4 1 8 N O O R D
tyd a fwe z ens , zeer aengenaem , en wel
gezien was.
Niet lang daer na , quam de toen gebiedende
Vor f t van dat Landfchap, zonder
Zoonen cefterven, en wierd dezen Prins,
onder den tytel van Ahdu-Lkhoij-Chatm,
in zijn placcs verkooren, die dan 00k warclijk
betoonde, dac hy aen de genotene
weldaden van Perfien gedachtig was , met
klare blijken, dar hem zijne voorige belofcen
ernft , en wel gemeent waren , oefenende
niet aileen met den Konink van
Perfien cen naeuwe en oprechte vriendfchap
> raaer wikkelde zieh 00k zoo verre
in des zelfs belang, dat tuflchen zijn Perfifche
Majefteic , en de twee andere Us -
bekfche Vorf ten , van Buchara en Boich ,
als mede tuflchen hen beide, de evenaer
hield, zoodanig, dat wanneer z y voornaraen
, om een inval in Perfien te doen,
de Vor f t van Oergentsi dan 00k bereidfchap
maekte , om in dit g e v a l , by hun afwe-
2cn, 00k hunne Landenccbeledigen, waer
door hen dan van alle invalien . en ondernemingen
tegens Periien wederhield j zoo
dat, dat R y k , door dit midde l , aen die
kanc een volkomen ruft, en vreedzaemheit
genoot, en van alle aenftoot der Usbekken
bevryd bl e e f , en dit 200 l ang , als
her leven van AbdH-LkhAzJ-Chaatt duurde,
die omtrent her Jaer zeftien honderd ze;
en zeftig uit deze waereld verhuift i s , volgende
in des zelfs plaetze zijnen Zoon ;
Anoesjinvaan-Chaan , of by verkor t ing,
^noesjeh-Chaati genoemt ; wie by iiiterfte
wille, tot deze heerfchappye verkooren
was. En of wel de Vader op zijn doodbedde
hem ernfteJijk aengeprezen had , d<
onderhoudinge van een goede vriendfchap
en verfland met den Konink van Perfien ;
cn ook van de middelen , die hy ten hun^
ncn beften , met de andere Usbekken ti
onderhouden had j zoo konde hy zijn
Zoon echter zulk een genegentheit tegeni
den Perfch niet inboezemen , noch had
deze vermaning ganfch geene ingang by
hem, in wien zijn natuurlijke woeftheit en
rooP-luft de boven-zang had: die hem dar
zelfs tegens dat R y k , waer aen zijn Vadei
zulk cen groote verplichting had , en welkers
welvaren hy zoo zeer behertigt had .
een onderneming van aentafting had doen
verzinnen , wanneer hy de dood van di
Konink de Twe ede verftond , en
dat in des zelfs plaets zijn oudfte Zoon
toen Schach Safi de Twe ede gcnaemt , op
den Troon gefteld wa s , niet zeer bedreven
in heerfching, en van welkers beleid,
vermids zijn jonkhei t , niet veel groots by
hen verwacht wierd ; gelijk het ook in 't
begin van zijne heerfchappye > meeftoverc
n O O S T
al in het R y k al eenigzints verwar t , en
ook ongekikkig toeging : 't gcen dan ook
dien Plins voor een zeer goedc gelcgcntheic
aenzag > om lichteÜjk tot zijn voornemen
en oogmerk te gcraken > wezendc
daer toe noch te meer aengezet , door het
wederwaerdig weigeren van den Perfch ,
ikende de betaling eener zeer grootezomme
van penningen , die van den jongen
Konink , onder den naem van erkentenis
had Uten vorderen : als mede van de vol -
doening omtrent den eifch we g ensdeTur -
kemannen , die eerft onder den Vor f t van
gehoort, en zieh daer na onder
de befcherming van den Perfch begeven
hadden , als ook daer in aengenomen , cn
aen de grenzen van het Afterabaadfche gebied,
tegens de Usbekken aldaer, geplaeft
waren : waer omtrent de Kalmakken ook
zijn belang gewikkeldengaendegemaekt
had 5 uit cen anderen hoofde voor hen ,
om die Tiirkemannen , of ten minften een
goed gedeelce daer van , als hunne jongftgewezene
, doch zedert weg
Onderdanen , weder te eiflch«
noch een goede zomme aen baren gelde >
onder de naem mede van een erkentenis;
waer omtrent de Konink hen ook niets te
wil was : gelijk zijn Majefteit mede aen de
andere Vorften van Balch en Buchara omtrent
diergelijke verzoekcn , als anders,
het befte befcheid niet g a f , maer iien ook
plat aflloeg : met byvoeging, dat den Ko -
nink van Perfie geen fchatting betaelde.
