N O O R D
: nae hct Oof t en uicfcliicten , ) or
I alle dagen zieh op de J a chc te
leggcn. D c K e i z c r , dan , koos dr i e dui.
zcnd Krygsknechcen , ui t de ge ene , die
zyne zyde beftiunvden , cn alle mec Py l
cn Boog gewapent waren. Di e breide h y ,
ten wede r zyde , in een zeer wy d e kring
o f kroon iiit , mec de welke liy deze Bergen
omringen deed. De midde lyn des
krings was ten minften van drie Italiaenfche
mylen. Hy ftelde dan de Krygsknechren
op een zeekere ordre en affiant.
in den omt r e k van dcze kring , van malkanderen.
Op dar nu de orde , en even.
gelijkhcit van d^n omt r ek , niet z o u gebrokcn
wo r d e n : t ewe t e n j door l i e tvoor t -
gacn van zornmigelangzaemcnanderefnel »
paftcn daer voorname Ove rheden , ja ook
de Groot en zeJfs, die ook in de kring
vcrdeclt waren , naerftelijk op. Na de
plaecze , welke ieder in den omtrek te
bcurt gevallen wa s , trad ieder dan recht
voor uit : na malkandcren toe , 't zy hct
door Dalen of door Kreupcl-bofch wa s ,
oi' dat men over rouwe ruggen van Bergen
op klom : en niemand derfde ter rechter
o f ter flinker z y d e a fwyken. En a ldus ,
met het doorlcopen van Bergen en Da l e n ,
omringden zy alle de wilde Be e r t en. die
daer in begrepen wa r en, als mct een groote
kring van een net : en aüengskens nae
het middelpunt van den kr ing , ( dat
meeften t y d in een ruim d a l , ab een paelfteen,
o f e i n d van die J a c h t , vaft gefielt
was) naderende , verkleinden of trokken
die zeer wy d e omtrek van de middelijn van
drie my l e n , in cen anderen omt r ek van
cen kleinder middelijn van twee of drie
lionderd fchredcn in. En ftygende toen
elk op die plaetze van hunne Paerden
Cwant het ganfche Kr y g s h e i r v a n zevcnt
ig duizend Me n f c h e n beftond uit R u i -
c n O O S T
t c r s , cn daer waren geene voetkneciiten )
en zettende di ch t voec aen v o c t , en zyde
aen z y d e , omringden z y , met ccn diciite
drom van Meni c l i en, alle dcze wilde Beeilen
, die zy uit de fchiiillioeken van Bergen
en Dalen g e j a e g t , en na het mi d d c n ,
als in een n o t , gcdreven hadden. Zy joegen
de wilde Beerten, binnen den omt r e k
van die kleine k r i n g , zoodanig heen en
weer, dat die eindelijk, terwyle z y , met
geduiirig heen cn we e r te loopen , overal
uitgang z o c h t e n , en niet vonden, gehecl
vermocit en krachteloos op d'aerde neer
vielen, en toen byna zonder moeite of arbeid
gevangen wierden. Aldus h e b i k twe c
o f drie honde rd harten , behalven Wo l -
ven , Vollen , en ander wi ld Gedier!;e,
in den t y d van een halve dag , in dufda -
nige netten van omr ingende Menf chen bcr
flöten , gezien. Ik heb ook , in het verdcr
gelegen Ta r t a r y e , buiten het La n d -
fchap Ledo-tum , dikmaels meer als d u i -
zend Ha r t e n en Daflen , in den t y d van
een halven d a g , in dufdanige kring zien
vangen , die met zeer dikke troepen ,
lijk k u d d e n van Sc h a p e n ,
binnenrten rant van de kr ingloopende , als
van zelfs C t e rwyl zy geen uitgang vond
e n ) gevangen wierden. Ma e r T y g e r s
wierden , d o o r een byzonde r e wy z e van
Jagen , en me t ander flag van wapenen,
tot me e r dan zertig in ge t a l e , g e d o o d .
Alle deze en bezondere J a cht en , heeft
de Keizer g cwi l t , dat ik by zou woonen,
en my zijnen Schoonvader , met een byzondere
wel genegentheit tegen m y , aenbevoolen
, en dat hy , in 't dooden van
T y g e r s , en diergelijke wilde Beerten ,
eene bezondere zorgc voor m y zoiide willen
dragen , en niet gedoogen , dat ik in
eenig gevae'r Zou k ome n . Dies ik alleen,
onder alle de Ma n d a r y n s , wapenloos, cn
g f -
eefch Taiterfchen betfte Ncdeclindfcb« Gczant K«iz«r » wtid ildus ¡
Den Reizet zelf is ccn Mm vj« middclbäete Icngie , mild , defcif, en ontuggcLjk van
den kenbaer , zonder ecnigc uiitcrliikbsdeD , cn teckcnen van Msjcfteic, als die uit zijn
zedeo en veiiierzelen van d« »iele uitbiinken , waet door , zoo uit het wezen eenize ,
voiflen en Köningen , by oos oon gezien , zoo niet te boven ging , «en n
len fclieen om te heeifchen , doorkneet in veele , en vootnamentlijk in
nweit in liet oefenen van andere , w,er toe hy dagclijks , üs ook tot i .
bel^ermg hcm zeer let heitcn gaet , zoo voot als na de middag , gezctte im....
