\ >
U i
278 N O O R D
word mcde gerekent de Horde TferßpU
daer Kerkoule Vorf t van is j welke gcmcnelijk
vyi'dagen reizcns van de Horde
goerubu , zwer fc, daer Tormanti.in voor
twintig Jaren Vorf t was , et" miflchier
noch is. Van daer tot de Horde KondoM,
daer Tcnachti onlangs Vorft of Heer was,
Word gerekent drie daijen reizens. Van
dAcr weder rot de Horäe Intßteßkn , dact
T.ichßt«m,ffouk Vorft was , gift men wcder
dne dagen reizens af fbnt . Niet wy t
van hier, te wecen omcrent een dag reizens,
ontmoet men een Horde , die Btfoen
genocmc i s , dier Serkonr Vorft was,
of nu noch is. Van daer weder, längs
zandige wegen , zes dagen reizens, bejegcnc
men de Horde SiToitk > daer onlangs
Vorft Sißcnnejaen wierdgevonden. Weder
vier .dagen reizens van daer, hont zieh de
Horde Onl-te op, d&GX Tcykaikatoen Vorf t
was. En weder vier dagen wy d e r , ontmcn
de Horde Jurgaaßen, daer
:h cwee d;
O O s T
Boufoukt Vorft is. Noch de
zens verder , doen zich de Geele MoegL
len op : zijnde de wegen gevaerlijk , tuffchen
fteene gcbcrgte.
Derbttjìa is een Kalmaks Vorftendom .
wiens Vorft Derbetskpj genoemt word. Hy
hecft geen blyvende plaets, doch zwerft
daer, alwaer ik dcn naem op twee plaetzen
in de Kaert geftelt heb : ook onthoud
hy zich lager , tot aen de oorfpronk van
de Rivier de , en daer omtrent.
In 't LandTchap , met den naem
Koltafchini bckent, onitrent de oor/pi
van de Rivier IrtU gelegen , is de Vorft
CMJ«/... Daer word gezegc, dat de Kinderen
van den Tartarif.hen Vorf t KoUafihim
in hct Stedcken Kol, (anders mede
KoMcìfchma gcheten , dat in een Da l , tuffchen
de Berggn in, l i g t , ) woonen. Het
word mede by Labens of Labjs, die Kalmakfche
Papen zijn , bewoonr.
Hct Stedcken is van Lecm opgetrokken
: en men vind daer in, maer twet
fteene gebouwen , van graeuwe fteen gemaekt.
De opgeme!te Tartarfche Vorf t van
Kol, is uit Kalmakfchen genachte. Hy
woont nict in het gemelde Stedcken: maer
hout zich in 't veld op.
Weinig wyder komende na het R y k
van Sina toe -, by Vorf t Migamkoi, en
eenige myien verder , word de Kalmakfche
en Moegaclfche fprake gebruikt.
Niet wy d van de oorfpronk der R
ren Oby cn Iris, bovcn Tara, by 't Ka!-
makken Land , zijn Meiren , de Wm,
WMeren genoemt, dewy] des zelfs Wate.
ren bykans zoo wi t , als Mclk , en hcc-1.
zaem zijn. Zommige zeggen , dat de zclve
zout zijn , en andere, datze zccr goed
zijn , om te drinkcn. Tuf fclun de Rivier
^mnr en Selenga wiJ mcn mede, dat diergeJijke
Wateren zijn.
Van de Wi t te Wateren a f , tot de Sincfche
grenzen toe , tuiTchen het gebergtc
,, woonen fCalmakfche en Moegaelfchc
Vorften in groocen getale. In dit gcbcrgte
vind men wcinig water : en is de Iceftocht
daer ook fchacrs j zoo dat de Reizigers
daerom vcehyds lange ftil leggcn.
KAlbaßn, oÌ KabdgAcum , cn Mgakana
, is een Vlek , niet wyd van de Vliet
t, by de Wi t te Wateren gelegen, waer
de Inwoonders van Kalmaklchen aerd
, , cn Huizen van gebakken Tigchelfteen
hebben. Het Vlek of Stedekcn legt
igentlijk aen een arm van den Vliet Inis,
dicht by cen Meir.
