' IK I
N Ö Ö R D
„wicrookvaten; eindclijk volgt de bare,
jjmet het lijk , onder eenen daer toe ver-
>,gülden liemel, mec hout zecrkonftigge-
,y werkt, mer cen zyde of ander kleed gc-
» dekt, door vele mannen gedi aegen, nacr
„ de ftaet van den overledenen mcde brcngt:
„achter het lijk voJgen de zoonen tevoer,
„leunendc op itokken quanzuis als ofze
„door drocfheid verflauv.cn. De vrou
„wen volgen daer acn, op een draegbaer,
„ daer toe van hout gcniaekt, mct kkden
„ of matten behangen, om nier gezicn te
„ worden. De graflleden zijn buiten hunne
>5 wooningcn tcgens eenen berg. De Zoonen
„ d i e buirenlands verreift zijn, mocten wei,
derom te liuis komen, om hunnen vader
j, de laetfte eere ler begravenis by te woo-
„ n e n , en te geeven. Zoo iemant in den
„ oorlog buiten zijn vaderland fterft, wcrd
„ het lijk op de plaetze daer her geilorvcn
„ is verbrand , en de aiTciie , mec de
„gebeente in een kiftje gedacn j e:
„naer des overledens vaderland gevoert,
„daer de overblijfzelen plegtelijk by die
„van hunne ouderen begraeven werden.
„Aüe Jaeren komen de Magen en ns
j,vrienden te zamen, gaen nacr aegraven,
„hunner voorouderen , om die te bezoe-
„ken , en bewyzen daer hunne lijkplig-
, , t e n , branden reukwerk, brengen giften,
„ en regten aldaer een lijkmael aen : zy
„achten geen ding hooger, danomeerlijk
„begrayen te mögen worden, datze hun.
5, nen kinderen voor alles aenbeveelen. De
„ kiften worden gemeenlijk voor 't aifter-
„ven in gereedheit gemaekt, en aen den
„doodzieken eerft vertoont^ eer zy fter-
„ ven; 't welk in hen eenegroote blydfchap,
„ en geruftheit veroorzaekt. Van arme lie-
„ d e n , die geen kift hebben, verbranden ze
„ delighamen, en begraeven de aiTchc op een
„afgezonderde plaetze, dewijl zy geen
„bezondere graifteden hebben. Wanneer
„iemand in den oorlog zijnes Vorften in
„een vreemd land fterft, moeten zy de
„ beendeten te huis brengen , of ook wel
„ de lijken, zoo zenaby zijn, wan t zy wil-
„len gaerne by hunne voorouderen begrae-
„ ven worden: kennipe linnen, hoe grover
„ hoe beter, is hun rougewaed, daerzezich
„ mede bekleeden. De doodkiften worden
„ v a n Cederenhout gemaekt, alszijndedic
„ een onverderffelijk hout, dieze wel honderd
mijlen verre ontbieden ; want het
„ Word by hen voor een ftuk van gelukzaligheid
gehouden , wanneerze in eene
„ onverderlFelijke doockift begraeven mögen
„werden. De bovenfte planken loopen
,, Ichums toe, in vorme van een dak. Zy
„ regten mede eenen graißeenop, daerden
„ ouderdom des overledenen op gehouwen
cn O O S t
» i s , op dar de merktekcnen , door dcil
» cyd niet en vergaen.
»De Weftelijke n rMr j verrichten op
„eene anderwyze hunne lijkftatienj te wc-
„ ten , ton zclven dage, waer op iemand
„ ilerlt, Word de d o o d e , na dat hy ge-
„Itift > en binncns huis beweent is uitgedi
aegcn; de vrienden geleiden het lijk,
„ die zig dan ter weder zijde op een lange
„ nje byden houtftapeJvoegen, enluidnig-
„ tig fchreijen, vertrekkende dan de gene,
»che het lijk geJeide gedaen hebben, en
„ de hüisgenoten Jeggen het vuur onder
„den brandftapel, om alles, behalven de
» beendeten te verbranden : liet gebeente
»werd ten derden dage verzamek, ende
» in een Porcelein vat gebergt, om ter be^
»gi-avenilTe te bewaren. Ui t een zonder-
„linge waangeloof, worden de lijken
„der gene die aen de kinder pokjesgeftor-
„venzijn , hondcrt dagen bewaerd, eer
» zy verbrand worden.