Het welk voorwaer grootmoedig, enmet
waerheit was gezeid.
O p deze wydere vervrcmdinge dan van
de Usbekken , jegens den Perfiaen , uit
die weigering veroorzaekr, viel het den
Vorft Anoesjeh^haan niet zwaer , om den
Kalmakken , met de andere twee Vorften
van Buchara en Balch, tot eenen geraeenen
oorlog tegens den Perfiaen aen temoedi -
gen, gaende met hen daer over een onderling
verbond aen , om het Landfchap van
Chorafan en gezamentlijk tebeftooken
, en zieh daer van Meefter te maken
: midsgaders het zelve dan onder malkanderen
zoodanig te verdcelen , als z y by
het verdrag daer van over een gekomen
waren: wezende o o k , om de banden van
goedc vriendfchap en over ecnftcmming
vafter te leggen , aen ^noesjeh-chaan , de
Dochter van Abdulaz-ies^-chaa», de Vo r f t
van Buchara , midsgaders aen zijn Broed<
iT SHihhaan-Khoeli-Cha-m, den Vorf t van
Balch, de Dochter van dicnücrgcntfifchen
Prins, ten huwelijk gegeven.
En of nu wel tulTchen dezedrie Vorften
een zoo fterken verbond befloten , en he:
zelve ook met twee huwclijken onder mal-
T A R T
kanderenzoo omftandelijk beveftigd wa s ,
ZOO wilden echter die beide Vorften van
Buchara cn Balch , den anderen Prins van
Oergmsi, noch niet ten vollen vertrouwen,
hebbende noch die gedachten , dat hy dit
verdrag niet wel cn meende, en de Perfianen
in't heimelijk toegedaen was : als mede
hen daer door maer z o c k met een groote
krygsmagt na Perfie te trekken , om
onderwylen, in hun afzijn , dan hunne
Landen te overvallen, en te verzoeken, om
de zelve zieh onderdanig te maken : op
welke waatrouw zy dan ook tot geen wa -
penrufting, en inval aen hunne kant, voor
het eerfte Jaer verftaen wi lden, maer van
hem begeerde , dat hy dat Jaer eerft een
rooftocht alleen zoude doen, om zieh var
zijn trouw te verzekeren, en te betoonen
dat hy een rechte, en waerachtige Usbek.
ker was, vermids dezen oorlog tegensden
Perfiaen by hen voor zeer verdienftig eehouden
wierd. om het Jaer daer aen, dan
gezamentlijk , ieder met zijn eigen ma g t ;
op eene t y d , aen eenen byzonderen oord;
in het R y k van Perfie te vallen, het zelve
te verwoeften, en daer in alle verdere mogeliike
voortgangen te maken.