Niet wy d van hier, aen de linker zydd
n de Rivier Ini s , woont een Kalmakfche
Bevelliebber, die een Lnby ofPr iefter
15, wiens Land van Bucliaren gcploegr
word, e n T a rwe , Geirft en Erwetcn
geeft.
Op de gehele Landftreke van de Inis
cn Wi t te Wateren , längs Kalbaß,, heen ,
tot aen de Sinefche grenzen toc , inzonderheit
tuflchen het gcbcrgte, woonen
Kalmakken cn Moegalen.
Overvioed van water en fpys is daer
niet; waerom, als men metgrootemenigte
te gelijk reift , men voorraed van
fpyzc moet opdoen , en mede nemen.
Tamirlanku is een oude vervalle vefting,
tuiTchen het Kalmaks en Mocgaels Land
gelegen : van daer komt men in't woefìe
Land van Karakitay.
Kißlboi is een Me i r , hoog aen de Vlied
/rr^ .gelegen, daer veci Vi fch valt. Hc t
water daer van is groen , en echter zcer
verfch en zoet. Hier omtrent word Kalmaks
gefproken.
Meerder de Riviere Irtü opwaerts, zwerven
längs de Oevers, Moegaclfche Her -
den of Vorftendommcn , die zoo wel de
Kalmakfche , als Moegaclfche Tale fpreken.
De Vliet Inis neemt zijn oorfprong in
't gebied van een Moegaelfche Vo r f t ,
rnktakoK, ofZon-öi/ai^i)«» genoemt. wicns
wooning in 't Kalmaks Zof, en in "t Mocgaclfch
Boloegan oÌUnlugan geheten is. AIzijnvee!
fteene gebergtcn. Daerrondszwerven
noch veci mcer kleine Moegaelfchc
Tayfi o f Vorf ten, met hunne Horden
, als 'er by my in de Kaerte gcftel:
zijn. Hct water is daer vry fchacrs, 'tgene
den Reizigers zcer verhindert, cn de
Horden dikmacK doct verliuizcn.
Het Manvolk, zoo Kalmakken ah Mocgalcn,
T A R T
galcn , is gcwoon , liet meefte haair van
den baert uit te trekkcn.
De Kalmakfche cn Mocgaclfche Monniken,
worden op hun tiende Jaer des oudcrdoms,
tot den Geeftclijken dienft gefchoren,
en fchrabben fteeds al het haair
van 't aengezicht a f , of trekkcn het uit.
Z y gacn zonder brockken : en de rokken,
die zy dragen, zijn van alderlei verwig
Damaft. Zy ccten op alle dagen Vleefch,
behalven op Vaften-dagcn, wanneerzenicts
nuttigen.
De meeft Weftciijkc Kalmakken
die geene , welke met den naem van wine
Kalmakken zijn bckcnt. Een van de zelvc,
niet wyd van de Stad j^fir.ikan, in zijn
Landfprake genacmt Koefie Malanof, verhaddc
nw , dat zijn Vadcr was geheten
Ilak Mojanof, en zijn Mocder Naoiskä'
Mofanàf: waer uic te beiluiten i s, dat onder
die Volken mede geflacht-namen zijn
bekent. En waren zijn Vader en Moeder
uit een geflacht gcbooren : gelijk de toenacm
zulks is uit w y zen de.
Hy nocmde my dczcMannen bcnamìi
gen t als Baetß, Oeßvny-, Katskfly, Tomaji
Daedi. Dachi, Ebelekj, Eitmedtn, Olay, en
SAchvny. Vrouwe namen zijn deze. Nomayy
Kanitak, Chcrae, Biisgan, Mal.iy,
Chmgi, mEnßngay.
De Chan of Opperheer en leidsmanvan
de Horde , waer onder hy gcbooren was >
wierd genoemt ^jukke > 't geen een Eernaem
is. De Raedsheeren, waerdoorhy
het volk befticrdc , wierden Taeche, Arefen
, Mirgin en Tdje genoemt.
