I F
s u I N L E I D I N G.
datmcn den Dalay Lama aangedaan liad vemoiiien Iiebbende, en door Cha.
fliktu aangezet, zoná boden aan dea broeder van Tucbukiu om lieraelling van
eer, doch deze ílelde zich aan het hoofd zyner Benden, nam Cbafuhu gevangen,
endeedhemten eerften verdrinken, en doodde de voornaarafte Bevelhebbers
en Voisten; liier uit ontttünd eenen zwaaren Oorlog, in vvelken de
Kalkas door de Ehths veiflaagen wietden. De Lama zag zich genoodzaakt
om zich aan den Keizer vaij China te onderwerpen, om niec in de lianden
van den Dalay Lama te vallen; de Keizer nam hem onder zyne befcherming,
waarop de Ehtbs tegen China, te VeUe trokken; de Moagollen onder den
Keizer dienende iloegen zich digt by den Chimefeben Mimr neder, alwaar de
Moncbioiix ter hulpe by kwamen; na verfcheiden Veldnagen wierden de Eluths
in 1697 te onder gebragt, en de Keizer Ka«gbi bleef overwinnaar van de
Elatb en Kalkas Taíaarat.
De gtdaante, zejm m gmoontm t/er KALMUKKEN « MONGOLISCHE
Volkerm.
Zo bezvvaarlyk als het is, onder zo veele vermengde Volkeren van Emofa
eenigermate vaste kenmerken uit de gezigtstrekken genooraen, op te niaaken,
zo gemakkelyk laaten zich de Hoofd Natien van Aßcit op het eerfte aanzien
onderfcheiden: de groote rede hier van is, zegt de Heer PAL-LAS, dat zy
zich zelden door Huwelyken onderrcheiden. Ik beken dat dit onder de wilde
Tataarfcbe Volkeren ten deele doorgaat, doch de befchaafde Chimezea,
hebben een geheel ander wezen en trekken cian de Tataareti, fchoon in de
Maos echter het Tataarfcbe kroost kemielyk is; en van de andere zyde ziet
men de Türkin en tcrfmantn door de Circasßfcbe en Mingrdijcte Vromven
fchoon geworden; en 'er is niets van het Tataarfcbe uit welke zy himnen oor.
fprong hebben overig dan hunnen zwarten baarJ en hair. Doch het ilaat echter
vast dat de Mmgollers van de gewoone trekken van het Menfchelyk aangezigt
zo ver afwyken, als de IS'egers in Africa.
De Kalmukkm zyn Over het geheel genoomen van middehnatige grootte, de
Vrouvven zyn klein, cu fyn van leest, en deivyl zy de opvoeding van hunne
Kinderen alleen aan de Natunr overlaaten, vind men 'er altoos iterke, welgemaakte
gezonJelieden; het eenige gebrek is, dat zy veeltyds en meest alle
kromnie heenen hebben, het geen uit de gedaante van hunne Wiegen, en
van hetvroeg en altoos te Paard zitten voortvloeid. Zy zyn dik van hals, doch
rank van leden, en van Natuur vry wit; maar de Mannen, geheel naakt in de
heete Zon en in den rook van hunne huttenomzwervende, worden geel broin.
De Vrouwen zyn zeer blank , en onder lieden van aanzien vind men fyne redete
wezens, die zeer blank en rood zyn, dat door het zwarte Ilair nog
racer uitblinkt : zy gelyken daar in en 00k in wezenstrekkcn veel na de
Cbineejcbe Vrumvenbeelden, welke ons in Porcelein geboetzeerd, o f o p rollen
papiers gefchilderd overgezonden worden. De algemeene gezigtstrekken
der Kalmukktn zo als dezelvo door de Wisfionarisrcn, en andere Reisbe-
Ichry.
