f ' ì f i : !
H N O O R D
„ voor de beerten liebben als nacr 'r No o r -
„ d c n : zi jnde dk »o c f t c Land niet zccr
„ n v i c r n j k , alhocwcl om de No o rd- o o d
„ i n ' t Ri j k NtHcìie cn Jnpy vcrTcheicic
„ l i o ü f t rivicrcn gevonden werden , die
:,vcrre uit hec gebergcc harcn oorfprong
„ n e m e n , cn zieh in den Oc eaen buitcn
„ Corea , ali mede in deszclfs Inham
„ontlaften , en veci water toebrengen
, wacr onder de rivier r.tloo in 't
„ Ri j k Jupj/, Kilango , en Linko.tng in Nm-
„che geenzins behoeven te wi jken voor de
„grootrte die in Sim gczien worden. Va n
„ d e Tar tar i fcl ie Ri jken om de We i l : , is
„ my in de ftad Peckiug een Reisaenteke-
„ ninge ter hand gekomen , die Va d e r
„d.im Schall, van den O om des voorigen
„ K e i z e r s Cnnchiy was mede gedeeldt ,
„wanneer hy in 't Jaer 1Ö4C) door den
„ Kei zer als Ge z a n t gezonden wi c r d , om
„ d e Do c l u e r van den Koning in We r t -
tot Titrjft o f T.inntt tcn huwc -
„ Bj l te vcrzocken , voor zijncn Ne e f den
„ Kc i zer van , die dan op 't fpocdig-
„ f t e zijnen we g genomen had , door T n i .
„rang, zi jndc de Ho o f t f t ad i n ' t Land-
„ Ichap deze Stad is de ileutel , en
K'ii'is?" " '^'^VTj-d het Ri j k van Swa voor de inval-
S S i S Wef ter l i jke Ta r r a r e n , en
vcrooi^ ' >, neeft veele Jterkten onder zieh ; in deze
5 f . c ? S " nitnemende f choonevroufdmg
dir „ w e n , daer van die beroemt is voor alle
„ f t e d e n i n w
„ Belialvens deze Wef ter l i jke Tar taren,
„vjndmen noch Zuide r l i j ke r , volgens
„ v e r i l a g in de bovengemelde Reisaenteke-
,)mng gedaen; ook eenen door tocht by de
. , ftad SwgaHfn, die door den muur den we g
„ b a e n t naer de Landfcl iappen van Ltijfa
, ,eer t i jds B. ir^ml a
, , rmchßm en de Vsb„k,^c Tar taren , di e
„ d e n Ch am van Tatigitt nooit onderwor -
,. pen Z]jn g ewe e f t , maer hunne landvoog-
„ d j e n onafhangelijk beftieren ; als mede
„ h e t Konmgr i jk , dat mede als
„ op z i eh zel f ftaende van zijne Landv o o e -
„ d e n we rd bc f t i e r t , die wel hevigc oor-
„ l o g c n tegens de Noordl i jker Tar taren
„ hebben g e v o e r t , maer noch nooit kun-
„ nen t 'ondergebragt werden. In de Lan-
„ d e n van rmgM, U f , , N,chd, T,k, en
vindmen noch veele J o d e n ,
„ d i e zieh mede rondom den bere Kmk a -
„/«< onthouden , en in P„ßa, Mcgd, en
„ längs de hnnnen Koophandel dri j -
ven ; in 't Ri j k van Ul f a vindmen den
„ hoogften b c r g L « ^ , r g e n a emt ; hier t rek-
„ k e n uit h e t ^ , ^ , ; / ,Ri j k veele Karavanen
„ O v e r , die naer c y e^r reizen , zijnde di t
„ Qijcar aen de boven landen van ilmdoßa,i
„gelegen.
e n O O S T
, , D e Tar taren die om de No o rd Mm-
„che«, e n o m d e W e f t , /»«»¿wigenacmt
„ w e r d e n , zijn mede aenvangkelijk uit
„ d e s c ßhi a voor tgckomen. De z e landen
„ zijn vol gebergten en woeftijnen , die
„ v o l zant cn onvri ichtbaer leggen , ui tge-
„ zondert op die plaetzen , daer eenig vers
„ w a t e r voorby loopt , daer het eenigzins
vruehtbacr i chi jnt , en bewoont is. Me n
„ v i n d in- t Noordel i jk Tar tar y en weini g
,,lteden of dorpen , ook weinig hout dat
„ t o t de bouwki inf t o f brand niaggebruikt
,,werden j des de Inwoonders met me d
„ e n paerde drek hiin vuur ma k e n , en
„ honne fpi jze beieiden ; het leit meef t
„onder een guure lucht , des zomers v e r .
