i p ö N O O R D
•na zljn vc»rbeeld i en begeerte , gaerne
dcze rouwe f p y z i > voornamentlijk Dr u i -
ven van een •wondcriijken fma ek. We g e n s
de naeuwheit i en ftylheic des wegs v a n ' t
Paerd a f l t y g e n d e , leide ik her zclve by
de hand. In alle dezen,, ging den Keizer
de We f t e r f c h e Koninkskens en anderen,
zonder aenzien van 't g e v a e r , voor. Wa t
ik hier boven van deze Bergen gezagt hebbe
» we rde ook verftaen van de overige-,
ren wä r e gy wi ld uitzonderen die zieh na
•t We i l e n uitftrekken.
Hier ter plaetze moef t men eenige da.
gen vertoeven , wegens de ziekre van des
Keizers Zoon , getworen uic eene der Koninginnen
, voor welkers koetzen de wegen
ZOO ^icrlijk ge f t rooi t , en wateren b y .
gebragt waren , dat niets treflijker kondc
zijn. He t is my rot fchaemt e geweeft,
dat ik G o d , de He e r e van Heme l en Aerd
e , ZOO zeer niet diene. Ma e r als de
ziekte nu wa t was afgenomen , keerde de
Keizer wede rom , van hem te bezoeken.
Den zes en twintigften dag h e b b e nwy o n s
wyders omg o r d , tot den R e i s , . en togen
over verfcheide Ri v i e r e n . na da t
brug^en daer over hadden geilagen. Ee n
iegelijk t r a cht e over te komcn j hoewel
niet zonder gevaer , dewyl e het niet veilig
was te overnachten , op die Bergen ,
daer de Xy g e r s zieh geftadig onthouden :
het uiteindc van d i eDa g - r e i z e , werwaerts
men wilde , was noch vier mylen afgelegen
: en alzoo was dezen dag in de overtogt
byna door gebragt. Na dat men deze
Rivieren was overgetogen , wierden de
bruggen wede rom afgenomen , die van
grooce en zwaere honten gemaekt wa r en,
als maften van fchepen , gelijk de Ko o p -
liiiden van die zelvige Riviere v e d groot
hout aen 't H o f van Pekjng ftuuren , onrftngende
daer voor een ongemeene groote
prys. Ik ftond verbaeft, ziende zoo groote
en zwaere Boomen , waiTchende uit levende
fteen. Eindelijk q u am men dien
Avond aen de voorgcnoraen plaetze, naby
een andere grooter Riviere , de welke na
het Zuiden zakkende > voor een k o n e
loop zieh ui tbr e id, als een ftaende wa t e r j
maer wegens de ve rhe i t , moeften de T e n -
ten door cen andere vond o p g e r e c h t , en
geftelt werden , de wyle men matten herwaerts
niet konden brengen : om welke
oorzaeke de Keizer i n ' t aenftaende J a e r ,
o p diergelijke plaetzen , daer gewoon is
zieh neer te flaen, voor hem van d e g r o n d
o p . PaJeizen wil doen bouwen , zonder
acht te geven op de grootheit der koften.
Aldaer zullcn re zamen komen , alle de
Bouw-konOenaren en We r k - I u i d e n van
Peking » hoewel zoo veel dagcn afgclegen
O O S T
Indien hy geen Oppe f -he e r van zoo grooten
gebicd , en r y k d omme n was , die
wei'k zoude niet k ö n n e n v o lma e k twe r d e n :
zeer f choone Pavilioenen wierden hier
opgerecht, het eerfte ten dienfte alleenlijk
van z o o grooten He e r , de andere v o o r d e
Koninginnen na h s r e n r a n g , voor dePr in s
van 't R y k , en volgende oiidfte Zoon >
al te zamen van Laeken en bleeke voering,
Zeven of a cht eilen h o o g , op dat niets
door die buiten zijn , mo g t e können g e .
zien we rden. De deur e was na de wy z e
der Sineezen , regen 't Z u i d e n , gema ekt
d'alderkoftelijkfte Zy d e Dama f t , zoo
'^ierlijk, dat daer d o o r , de ongemakke n
van i i o rm-wi n d e n, gelijk als door een ftroo
k gewe e rt wi
Ten beiden
dak gewe e r t werden.
'den ftonden twe e T e n -
zyder
.yks
ten voor d eVo r f t e n en des R y k s Ra e d e n ,
de welke den Keizer in zijn H o f , twe e -
mael des daegs gaen opwa cht en 5 daer is
ook een andere plaetzevoor al zulken, me t
welke hy meer gemeenzaemheit h e e f t ,
waer oncier ik dan ook w a s , wien 't ge -
beurde te mögen in en uitgacn , wanneer
' t my gevi e l , maer deze zoo groot e v r y -
heit hebbe niet te vergeeß gebruikt. Ik
moeft verftandig en omz i c h t i g zijn , ora
den a fgunf t van anderen niet op my te
laden.
Rondsom de T e n t e welke reeds gepr e -
zen hebbe , waren Winke l s , en bui t e n
de zelve wierd een net gefpannen , vaa
dikke en zwa r e t o uwe n , zeven voeten
hoog , 't welk is in pJaetze van een twe e -
de m u u r , waer ook een achterdeure i n ' t
Noorden wa s , en een andere in 't Zu i d e n ,
in welke de benden Ly fwa c h t e r s wa r e n ;
maer binnenwaerts was de plaetze der He l -
lebardiers. Vo o r de laetue en buitenfte
ommetrek was noch een kring , van T e n -
ten , zeer di cht aen malkander gevoegt ,
en als in een geweven in 't r o n d e , in welke
de Zoldaten by dag en n a c h t , t o t
meerder zeekerheit wa c h t hielden. O m -
trent twe e boogfchooten van hier onthielden
zieh de Vor f t en , en den Adel in hare
Te n t e n , zoo naby den anderen , da t
z y wel te r e cht een vierde mu u r ma e k t e n :
het overige Volk lag na buiten , in zeer
goede r a n g , zoo , dat een iegelijk zonder
moeice zijn eigen woonplaets kondc vinden.
