m
Via I N L E I D I N G.
. v # !
râi-
\i
fl
was wel gedoofd maar niet uitgeblusclit, de oude veete henees lüt den «ich
onder welke zy geduurende het leven van dien grooten VoBt gefnieuld had;
de dnncijtn deeden han vüordeel met deze verdeeldheden, en deeden eerst
de eigentlyfce Mongolien , en naderhaild de Dor bon Ocra! , onder hunnea
Scepter buigen.
De naam Dor bon Ocrat zegt in het Mongoli,ch de mr mriotidmeiAeze waren
vier Hoofdftammen: Aiht, Choit, Tammui ea Sorga-Barai. De Jitot
zyn in het Westelyk Jfien en Europa onder den naam van Calmuklm bekend.
Volgens eene onde Volksoverleveting, zoude een groot en magtig deel derzelvc
tegen het Westen tot in Kkin-Afim veele Eeiiwen voor Tfihingis Can eenen
- Veldtochtgedaanhebben, en agter den Cmr a/ai verlooren gegaan zyn. Zeer
waarfchynelyk ziet dit op den optocht der Hunnen, te meer daar Ammi * .
K US ÍMa R c E !.L IN IIS de Hunnen befchtyft,als een lelyk en ongebaard Vo l k ,
dat in het Nooiden van China K hllis hoord, het geen op geen ander Vo l k ,
als op de Mongolien, Buratten en Tanguzen toepasfelyk is. Het overige, dat
m groot J-artóO'Mgebleeven i s , wietd van de Taiaaren Cbalimack , te rüg
gebleevene, genoemd. Zy liooren zieh nog ook gaarne Cbalmuk noemen, fchoon
de naam van Acht huiine eigentlyke naam blyft. De Cboit o f tweede
hoofdrtara is door Ooiiog zo verftrooid dat ze (behalven het overfchot, dat met
de Songaarfche Calmukken vereenigd is, en een gedeelte, dat door de Bucharifebe
Steden en Tbibet verftrooid is) , geheel verlooren is. Waat de
Tammut gebleeven zyn, weeten de Calmukken zelfs niet , zy gelooven, dat zy
sog ergens in Oostelyk Jfien voorhanden zyn, en dat zy door een dwaalende
gees t , die de keeiende en trekkende Horden dikwils wegvoerd, verre heen
gebnigt zyn. Nu is "er tusfchen de lUvier Nam en den Cbineefehen Muur .
dus m het Oosten van Mongolien, een Vo l k , dat op de aineefche Kaarten den
naam van Tammut draagt; het geen dus waarfchynelyk dit Volk i s , en dus
tot de Munguu! Tataaren behoord. De Vierde liam is de Sorga Surat
die ten tyde der onrusten onder Tftbingi, Can in het Gebergte byhe t IWeir
Baikal vlugtte. Deze ftaan onder het gebied van den Rusfifchen Scepter
zints dat Siieriea door de Rusfen in 1695 veroverd i s , en men de grenzen
met bepaald heeft.
De eigentlyke Mongolen, onder welke het geheele ovetfchot der in het
jaar .368 uit CUna verdreeven macht begreepen i s , behooren voor 't grootfti
gedeelte onder Cbina, en hebben zieh zints de verllooring van de macht der
Songaaren, en de herftelling der Vrede in de Mongolky, van de grenzen van
Daurten ^u de Rivier Naun, tot aan de So-gaarßbe Woeilynen en Tanga,
«ngebreid; en er isthans byna geen onderfcheid tusfchen de geele Mongolien
(Scbaara-MogolO en de Kalkas Ta,aar en & door voorheen ona fhange lyt
Ct a g e r e g e e r dwi e r d e n , doeh in 1783 onder de heetfehappy k L
men. Een klein gedeelte woond in Oost Siberien onder het Stadhoudifchap
van Irkuzk, en aan het Zuiden van Sekngin,ki. Doch de geheele Stam de.
egK Mongolen bedroeg in flegts 5713 teydbaate mannen.