De Prins van Oergentsi neemt dit d;
aen, en komt aldus eerft, in 't Jaer zeftien
honderd zeven en zeftig, met acht duizend
Paerden, in de geweften onder Me rw, een
inval doen , daer hy niet weinig grazeerd
e , en met een tamelijke b u i t , en roof
van Ve e en Menfchen, van daer weder
hun Land keerde, zonder dat daer in geftut
konde worden. Echter gaf dezen in
val zulk een kreet niet , als dien zelver
Prins het Jaerdaer a en, dat i s , i n ' t j a e i
zeftien honderd acht en z e f t i g , in en om.
trent yifierabaad, te zamen met de Kal -
makken , in een ongelijk grooter getal van
magt, als te vooren, in 't werk ftelde ;
daer hy een grouwzame verwoefting ,
vernieling , als ook een groote ftachi
van Menf then, aenrechtede
een ongemeene bui t , en zeer veele gc"
genen , van daer weg fteepte , woedende
al een goede wy l in die geweften , zonder
dat de groote Bevelhebber van dat Landfchap,
d^ie Dujaafer-Oioan genaemt wierd,
^ volk genoeg by zieh h a d , ofkans zag ,
om hen te können wederftaen , terwyl de
Usbekken van Buchara en Balch, met hunne
roof-benden o o k , tot o p twi n t i gmy -
len na , aen Mesihed alles, daer hun magt
ftechs reiken konde, vernielden, en voorts
cen groot getal van Menfchen , en Ve e ,
met een goede b u i t , van daer weg voei -
den , zonder weder in het Land te booren
, of ovcrwinningen van plaetzen te
inaken.
A R Y E. 4 2 ^
En gcfchiede dit alles op een t y d , dat
de Kozakken of Khazakkcn ook in GiLia»-,
en Maz.e»deraan gevallen waren , en aldaer
:de niet weinig grazeerden : zoo dat de
Konink van Perfie , zoo wel aen 't No o r -
den, .als aen 't Noord-ooften , van alle
kanten te gelijk befprongen wierd , cn aldus
het over al niet wc l waernemen konde,
behalven dat 'er mede geen goede toezicht
in 'c R y k , en den eerften Ho f Beampteling
tot krygs zaken , en reddering,
als ook tot voorziening van zoodanigedin-
:r bequaem wasi En of wel
n Begler-beni, of Gr o o t -
genoeg was
geraden achte, om die van Oergentsi, cn
de Kalmakken , te keer te gaen, mids de
groore ongelijkheit van de magt tuffchen
beide : echter , om dat den Konink hem
had, en van wan-plicht befchuldigde,
dat hy die Roovers zoo had laten
begaen , en niets tegens hier ondernomen,
en zijn Majefteit zieh daer over niet weinig
bekreunde , en hem met ongenade
dreigde , indien hy daer tegens niet beteten
verzag, zoo verzamelde hy daer opdan
ZOO veel volk by malkandcren, als hem
mogelijk was > aie nochtans niet me e r ,
als maer eenige weinige honderdcn in getal
konden uitmakenj daer de vyanden zoo
veele duizende fterk waren 5 cn befloot
haer aldus in die onvermogende ftaet, en
quade kans , aen te taften ; meer uit' een
loife verhaefting , en wanhoop , dan dat
het zelve voor dienftig, en van vruchtoor -
deelde, gelijk hy het ook waerlijk voor
een onbedacht en roekeloos werk hielt.
Doch te gelijk hy het daer voor zekcrlijk
aenzag, zoo hy deze ftryd noch langer
ui t f telde, en niet ondernatn, dat het zelve
door zijn Majefteit en Grooten aen zijne
kleinhertigheit zou toegefchrevcn wor -
den , en hy evcnwel op die wy z e zijn hoofc
niet zoude können bewaren , dies viel dan
als in een razerny op den vyand aen ; die
hun terftond overkrachtigde, en meefter
; wierd : blijvende aen de kant van de Perfianen
twee honderd negenenzeventigperzoonen
, en daer onder van aenzien , de
HecTDzjaa/fr-Chaanzelve, als medeeenen
Ahhmed-Cbaan , een Lor van gebooi te ,
nevens noch twee Zultanen, en twee/««, -
b*sies, of Hooft-liedcn , over honderd.
Hebbendedievan Oergentsi., endeKalmakken
, te zamen , niet meer als zes en dertig
man verlooren ; de welke daer op ook
met een goede buit weder na hun Land
keerden.
Men bevond, na haer ver t rek, dat onder
die Kalmakken wcl b y na drie deeleri
H h h 5 T u r -