draegtmen een ongemeene h i t t e , en des
„ winters een onlijdelijke k o u d e , die door
„ gtoote vorf t en fne euw, de welke zeer diep
„ v a l t , werd aenge z e t ; daerenbovcn zijn
„daer zeer fterke winden , die alles om-
„ v e r werpen en groote fchade doen. De s
„winters regent het n o o i t , maer des zo-
„ m e t s dikwi ls. He t land vloeit Over van
„ wi lde en tamme dieren , voornamentlijk
„hebben zy veel Kameelen en wi lde Stie-
„ r e n , doch 't meefte zijn Paerden , di e
„ zy ZOO overvloedig i,ebben , datze zieh
„inbeelden, als of niemant In degehe e l e
„waereld hen daer in zoude overtrefren.
„ Zy zijn van een middelmat ige lenete ,
, , breed van borft en fchoi idcren, ook ZOO
„ v a n aengezichcc cn hoofden , dikkeneu-
„ z e n ; met een woord , zwarc cn leeliik ,
„ doch ücrk cn ftoutmoedigi zy kiinnen wel
„ongcmakkcn van honger en d o r f t , hi t t e
„ e n koude verdj-aagen. van der jeugd af
„oeftenen cn gewennen z y z i eh mec fchic-
„ ten en ryden. AI hunnen hiiisraeten goe-
„ deren nemen zy met z i eh , van de eene
„ p l a e t ze rot de andere. Zy hebben geen
„ l u i z en, ma e r h u t t e n , w a e r i n z y m e c
„ h a e r v y f o f z c l T e n w o o n c n . De s zomers
„ v e rhui z en zy nacr 't gebe rgt e , maer des
„ w i n t e r s keeren zy weder tot hunne oudc
„ ftantplaets. Zy hebbengeen koorn, maer
„opencn de paerden een ader , en tappen
>,het bloed daer u i t , d a t z e d r i n k e nVe n
„ m e t lurze bakken om te eecenj het paer-
» d e v l e e f c h , cn her vJeefch van andere
„beerten eeten zy r a u w , en de paerden
„ d i e nieuwlinks geftorven z i j n , hüi:dcn
„ z y voor een lekkcrnye , al waren zy ook
„ z i c i c , hec ongczonde vlcefch daer iiit-
,_inijdendc , leggen z y ' r gezonde tu flehen
, tpaerd en den z add tot dat hec warm is
,geworden. Zy kunncn onderhcngccndic-
, v en verdragcn , maer wacze van anderen
.kunnen roovcn , dar achten zy ah een
, geoorloide zack. Zy hebben onder zieh
.wc inig ambachcdieden , ook geen gcld
T A Pv T
fcaer zy verhanddcn waren tegens wa.
>3 i'en.
„ Zy zijn door den bank grove menjjfchen
, groot van oogen cn lang van
„winkbrauwenj fcheeren't hoof t cen hal-
,>ven, en' t overige laten z y wal len, daer
„ u i t zy tweeneerhangende viechten mar
k e n ; ook zijn deze volken zeer gezwind
„ e n goede ruiters , maer quade voet.
3, gangers, want niemant gaet fchier b y hen
, j t e v o e t ; de vrouwen gebruiken gelubde
„ p a e r d e n , o f r u i n e n , die nooit beflagen
„ worden: de toomen en het tui g vercieren
„ z y me t z i l v e r , g oud, engef teenten, en
„ hangen dezelve veel bellen om den hals:
„ a l s z y fprccken , komt zulks als ui t een
„ diep hol voor t , en wanneer z y zingen, hui-
„ l e n ze gelijk de wolven. De mannen oe-
„ fenen z i eh daeglijks mec den pijl te fcliie-
„ t e n , en zijn ook welbedreven op de J a g t .
„ Z y gelooven alle aen eenen God, maer
„eeren hem niet met gelijke gebaerden.
„ Zy maeken beeiden van Z y d e en Ly\va.
„ t e n die ze vaftmaken in liunne Hut-
„ tcn , ook eeren en aenbidden , op dat
„ hen vee daer door mogt e bewaert wer-
„ d e n , zy offeren ook aen deze beeiden,
„ d e eerfte melk van hi inv c e , en eer d a t z y
„ e e t e n , gecven zy luinvoorafeen gedcelte
„ v a n de fpy z e . Hunnen Koning noej
, men zy Cham , die ze als aenbidden :
„ e n houden hem voor den eerwaerdig.