De Calmukken of JHo, . die haar oudfte woonplaats by de Koko-Noor
iwaauwe Ze e ) en Tibet zeggen gehad te hebben , worden als eene talrck
Kaue in vier hoofddeekn verdedd:de Chofcko^^à, D . r k r , S o o . . . a r e n Tor
i i e ik, eil de iiaain d'o/cboi zegt zo veel als eerite Krygsheld; en zy geven
I N L E I D I N G. I i
omdeze reden zieh denrang boven alle de andere Horden, a ) de Songaar an Derbet
zyn eene Stam geweest, die zieh onder twee oneenige Vorsten verdeeld he e f t ;
de Songaaren trokken na het We s t en, cegen het Maisch gebe rgt e , en de
Derhet bleeven aan de blaauwe Zee. De Songaaren voerden in het laatst der
voorige en in het begin van deze Eeuw bloedige Oorlogen, met de Cbofchot,
Derbet, en Cboit Taiaaren, als ook met de Chineeze», die dat heerschzugtig
Volk ten onder bragten en verftrooiden. Voor dien tyd konden zy 50,000
man (de Derbets medcgeteld) uitmaaken ; raaar thans zyn 'er geen 2 0 ,oco
meer overig, en deze llronden onder Chineefcbe befcherming j doch behooren
zints 1782 meest onder de Rusfifche oppermagt.
De Derbets y weike voorheen aan de Koko-Noor woonden, ontweeken de
Mongolifcbe onlusten , na den Irtifch , en deelden zieh in twee hoopen, vvaat •
van de eene zieh met de SongaarJche raagt vereenigde, en in hunne rampen
deelde; de andere woond thans nog aan de 'jatk, is 5000 Familien f l c rk, en
ftaat onder zyn eigen Vorften. De Torgois hebben zieh laater tot eene
Horde gezet, zy leefden ver van de Songaar ¡che twisten aan de iteppen van
de Wo}ga\K\ vreede en overvloed, onder hunne eigen Vö rden, en waren 50 of
«5o,ooo man flerk, waar van 'er thans nog 6 of 7,00c aan die Rivier overig
zyn, de andere zyn door elende en geweld onder de Kirgifen verlooren.
Eindelyk vinden wy hier nog dé Buratten of gelyk de Rus/en dezelve noemen
de Bratiky Taiaaren, die thans nog een talryk Volk uitmaaken. Zy woonen
in de bergägtige ftreeken ten Noorden Bjikal en wierden door de overwinnende
Wapenen van Gengis Can, of eigentlyk Tfchingi overwonnen. ].)och
na dat de Mongolifche heerfchappy haaren Zetei in Cbina vestigde, ontiloegen
zy zieh van die Regeering. Thans ihan zy volgens de met Cbina geüooten
grens - traftaaten ten eenenmaal onder Rusland en maaken de talrykile Heiden«
fche Natie van het Stadhouderfchap van Irkutscb uic. Zy hebben eerst in deze
Eeuw de Godsdiensc der Lama's en ichryven geleerd. Dewyl zy dus geene
fdiriftelyke berigten hebben, kan men van hunne" oude gefchichten niets te
weeten komen ; doch de Heer P a l l a s heeft by de Kalmukken veele Mongolifche
gefchreeven ßoeken omirent de Kalmukken ge von den, ook vind men
in de Chineefcbe jaarboeken die door Pater Getbillon en du Halde iiitgetrokken
zyn veele van hunne gefchiedenisfen; doch deze alle beginnen alleen met den
tyd van Gengis Can-, alles was'er voor dien tyd bekend i s , is fabelagtig.
is wel een wydlopig ^^lrtorieboek geweest onder de Chanijche Turgoten , dac
van Gengis Can af tot op eenen Adam-oche l iep, doch volgens het geen de
Heer P a l l a s kan gewaar worden zyn het r^/tfr/yc^eFragmenten. Een geestelyk
fchi i f t , dat de uitbreiding van het Scbigi mmifcbi bygeloof bevat , klemc
tot op den eerften Waereldbeheerfcher AUondu Vtrgödjchikfun Cbjn , deze
k e f d e , volgens die Fabelleer, roen de menfchen nog 8 o , c c o jaaren leefden;
doch in een ander Boek de í tómer genoemd, vind men eene betere rei van
Mongolifche Vc r l l en, tot op Gengis Can, doch echter ook fabelagtig : volgens
hetzelve regeerde de eerite Mongolifche Vor s t , toen Scbigimuni ten hemel voe r ,
het geen 3250 jaar voor de geboorte van Gengis Can gefchiedde , deze Schi'
gimuni was de Zoonvan een' hemelfchen geest. Men vergelyke nu die fabelag.
tig vevhaal met het geen ons de Openbaaring leord van het lang leven der
eerile Menfchen en het verhaal, dac de Zoonen Gods de Dochteren der
Menfchen aanzagen en tot hen ingingen, dat daar uit Reuzen en ÜJannen van
C iiaa-
%