Deze Vorft om een »norbeeW vin veele dcugden , aen alle ándete te verfitckken
dienll veie.lt , d:e h» om zijn drift tot welluften niet licht , zoo het fchynt , zal a
begeerte tot meetdeiheir van Viouwen .den A— . ' .. _
Godsdienft , ondei de Grooten , die het opvc.„._
ÍS het zeggen van de Rooinfche Vadezs ,
. in de Dag-lijß vac de
vezen , ondet duizen-
Itateliike en Vorilchike
r«n eciiige oeugden IC leezen , alle
„ „ r Ä S a s s - , S S ,™:
de liandhavinge der Rykszaeken , weJkers
gewoon is te beHcden.
- ••c Chtiftelijke Godsgel^
k ook ^ zelve
haeie '¿egeeriijkÜeden . voor aììe Go^i'aènil" cRt'cÍ!''zoo
mecft het Euangclium gcptedikt werd.
gezegt omtrent de vyftig Jaer oud le zijn ,
.: — iiangende zwarie knevels,
, befchryft ß Voigt
:n . gcliik de .since»
n and;(i:n oiideifcli
H lUfui (U ia miucri , //« frti rptc ñc /«ni /« um iráimirei tjHi ji f")Ktiil rn Eh-
Il qifim CIniMU nefiHhaiic ¡U fojaißrt. ¡I a le vifut plein i ir iwaue' di Pelile w
peiiii „ la m.nure de, CUne«, U UH<h, hlle , & le du x,f>ge ¡en e.f/UUe. Il 4
«ricrei ir äam UM! f,n ta<«n (juthjHt iUfe fent le Maifire ir ¡¡ne ¡e diJhiiHi.
weinig meer ali van een middelmitisc geftalte , wat giove: als die getne inE^rw«
gemaeki te wezen , dodi wedci wciiiig tee idei als ecn Sincelch weiilt :e zijn , iiy
Il weinig gctiofTen van de Kinder pokjcs , hcefi een breet gczicht , kleine neus , en
tn , ceii Ichoone mond , en liei ondei aengcziclii aeiigcnaem . hecft een lieflijk gezi¡
n gebaeue , en in al zijn Iiaudcl , lets acn men ziet dat hy Mceflci is, cn
m
T A R T
genoegzaem di ch t by den Ke i z e r , en te
gelijk mct den Keizer , de hooge Bergen
re pacrdc op fteeg , en met hcm in de
fchuinc en ftcile Dalen weer af fteeg.
Kccrcnde d a n , na het iiitftaen van dien
zwaren arbeid , (alhoewel ik , na eenige
mocitc , daer toe fcheen gewent te wor -
den ) tegcn de laten n a c h t , na de T e n -
ten , was ik zoo v e rmo e i t , dat i k , na
hct afrtygen van den Pa e r d e , nacuwclijks
op mijne voeten ft.ien kon , e n , my op
hec Bed neder leggende., den gehcelen
nacht het gedruis der Paerden , gcloei der
OíTen, en geblaet der Schapen rondsom
de Te n t e n , zijnde in een dicpen flaep ais
verzoopcn , .niet iioorcn kon.
E n alhoewel ik veelmaicnditgezelfchap
des Keizers trachte t 'ontwyken , zoo heb
ik my evenwe l , zijnde door raed van
vrienden daer toe aengefprooken , ganfchelijk
niet derven daer van a f h o u d e n ,
vrezende da t de Kc i z e r , zulks vernemende
, het zelve qualijk mogt e opnemen j
dewyl de Keizer in der daed met e e n e b y -
zondere genegenheit tegen my dikwiis gezeit
h e e f t , dat ik hem altyd in zijn gezelfchap
, ja altyd naby hem zou volgen;
gelijk de geenen , dien des Keizers binnenrte
geheimniífen t o e v e r t r o uwt , en zijne
gemeenzaemfte vrienden z i jn, my zulks
uitdrukkelijk verklaert : en alie de Gr o o -
ten Ma n d a r y n s aldus des Keizers gemoet
, mywa e r t s uitgeleit hebben.