I N L E I D I N G. a i r
fchryvers opgegeven zyn, zouden zeer wanilaltig, ja vreeslyk zyn ; zommige
zyn ook inderdaad ten uiterfien leelyk. Maar in het algemeen hebben de
gezigtstrekken der MongoUers iets zorgeloos , vrymoedigs, en gezelligs; 'er
zyn onder de Mannen en Vrouwen veele ronde en aangenaame Vhyfmnomiett,
en onder de Vrouwen fchoonheden, met zulke inneemende gezigtstrekken ,
dat zy zelfs in Earopa vervvonderaars zouden hebben ; en fchoon zy , gelyb
alle de Vrouwen van het Oostelyk gedeelte van Aßen , afwyken van het
Griekscb Ideaal, door het beloop van het Voorhoofd en den Neus, echter toonen
zy, dat het l'choon van een Vrouwen aangezigt aan geene vaste regels verbonden
is. In het algemeen is het carafteriftike van een Mpngolifcb gezigt de
na den Neus fcheef opwaards loopende ooghoek, de fmalle zwarte weinig geboogen
wenkbraauwen, cene kleine, breede, platte neus, of gelyk de Franfchen
het uitdrtikkcn un nez Camar/l, de jokbeenderen uitfteekende en wat
verheven, een rond gezigt en Hoofd De oogen zyn zwart, de Uppen dik
en vleefig, de ooren groot, en ver van het Hoofd afrtaande. Het is ook aanmerklyk,
dat 'er uit de vermenging van Rusjen of Tataaren met Kcilmtikken
en Mongollen^ gemeenlyk K-inderen met fchoone en aangenaame gezigten gebooren
worden ; het zy de Vader of de Moeder een Kalmuk zy. De Kinderen
Integendeel van Kalmukfcbe of Mongolifche Vader en Moeder, zyn van hunne
geboorte tot hnn agtfte of tiende jaar , zeer lelyk gezwollen en als kwaadzappig
iCacQcbemiscb') tot dat merde aanwasfende huwbaarheid alles uitgroeid,
en dan worden zy na onze Eurcpifcbe begrippen fchoon. Het zwarte Hair
is zo gemeen by die Volkeren, dat de Heer PALLAS nooit een ander zelfs
met geen bruin hair gezien heeft, dan alleen een Kalmuks Meisje van vyf jaa*
ren, dat blond was; en eens heeft hy een Uurat met bruin hair gezien; zelfs
Kinderen uit Buratfcbe Vrouwen en Rusßfebe Maus, hebben pik zwart hair,
en de gezigtstrekken der Moeder. Uit dit kortelyk aangeteekende kan men
oordeelen , welke ftaat men maaken kan öp de afbeeldingen in veele Reisbefchryvingen
en inzonderheid op de anders zo fchoone prentverbeeldingen
in de Hirtorifche befchryvingen der Reizen. Welk een gewigtig tafreel leverd
dit verder niet op voor den Wysgeerigen Natuutkenner, en hoe worden
daar door LAVATERS Pbyßcgnomifcbe dweeperyen den bodem niet ingeflagen
Alle de Mongollers weinig baardSjhunreuk engehoor zyn '
ongemeen fcherp, en zy zien zeer ver ; het geen hen van ongemeenen dienst
is. Veele Kalmukken kunnen wanneer zy een Vosfen of ander Dierenhol rieken
zeggen, of'er het Dier in is, dan niet, en wanneer zy met het eene Oor op
den grond liggeii kunnen zy van zeer ver het getrappel van Paarden, en de
afftand van een Leger hooren. In de Expeditie die de Torgotjcbe Vice Chan
Ubafchi tegen de Kuban/ehe Tutaaren deed, zoude hec Kalmukfcbe Leger
verilagen geweest zyn, indien een geineene Kalmuk op een aflland van 30
wersren, de ftof en den rook van het Kuhanjche Leger niet gezien had, fchoon
de Ruifi/cbe overfte Kifcbenskoi zelfs met eene goede verrekyker niets gewaar
witrd. — Hun zedelykbeftaan is, door alle Reisbefchryvers zeer ten hunnen
naia)
Zelfs kau men nie dezerondheid het Iloofdvan een Cahnuk kennen., die Iiet agterhoofd
zo uitlleekend iitcc Uebbeti, uls jindcre Vollccren» Ik heb zulk een I'IooFd gezien liy den wy*
ICH Hooggel. GAUBIUS en op de Ondecdkamer IZ Leiden, eo bemerke dat hoc vetfciiii Biet
andere I-loofden zeer aanmerkelyk is.
D
- t