Kapk» Kore, is de Vrga of verblijiplaets
A R Y E. 27p
Zuiden, cn Ooften , en waren deze Vor -
ften van voorncmen , om door ftryd alle
Moegaelfche Vorften onder de Kalmukfche
van den Kalmakfchen Vorf t Bufchttki"'
Chan , of Boefoekti Chan , die in 'c Jaer
158 5 in oorlog was, met de Moegaclfchc
Vorft yltiaroy fain chan , cn andere Mocgaelfche
Prinzen , naeft aen hem gelegen
't geen gefchach, zoo gezegt werd, me
goetvinden , en hulp van den Sincfchcn
Keizcr, onthoudende zich te dier tyd het
Leger der t'zamen vcrbondenc Mocgalen,
op de plaets genaemt Vronkfie.
Batur Contaifche, Moegaels Vor f t , ruktc
toen zijn magt na Sclenginskoy , om de
Mo'ikovitcn te ftiiiten , zoo zy den Moegaelfchen
Vorf t Znibdcn Taifiha , of zijr
Vrga C woninge ) haddcn willen aentaftcn ^
daer zy voor zorgdcn.
Saßaktu Chan, een afvaliig Moegaels
Vorft, was tot hulp met zijnonderhebbende
magt gckomcn, aen den Kalmakfchen
Vorft Bußhukm Cham zy leverde flag, en
hieldcn "t veld , tegen den Mocgaelfchcn
Vorft bovcn genoemt: deze Safakfit Chan
hout, of hielt zich noch onlangs op , by
de Landpalen vandc Bucharcn, tuflchen het
Heerfchappye, ah van ouds ( z o o z y
zeggen) weder te brengen : tcrwyl dit
zichdus loedroeg , zond de Katoechta verzock,
of bevel, aen den Moegaelfchen
Vorft Baiur Contaifche > die omtrent Seltngitiskpy
wa s , ten einde hy fpoedig te rüg
quame, en de Kalmakfche overmagt hielp
ftuiten. Het fchynt dat de Katoechta, zoo
ais in' t Geeftelijke, ook eeniger mate gezag
in 't Waereldlijke , over de Moegaelfche
Horden , .en Vorften heef t , en dat,
als'er algcmeine byeen komften zijn aller
Moegaclfche Prinzen j dat zulks door zijn
beftel gefchied.
Hct is onder deze Kalmakken geoorlooft,
ZOO veel Vrouwen tc nemen , als
ieder bclieft, en voeden kan j doch men
ziet onder de gemeene man , dat die zelden
mcer als dr i e , vier , of v y fWy v e n
nemen.
Bufchukiui Chan, of Boefoekti Chan', Kalmuks
Vor f t , in den Jare n?8<í, tegen de
MocgacLfche Tai fcn, in de Naumfche e
Xixigaerfchc Dörpen , en den Kaioechi4
oorlog voerende, heeft op de zclve groóte
Overwinningen behaelt, en hunner veel
verllagen , verdryvcndc den Katoechta uir
zijne Vrgd, of wandelbare woningen, als
^ mede den At^roi Chan, ftekende alles in
brandj dat te ontfonken was, en doodende
een groote menigte menfchen. De Katoechta
wierd dies gedwongen , met weinig
volk, zich längs de Rivier Onon na
den Oigan Chan, een Moegaels Vo r f t , die
noch ftand hield, tevluchten, werdende
ip de hielen vervolgt; zoo dat zijner vele
wierden betrapt, ja men wilde , dat de
Katoechta zelve gevaer van gevangen te zijn
luddc, en dat de Kalmakken in zijn Le -
gerplaets zich hcbbcngezct: hyhieldzich
cene poos op, acndeVliet KulnrHm, maer
dorft hct aldacr niet langer hoiiden, doch
dat zijn Broeder den Aizj>roy Chan, in een
van de Veldflagen is gebleven, en zijne
Vrga mcde ganfch verwoeft , als gezegt
wierd . is namaels onwaer bevonden.
I n ' t zelve Jaer i 6 U , hebbe bericht
bekomcn , dat den Kalmakfchen Bnfnkliii
Chan zich t'eener tyd ophielt aen de Naumfche
Dörpen, verdervende aldacr het Moegalen
Land.
Eenige Karakalpack', of Z wart mutz ige
Kalmakken, hebben te dier tyd aen het
Perfiaenfche gebied , cn omtrent de" Ri -
vier faick, eenige ftroperycn begaen.
Men heeft my bericht toegezonden, dac
de Kalmakfche Prins Enfi-hnkitii Chan, of
Bocßoekii Chan , boven de Rivier ^akona , .
tegen
im
^ S B a