f f ,
k
i !
3ii N O O R. D
^^¡tw^dnaemt, geheerfcht heeft in'tKykTenduc''
toÖitL "daev in koraen alle de geleerden mi wcl
foeof""" » ^^y voorgaende heb.
bcn aengewczen : maer waerom hy aizoo
is genaemc geweeft , daer toe brengen zy
Wd vecle oorfpronken by , maer alle fteunende
op enkcide giflinge , en geen bewys
van eenige Schr y v c r s , want zy melden'er
niec een , die z e g t , dat dezen Chriften
Konink, van den Perfiacn of zijne O)
danen , mec eenig diergelijk woord betekent
woi'd.
Die wy z e r zijn , houdeii 't daer
dat het gerucht van zoo grooten Konink
is gckomen , ter ooren van de Europeanen
, welke in de Oofterfche Landen handelden:
en daerom zoeken zy d'oorfpronk
van die naem in de Perfifche Tale. Scali.
gtt meint dat dien Konink Friflegiam ,
dät is te zeggen , Apoftolifch is genaemt
geweeft , welk gevoelen zeer veel Ccleerdenookliebben
aengenonien: ma e r ' t z e l -
ve is niec alleen onvolmaekt , maer ook
ftrydig met d'cigenfchap van de PerfiaenfcheTale.
Want die Menfchen , welke in de Oo.
fterfche Landen deze name eerft hebben'
gehoord, hebben niet alleen het enkel by.
voegzel ^poßolicHs, maer te gelijk een
Eernam Ch.i» of Shnh , dat is Konink
daer door ^-erftaen , als namentlijk Shah
Frifleja». Den Apoftolifchen Konink, gelijk
in "t Wef ten den Konink van Spangien,
niet alkenlijk Cathoiijk , maer Ccftholijk.-
fihen Konink genaemt word. Frißan en
Frißaden , betekent wel in de Perfiaenfche
Tale , Zenden ; maer de Perfianen gebnüken
voor 'c woord Apo f t e ! , een Arabifch
woord , gcnomen van een .<Ethio-.
pifch woord Hj w A i j a , dat is een Apoftel.
Maer de Geleerden ontkcnnen dat het
woord, waer van Scaliger gewag mackt
na de eigenfchap der Pcrfiaenfche Tai e
van Frißan herkomftig is.
Frißade betekent by de Perfianen wel
eenGezant, Eng e l , Apoftel , ofaldei
•Adi«aivaJei Afge zondene , raaerde * bygevoegde
naem gevende woorden , welke van zeJfjs^
fljü- ftandige § woorden afkomf t ig zijn , nemen
aen in' t einde, in, zoo dat men zegt
Fnfladin: want Frißagan of Frißegiani, betekent
niets: maer Frißadagm is het mecrder
getal van Frißade, daer en boven zegt
men nu gemeenüjk niet Frißegnn, maer
Freße , 200 dat Befpierim dit gevoelen wel
le recht verwerpt. En aizoo komt ook
met een te vallen 't gevoeien van Hornius,
die op boven geroerde plaetze van het
woord Preßegar wi ) , dat het zelve in de
crtLo- ^"fiaenrche Tale betekent Euangelifch of
doxum. recht-zinnig.