N a wy dan door deze wy z e van J a g t »
zonder ruft van eenen d a g tuflchen beiden,
omtrent vier honde rd mylen afgeleit hadden
, quamen noch eindelijk aen de Stad
Xin jam, waer in w y drie of vier dagen rtil
blevcn leggen. Alliier quamen de
nen ( d a t zijn die van het half Eiland ATon
a , ) en bragten aen den Keizer een levcndig
gevangen Ze e - k a l f , dat de Keizer
my deed veitoonen , vragende : of in onz.
e Europifche Boeken eenig ge^vag van àie
Vifch gemaekt •¡vierà ? En wanneer ik hem
a n t w o o r d e, dat in omu Boekerj te Peking
een Boeb. WM , dat de natuiir en degedaente
va» die t^ifih na 't leven uitheeldcn en verklaerde
, beval de Keizer a enr tonds , dat
Boek te halen. Na ik dan a e n o n z eVa d e r s
te Peking daer over gefchreven h a d , krecg
ik , in den t y d van weinige dagen , antwoord
, beneíícns twee Boeken , die de
Keizerlijkc l o o p e r , met ccn zcer fnellen
ren van Paerden , ais door de luciit vliegende
, aenftonds bragt.
Wanneer dan de afbecldinge van den
Vifch , in het Boek uitgcdrukt , cn de
verklaring van her S c h r i f t , met den aene
Vi f c h geheeUijk
A R Y E. i 8 p
beval de Vi f c h na Peking te b r e n g e n , cn
ít zonderlinge zorge t e bewaren.
I n den t y d van drie dagen , zoo lange
wy hier vercoefden , t ro k de Ke i z e r , mc t
zijnc Koninginnen , na de graffledcn van
zijne Grootvade r s en Ove r -grootvade r s ,
die niet verre van de Ho o f t - r t a d
af leggen.
O p den vyfden dag ondernam hy C beveelende
de Koninginnen in die Hoof t r t a d
te blyven , ) het overige van de r e i z e ,
buiten het Landfchap Leao-rum, na Oo r t -
T a r t a r y e , en q u am eindehjk na verloop
van veele dagen , en te gelijk na het flaen
van kríngen van Jagten , zonder o p h o u -
den , en zonder eenen dag over te flaen,
hebbende eenen we g van noch vier honderd
mylen a fge l e i t , t o t aen de Stad Kiri
» g e n o emt , gelegen neffens of längs den
Oever van de groot e Rivi c r , Songore gebeten
, welken hären oorfprong uit den
zeer vermacrden Berg Cham Fe' n e emt ,
die Zu i dwa e r t , eene rtreeke van vier h o n -
derd myl en , van de Stad Kiri» af l e i t , cn
;ezeit w o r d , me t zijnen kruin C'^icgeluurig
met Sneeuw bedekt leit ) tot in de
wölken te reiken. Hi e r om wo r d hy o o k
Cham Pé, dat i s , witte Berg , genoemt^
Het voorrte of voet van den Berg , is de
eerrte cn Voorvade r f che wortcl van onze
Oofier Ta r r a r e n : waerom ook de Keizer,
ter zelver uur e van zijne komrte , na het
rtygen van den Pa e rde , mi t gebogen knien,
aen den Oeve r van de R i v i e r , cn mct
driemael het hooft na de aerde te b u i g e n ,
en met het aengezicht na "t Zuiden en den
B e r g t e k c e r e n , den Be r g , als ecn Vo o r -
vaderfche Zetel, van verre geecrt hecft.
Aenrtonds daer na klom h y in zijnen di-aeg-
^ Zetel, die van Go u d blonk , en rondsom
met lyfwa cht en bezet wa s , en trad aldus
de St.id Kirin, latendc zieh van ieder
een zien : ja ve rbood , dat de Kr y g s -
knechten , des Keizers l y fwa c h t en , de
rondsom toegefchoten menigte des gcmecnen
Volks ( geUjk men aen hec H o f re Pekjng
gewoon is te d o e n ) niet v e n e van
hem zouden afkeeren : wa n t de geheele
B u r g e r y , zoo Mannen als Vr o uwc n , was
den Keizer te gemoet geloopen, en gctuigdc
opentlijk , met ichreyende
d e b l y d k h a p d c s g e m o e d s , die zy
le z y fcTiepte
i n ' t gezicht des''keizers, e n a e n f c h o uwde
h em, als of hy uit den Heme l op de
Aerdc nedcr gedaelt wa s : wa n t nooit was
diergelijke in de voorige eeuwen g e b e u r t ,
dat de Sineefche Keizer dufdanige Lande n
in perzoon bezichtigt had. DeKe i z e rwa s
ook zelf verblyd , d'opr echte genegente
e n q u a m , heit van die Volken t 'hemwa e r t s t'aende
Keize'r da e r 'ove r v e r b l y d , e n l f c h o uwe n . Hy beeide alle pracht van
A a 5 ^ í a -