»Een grooter eere word den Vor-
„ ften der Tmaren , na hunne dood ,
„ aengedaen j want zoo een Vorft geftor-
„ven i s , worden de dienaers na het
„fchreijen in den huize ten wederzijden
„voor het Ho f ten toon geftelt, mct de
„ merken zijner waerdigheit in de lianden,
„ en pronken met helmetten , die met bo-
„ n e t t e n , deze met draegbanden, met
„houwers, andere met boogen en pijlkokers,
zommige met jagthonden , daer
, d e overledenen in hun kven mede om-
, gingen j teifens fchreijen zy deerliik.
, Byna m gelijke ordre ftaen de paerden
,rondomme ten toon geftelt, aen den
.teugel in banden van ftalknechten, die
,,overfpreid zijn met koftelijke Zadels,
„behangen met fluweel, om by het eraf
„ te verbranden. ®
j.Desgelijks ftaen'er kemels, öraeti?
„ uitgeftrekcn , en geladen mec het glene
„ r o t de lijkftatie vereifcht. Onder de
„poor: ftaen rrommelflagers en trom-
„petters te fpeelen ; ten bcftemden dage
„wordhet hjkuitgedraegen, vooruittree-
„ den trompetters, die eenen fchoonen toon
„geeven. Na hen volgen twintig ofdercig
„kemeldieren , met zyde toomcn en za-
„dels aen den hals, beladen met tenren ,
„en ander omfiag ter begraefplaetze tc
„brengen : daer na draegtmen zijne zon-
,Defchermen, en vergulde waeijcrs , die
,gevolgt werden van vaendeis, ftandacr.
,den , en andere vcidtckenen : benevens
,goude en zilvere vatcn , daer na volgen
, koftelijke uitgedofte paerden , en die-
,naers beladen mec des overledens huis-
, raed , ten laetften de wagens, en draeg-
, Zetels by den overledenen gebruikt, de
>5 gan-
T A R T
i,-,gJnfche begravcnispkets wcrd omringt
rtmec matten als een muur, binnen dat be-
„ftek recht men tenten op , geftoffcert
j,met rekbanden en diergelijke kleine
•„ 5icrfelen om te verbranden j in 't midden
„ ftaet een groote zael, mede omringt mec
i, matten, om het lijk daerin tezetten: die
„ in den omganc de laeften in rang zijn gc-
„ weeft , bcvinden zieh de naefte by deze
„ zael j achter hen blijven de andere ftaen,
i, yder nacr zij'ne waerdigheit j het oversjfchot
van dit beftek achter de zael is
„voor de vrouwen : wanneer zoo wel
„ mannen als vrouwen binnen dit beftek
„gekomen z i j n , maken ze, ftacnde over
„ eind, een groot gefchrci en deerlijk mis-
„ baer j na het fchreijen, worden de offer-
„ banden verriebe; ondcrtuiTcben word'er
„ een lofreden gedaen, waer in des overle-
„ dens verdienften cn daden worden öpgehaelti
daer een iedcr mec gebogen knien
j, nacr luiftert: de Briefdaerdicingefcbre-
„ v e n i s , worddanin'tvuurgefmeten > en
tot affche verbrand j daer op ypigcn de
kleederen, mutze, laerzen, Zadels, goude
„ en zilvere vaten, draegzetelwagenj en bed-
„ de , die mede in 't vuur geworpen en ver-
„ brand worden j dit gedaen zijnde, zoekt-
„ men uit de aflche het gefmolten goud en
„ zilver i het welk in een papier bewaert
„ word, om ten derden daege wederöm in 't
„ vuur geworpen te worden. De paerden
„ worden zonder eenige cicragie aen te heb-
„ ben, met zweepen in 't veld gejaegt, die
i, naderhand voor half geld kurlnen gekogt
werden. Na dit gedoente vertrekken de
„vrienden, cn worden van de naefte bloed-
„ verwarnen bedankt: dochdezeeenigelijk-