cn O O S T
Ook gevalt my de uitlegginge niet van
Golm, de welke meint , dat die naem daer
zijn oorfpronk van heeft , dat de Oofterfche
Handelaers verftaen hadden, dat dien
Konink , van de Perfianen na hare fpreekwyze
wierd genaemt , Preß^ Cha», cn
dat zulks betekent Heere of Piince der
Slavcn , dcwyle de Slavcn van der Habeflinen
volk de bekenfte zijn van 't geheele
Ooften. Ik meine zeid h y , C wW hy
derft het niet vaft ftellen) dat hy van de
Perfianen hedendaegs zoo cenaemt wo r d ,
of is genaemt geweeft. ^
Zoo dat het maer een giflinge is van dezen
voortreffeüjken Man , welke geen
plaetze kan hebben , om dat zoo wel t ot
NegMcnm, Konink van Afrika, maer geenzints
tot den Afiatifche Pnep Jan, waer
van tegenwoordiggehandeltword, opzicht
kan hebben : daer en boven is deze benaminge
veel oude r , als dat ze der Habeffinen
Koningen zoude kennen toegepaft
worden , als welke in die tyden zoo beroemt
niet en was by de Europeers in ^ßa,
wanneer de naem van Paep fan eerft irt
zwang ging: nochte waren ook de Habef -
fina Slaven in de Oof terfche geweften ,
tcren ter t yd zoo gemeen ni e t , als wel na
de Adelenzer kryg. Maer de Portugezen,
als z y deze naert gaven aen den Afrikaenfche
Komn k , hadden zulks niet van de
Perfianen gehoor t , gelijk Golms gemeint
heeft , maer hadden zulks afgenomen uit
eenige oude verteJlingen, als z y na Indien
reifden , om hem te zoeken , en verftaen
hebbende dat der Habéí ínen Konink een
Kriiis dr o e g , en een Chriften wa s , hadsn
zy hem deze naem toegepaft.
Maer w y komen weder tot BefpleriUs ,
ZOO even genoemc: deze brengt te voorfchyn
een nieuwe , en tot noch toe ongehoorde
ooripronkofherkomf te, namentlijk
, dat Preße fan in de Perßfihe Talen
betekent zoo veeJ als Frefchteh fehan , dac
IS een Engel des Waerelds , zonder eenig
reden of oorzaek, als dat hy z e g t , dat
den Gfootén Mo g o l zieh noch noemt
Shahfean, dat i s , Konink des Waerelds,
en dat dezen bezit , een groot gedeelte
van die Landen, welken den Afiatifche
Paep Jan voor dezen bezetcn heeft , en
dat waerfchynlijk hier door komt te gebeiiren,
dat hy dat wo o rd hoewel
onrechc heeft behouden. Welk raedzel
mijn al te wy t fcliynt g e z o cht : ook zoo
is het dat den naem cens Engel op
Ko.
nink niet wcl en paft , wofd niet
Frefchteh , maer Preße gezegf.
T e recht berifpt hy Schindlern!, de
welke in zijn vyf tal ig Woord-boek, onder
het woord Singit z e g t , dat Preß in de Perfifchc
T A R T
iifche Tale betekent een Konink, en ook
een Apoftel of Gczondene.
My dan, is geen uitlegging dezes woords
eenvoudiger en eigcnder voor gekomen,
als van den treffelijkcn ^ndreM Mulerns
van GryiFenhagen; deze hceJt my duidelijk
vcrhael t , dat Preßer Chan , zoo veel
beduid als Piince der Chr i f tenen, o f d i e
acnbidden , gelijk of men zeide , biddend
Vorft of Bid-konink : en nademael hy dit
zijn gevoelen , na dat mijn Gefchiedenisbcfchryving
al in "t licht was , door zijn
brieven heeft beveftigt , belijde ik nu
gaerne> dat hy is de eerfte uitvinder van
het zelve, want die uitlegginge van woorden
zijn de bef te, welke niet alleen met
de eigenfchappen van de fpraek, maer ook
van de gefchicdenifie, en rechte gefciiapenheit
van de zake over ccn komen: dat
nu Preßer Chan een Konink geweeft is der
Chriftenen, hebben w y in boven geroerde
pketzen genoeg gezegt. Du s verre LHdolß.
Het is in 't R y k Tangut een plichtples
i n i i . dat de Vr ouw van 't Huis , als
z y den Gaften drank infchenkt, drie ftukjens
Boter aen de kant van de Kan fmeert;
•t welk de geen , die dr inkt , daer na aen
zijn voorhooft ftrykt.
Doch een grouwelijke wy z e is aldaer
onder zommigen : te weten , dat zy den
gcene, die op 't uiterfte of fterven leggen,
op 't Veld brengen , en aldaer laten fterven
, en , ten roove en aes der Dieren en
Vogclen , laten leggen , meinende , dat
het ecrlijk i s , een levendig gi-af te k r y -
gen : te weten , in de lichamen der V o -
gelenen Dieren.
