moegalen L a n d , nict wy t van daer de
Katouchta zieh mceft ophout > alwaer een
Heer, geuacmt Satfitn S.iberden.i het gezag
heeft , daer is een ftoeterye van Paerden,
Deze Vovft haddc wel e e r , een vredeverbond
gemaekt met hunne Czaer fche Ma -
jefteiten Gezag-hebber tot Selenginskoi,
Iv.tm VLijfäf, maer heeft het verbroken,
door zijne ftroperye; Hy heeft veel Zo o -
nen.
In 't Jaer iö86' is 'er oorlog ontflaen
tuiTchen ^rßaroißunchan , groot Moegaels
Vorft , en den Kalmukfchen Boeßaecktichan.
Ho ewd deze Prinzen wel een
Maend reizens, met een Leger te Paerde,
van malkander leggen : de reden van
den cwi f t , zeide men te zijn , om dat de
Kalmuk in 't Moegadfche Land was gevallcn
! zommige afgdegene Moegadfchi
Taizen hadden zieh by de Kalmukken gevoegt.
Vede der Moegael fche Vorf ten zijn gewoon
aen den Eochdichan, of Keizer van
Sina fchatting te betalen » in wi t te Kamelen
, en wi t te Paerden.
D e Bußichtichan heeft te meermalen .
(zoo men ber icht ) hunne Czaerze Ma -
jefteiten aengeboden , zoo z y den Smeefih
en Moegacl aen wilde Valien , aen de zyde
van Nersunskoi, en daer omt r cnt , dat
h y als dan met zijne Kalmukkfn de zelfde
Volken van de andere z yde wilde op het
lijf ftorten , onder hoope van goeden uitflagi
dit Vo l k ücfent zieh nii vlyt ig in de
A R Y E. 227
Krygs-kundc. fl^ryden in reycn en gdede -
ren, 't geen voormaels ter dier plaetze niet
plagt te gefchieden : zy maken zclve nu
alderhande fchiet gewe e r , daer en tegen
de Moegalen, vecliten byzonde r , en ongefchikt
door malkander.
Het geviel den Tar ter - Sineefcheri
Keizer onlangs niet wel , wanneer de
Heer Tsbrands > Brieven in Peking, uit
Moskou bragt , dat zijnen Naern met
geen güldene letteren gefchreven was i
zoo als die van hunne Czaer fche Ma -
jefteiten : gelijk mede niet aengenomen
wierd een Br i e f , beginnende den Bogdochan
f chryf t van boven na beneden , aen ,
enz. We s , mede gebragte Gi f t en te
rüg quamen , en ook geene aengenomen
zijn.
De Moegadf che Volkeren die ganfch
geen fmaek van het Mahometsdom hebben
, zoude zeer gevoeglijk tot het Chr i -
ftendom können werden g ebr a g t , want
z y zijn leerzaem , en hellen zeer licht na
goede onderwyzinge.
D e Sineefche Koning doet veele der
Moegalen zieh neder zet ten, binnen de
Muur van Sina, met al haer V e e , en
Hutten , daer zy zoo v e d open lucht ,
ruimte , en vryhei t niet hebben , als in
de Bui t en-muur f che Woe f t yne , waerom
zieh vede onder de befcherminge
van hunne Czaerfche Majefteits ' Steden
begeven , driegende in den Jaere
, een getai van t ien'of twa d f dui -
zend Man , met Vr ouw en Kinderen ,
zieh onder der Ruf len hoede te ftellcn ,
en na by de Steden in Dauria zieh neder
te zetten.
Mergen Achat, is een Moegads Vo r f t ,
die zieh in den Jaere 1688 , met zijn
Kinderen , in vrywiJlige onderdanighei t,
van hunne Czaerfche Majcfteiten heeft begeven
, begeerende aengenomen te wer -
den in het Chriftelijk G d o o f : deze Prins
hielt zieh toen eiders, achter het Baikalfehe
Mei r op.
Het is by de Ri v i e r Tole, daer zeeker
Moegaelfciie Vorf ten , op hunne
eigen Ei i - k n d e n woonen , welke zieh
mrde als boven , onderdanig hebben g e -
ftdt.
i^h 06k de Taboenoetske, Borankoßt en
Oetoßßne Saifanen , zijnde Moe g adf che
Saifarien en t Taifin , niet verre gelegenf Piiaien,
van de Vef t ing Oedinskoi, omtrent de Witanfche
verlaten.
He t i s a enme r kdi j k , dar als ment e r e i -
zen he e f t , zoo in Ka lma k k e y e , Moe g a -
len Land , Dauria , en de geweften omtrent
de Vl l e t Amur , dat men altoos zijn
.leeftogt mede voeren mo e t , zoo als men
F f i ' " me