„ ftacie is niet genoeg, maer de Tarters her-
„ balen die na zeven , en wedcrom na ze-
>, ven dagen : zoo de overledene een aen-
„gename byz i the e f t , of eenen gedicnftigen
hoveling, die brengen zieh zelß
„ zomcijds om 't leven, en zulks tot trooftj
jjvermaek , en gezelfcKap van den over-
„ledenen in hec ander leven j die gelooj,
ven dezewoeftemenfchen. DochdeKe i -
s,zcr beefc onlangs eindelijk deze misbrui-
„ken by cen wet afgcfchaft, dat zieh nie-
„ mant meer zoude verhangen, ook het ver-
„quiften van onkoften en het verbranden
„van zoo vecl huisraed, kleeren, goud en
„zilveri inwiensphets menmi vergulde, cn
„ de verzilveide papieren verbrand, die het
„warcverbeeldcn. Na detweede, ofderde
„ pligtpleginge, word eindelijk een graf
„ vervacrdigt, rontom omringt met cen
„ muur , waer in verfcheiden vertrekken
„ zijn; op eenen heuvel maektmenvanftec-
„ nen een graf, rontom hangt men zijne wa-
>,pcnenv3npijlcn, boog, zabel, draegze-
A R Y E. ¡Í
,tel, gordel, en mutze; in deze zalé of-
, ferd men een geheel jaer fpijze, dieze den
, overlcden voorzetcen : de dienaers bewa-
, ken deze piaers. Maer Tarters vanmin¿
, der aenzienj bouwcn by 't grgfgeeneZa-
, le, maer die zetten eenige ruwe fpijze en
,een aere van drank van honingbereidt, na
, by den lijkheuveli gaende telkens we g j
, dan vergaderen eenige duiveljagcrsi die't
igras reinigen j door ' t belprengen met ze-
I ker water> van de booze geeften» dieze
, van den overledenen quanzuis uitdrijven:
, de rouwklederen zijn een lange wittc rok,
van gevuld laken gemaekt, die in 't midden
mec een to,uw van de zelve ftoffe toe-
.gebonden is. De vro'uwai veranderen in
„ den rouwtijd baer gewaed in wi t , hec
„ hulfel des hoofds , dat eertijds bedekt
„ was met baer eige baairvíegten , verändert
in een witte buive, gondels wyze
t'zamea geVouwen, met twee byhangzels,
die baer over de fchouders hangen
; een bamboes riet dragen de rouwdragers
in de hand, met wit papier omwonden
, en gelijk de rouwkleeren verfcheiden
zijn over Vad'er en Moede r ,
zoo zijn dezelve verfchillende over
Sufters en Broeders j döch hier van zijn
onder de Tartaren, zoo wcl als onder de
„Sineezen, befchreven wetten, dieze ge-
, houden zijn ftiptelijk op te volgen , of
de overtreders vervallen in de grootfte
, ftraffe j wdkc wetboekjes alomme door
. beide de Rjjken te vinden zijn.
Echter is de begravenis vah den Sineefeben
en Tartarifcben Keizer Zumte,
•in den Jaere na Chriftus geboorte i d d o ,
in Pekin gedaen , met meer pompe geweeft,
om dat dezen He ld, als de eerfte
overwinnaer der Sineezen , dit Koningrijke
met dat van ganfcbTartaryen quam
te bebeerfchen.
B E R I C H T
Fm de Ooficr-of NiUche Tartaren , uit dé
fchriften van den N'ederUndJchcn Jefuiti
Philip Couplet:
VAn de Tartaren fpreken de Sineeicbcboeken,
nopendebunnezeden,
niet her befte j maer nialen hen af,
als of 'er geen grover cn plomper volíc
konde gevonden werden : doch nu zijn
zy , vermits de omgang mct de Sinezen,
beter in zeden geoefent.
De Tartars van 't Weften , gcnaemt
MHTigkpe , zijn eigentlijk de geenen , die
over 400 jaer gehccl Sina vermeefterc, en
omtrcnt tachtig jaer bezeten hebbem
E zy
I