Als men tenZuide v ande g root eMuur ,
die Sina van Tartarye fcheid , uit de Sinefche
Stad Sining treed , en na het Koninkryk
Tmgui of Barantola rei f t , moet
men de Woe f t ync Kalmak^, anders Samo
tr\ Lop, met de Karavane, door t rekken.
Deze Wo e f t ync is op zommige plaetzen
bcrgachtig , en op andere een zandige
vlakte, die onvruchtbaer is , zonder
Gras o f v c c l Gcdierte : behalven Leeuwen,
T y g e r s , Beeren, Wolven en wilde
Stieren; hoewe l ' e r zoo hier en daer Ri -
vieren zijn , welkers Oevers groente voor
het V e e , dat daer längs gedrcven word,
verfchaficn.
De z e l v e Woeftyne-hccf t zijn oorfpronk
uit het binnenfte van Indien. Zy wor d
doorreift van omher zw er vende Tartaren ,
volgens bericlu van den Jeziiit Gruber ,
die voor weinig tyd , uit Sina na Indien,
de reize door de zelve heeft gedaen. Ui t
Wiens brieven , onder de fchriften
TlKvenai g e d r u k t , mede te zien i s , dat
R
Lajfa gelegen is op negen en twintig gra»
den : cn vier dagreizens van daer de Ber g
Langur l e i t , die zoo hoog is , dat men
aen den top komende , naeuwelijks adem
halen kan, cn des Zoraer s , wegens de
vergiftige dampen , quaiijk te bereizen is.
Men gaet'er te voet over.
Zoo haeft als Cruber over de groote Sinefche
Mu u r , en de Geele Rivier getogen
wa s , ontmoete hy de Woe f t ync Kalmak
i die zonder fterke Karavanen . verids
de aenrandinge der Tartarifche Hor -
den , niet te bereizen is»
De Lam.ti, of Priefters dezer Tar taren,
dragen een rooden Ho e t , met een wi t t e
R.ok, achter om gedraeit, daer onder een
geele Kaftaen , waer van een Beurs aen de
band hangt. Hem quamen Tartarfche
" uwen v o o r , die grocne Rokkcn , van
Schape-vachten , droegen ? en Mannen^,
die ruige Rokken aen hadden. De z e
hadden iets om den hals hangen , 't geene
zy gcloofden hen voor ongeval te beircn.
De Hut ten van dit Vo lk zijn binnenlerts
van berdekens . en buitenwaerts
n Ve l l en en woi gemaekt.
In 't Ho f van Tangat zag hy Hovelingen
, die als Wy v e n gekleed waren, doch
met een Mantel omhangen.
Het R y k Marmga is den Rj ' k e Tebit
ingelijft, en des zelfs Hoof t - f tad Hadoc
genaemt. Hier hoorde hy namen van
Francißus, Anihonius, enz. noemen; zoo
dat het daer uit mede fcheen , of wei
Chriftenen aldaer bekent zijn geweeft.
In de drie Maenden , die Gruber door
de boven genoemdcWöef tynerei fde, ontmoete
hy weinig Menfchen, ook geen Ge -
vogelte, maer veel wi lde Stieren, Beeren,
Leeuwen en Ty g e r s .
Als dees Jezuit drie dagreizens aen deze,
o f d e We f t z y d e , over de groote Muur
was g e k omen, ontmoete hy het Meir ,
Kokonor ^tno-cmu De Geele Rivier krygt
aldaer zijn oorfpronk. Kokpnor is op "t Ta r -
tarfch oroot WMer ofgrooie Ahir gezegt. .
Van daer quam hy in 't Landf cb^ Toktokai,
dat bykans woeft en onbewoont ,
en ook zeer onvruchtbaer is. Men ziet
daer geen Menfchen , als Hechts weinige,
die een arm leven , onder Tent en, leiden;
De Vliet TokLokay befprengt dit Landfchap,
en geeft aen het ¿elve dien name. De z e
Rivier is zeer f choon, en zoo breec als
den Donami/, doch ondiep.
Wanneer hy dan van daer rei fde, en het
Landfchap Tangut door getogen w a s ,
quam l iyin ^em' i , , een zeer bcvolkt Landfchap.
' S s 1 De