„ ftcn op aerden. Zy verachten alle ande-
„ re volken , en achten haer veel beter
„ a l s de zelve. Ve e l e noch onder hen
„oeffenen zieh in de duivels kunften .
„ e n t o v e r y e , en door di t middel zoe-
„ k e n zy raed voor hunne gebrekea.
„ o m datze niet twyfFelen , of G o d
„rpreekt met hen , en maekt hun zij-
„ n e n raed bekent. De gierigheit heeft
„ hen zoodanig bezeten, dat z y alles, wat
„ zy maer zien , hebben willen , en wan-
„neer men 't hun we i g e r t , 't zelve met
„ g e w c l t wegneemen, zeggende dat gebod
„ c e hebben van hunnen C h am, dat een
„ Tar taer , of zijn kne cht , op den we g
„paerden en menfchen mag aenvallen en
„rooven ,, die met geleibrieven van
„ den Vor f t niet voorzien z i jn, dicnze mo-
„ g e n neemen , en hun leven in hunnen
„ dicnft gebruiken. Zy geeveii aen de bei
j hoefrigen ni e t s , maer zoo zy hen overj
, Valien onder hec avondmae l , worden zy
„ w c l onchaelt. Zy eeten zeer beef tacht ig,
„ dekken geen t a f e l , nocii hebben geen
„handdoeken of fervettcn , waf lchende
„ n o c h banden, noch lichamen of klee-
„ deren. Zy eeten geen brood , noch
jjkruiden of aerdgewaf len, maer beefte
i i v l e e f c h , honden, k a t t en, paerden en
A R Y E: - i j
> rotten : zy drinken koemeJk , en in den
, oorlog paerdenbloed ; geen w y n v ind-
I, men by hen j maer alsze ilerken drank
I, ui t andere landen brengen > dan bralTcn
1, z y , cn drinken zieh dronken. Zeer fo-
.,ber weeten zy z i eh te behelpen , alsz«
, s'morgens maer een dronk of twee melk
., hebben , können zy daer mcde den
jganfchen dag gaen zonder te eeten o f te
, drinken.
„ Hunne kleederen zijn wonderlijk ge-
, ma e k t , zijnde de rok aen de linkerzijde
, open , en we rd met 4 of 5 knoopen toe-
, gedaen , die maer tot onder de knien
,reiken j des zomers draegen zy de pelte-
,ryen het ruige buiten , en (íes winters
, binnen gekeert. De mannen draegen
,mutsjcs op'c h o o f t , daer op root gever f t
,paerdehaair h a n ^ , deze mucsjes maeken
, z y met een bandje onder de kin vaf t .
„ In hunne oorlogen dragen zy houwer s
, van eenen arm lang. Z y rijden meeft alle te
1,paerde , zijnde zeer ervaren en wi s in' t
ijfcliicten me tdenbooge enpi j i en. Hu n n e
,, Vor f ten komennooi t by het treiFen, maer
,> van v e r r e z i enzv het aen, ftellende op alles
ij Order, roepencíeden ftrijders toe , datze
dapper vechten. Zyne emen vrouwen cn
,,kinderen mede tcn o o r l o g , op dat de
,,vyand door de menigte paerden mo g t e
„ v e r f chr i k k en, jagende op hunne v y an-
„ d e n met een groote gctal te gelijk a en;
„ en als het op een vluchten a ent omt , dan
„ioopen zy al te zamen j maer zoo de
„ v y a n d hen v e r v o l g t , doen zy groot e
„ a f t r e u k met achter ui t t e f chi e t en, d o c h
„ziendedat de vervolgers minder zijn dan
„ z y z e l f s , keeren zy den vervolgeren
„ het hoof t toe , en brengen "erveeleom "t le-
„ven. Wanneer z y een ander land beoor-
„ logen, verdeelen z y hun leger in veele ben-
„ d e n , vallen de vyandcn van allen kanten
„ aen, ^ da t z e , weinig tegenftanf vindcni
j d e , niemant eenen open we g omt e v l u ch-
, ten geevcn mogten : by overwinninge
, verfchoonen zy veeltijds noch mannen
, noch v rouwen.
W.U getcehfnt,
J 0 H. M E L M A N;
Batavia den Vierden
Dec. 1691.
Ontrent honderd eA zevent ig Jaer voor
Cl i r i f tus g e b o o r t e , onder de Sineefche
Koning Vk-Tt, zijn de Sineezen over den
groote Mu u r g e t r eden, en hebben de
Tar ter s viermael uit het veld gef tagen, in
de woeftijne ¿o/.
D De z e
J