Aen elken z y d e o f Oe v e r v a n d c R i -
viere, een halve of wel een heele myle ver,
was een dubbele reye me t Te n t e n opge -
flagen , de welke als een BoJwerk de beide
ingangen van de Rivi e r e wcl be i che rmden.
De We f t e r f c h c VorOen bleven biiiten
dit we rktuig. De mcnigce der Mc n -
fchen was zoo o v e r g r o o t , dat het te verjgeefs
zoude wezen 't getal te willen uitdrukken,
T A R T
drukken , op da t niet miflchien daer om-
^ e n t zpude dwalen , of anderen die hier
van gefchrcven hebbcn , tegen fpreeken.
P e n Keizer gezint zij;ide des daegs met
d e J a g t z i eh te vermaeken , heeft een vier
4ubbclt getal van Paerden en Kamelen nod
i g , ci) wat voorEs tot zijn Majefteics gc - :
bruik is ve r e i f t , we r 4 ZQO fpoedig toe -
gevocrt, dat hy alles c ^ be f temde r plgetze
§ierlijk gere.ed vind i en zonder geraes ,
niet aijders als of daer niets te doen wä r e ,
waer uit lichtelijk kan werden afgenomen,
dat ten zy de We i d e längs de Oeve r s van
de Rivieren zeer Gr a s ryk waren > dat
zulks t'eenemael zoude onmogelijk zijn.
Den dertigften dag van hier wy d e r o p -
getrokken z i j n d e , ontmoetende wy aenftonds
een zeer fnel loopende R i v i e r , alwaer
den Keizer d o o r mededogentheit bew
e c g t , opentlijk heeft doen g e b i e d e n ,
dat niet meer als twee Ruit.ers nevens den
anderen over d e b r u g z o u d e n r y d y i , , op
dat niemand verdrinken zoude , welke
langduurigheit den Av o n d mede bragt
zijnde veele genootzaekt aen deze zydi
van de Rivi e r e te verbiyven.
Eenige dagen na de J a g t , wanneer een
ieder voor Zonnen opgang \
t r ok den Keizer voor alle anderen;
^ j e d i f t , "was ik me t drooge R y s zeer
w^l te Vreden; wa e rom des Kejzers Schoonvader
my ter ma e l tyd noodende , z e i d e ,
dat men ons met k o u t wat?r en drooge
R y s overvloedelijk zoude verzorgen.
A R Y E. i 9 i f
voort l o o p t , ZOO dat zy in körten ter beftemder
Als de Ta f e i s we g genomen waren ging
ik dagclijks na 't H o f , en wanneer de
Keizer te Paerd fteeg , volgde zijn Ma j e -
ßeit mi d d e n onder de aenzienlijkfte Heeren
tot Zonnen ondergank, zonder f p y z e
ten wäre men daer voor wil houden , die
raeuwe Ve ldvrucht en , we lke nut t igde gedoemt
met ma t ighe i t . De z e wy z e van leven heb- t e g a e n
be ik drie Ma enden onde rhouden. In de
Boifchcn vond ik eetbare Padde f toe l en,
die omt r ent zoo groot zijn als onze hoeden.
Te rwy l cen iegelijk uit de Dalen körnende
als men J agen z a l , tot den top des
Bergs o p k l imt , we r d den ommekr ing regen
de wilde Di e r en w y d en zyds na des
Keizers welgcvallen geplactft , in voegen
als volgt.
Als de Ru i t e r y geftelt i s , onder haere
eigen Standaerden , dan werden na het
gegeven Ze i n , twee Rui t e r s met blaeuwe
Vaendelkens a fge zonden , van welke eene
na d eVI e u g e i t e r r e c h t c r z y d e , en d'andere
ter flinker hand na cen gezct perk
plaetze , twe e my k n van den anderen
z i ; n d e , aenkomen. Boven de z e
kring j welke dan gemaekt we r d , o^ het
leus geven dezer Rui t e r s , ftaet noch een
zeer lange reye van Ru i t e r e n , op dat zy
de wilde Dieren tuflchen de Boifchen t e
lichter opipeuren : in 'r midden van deze
plaets we rd een bleek Va e n d e l , als des
Keizers Standaert zijnde , o p g e r i c h t ,
't welk ook voor den Keizer aen ' t h o o f t
vän een R o t r y d e n d e , gevoert we r d ,
H y ma ekt e my deelgenooc van deze z o o
aengename oefFeninge, milTchien om mi j n
groote b a e r d , de welke onder ongebaerde
Menfclien j byzonder uitftak : dit ge -
fchiede in ' t midde van een vlakte vol v c n
quartelen > van welke hy in körten twin«
t ig mec Pylen door f choot voor mijne 00-
gen. Na de opgemeice kr ing van Ru i t e ^
r e n , volgt een a n d e r , beftaende uit de
voornaemfte He e r e n , welken aenbcvolen
is te dooden wa t der voorigen banden ont -
komen is. Tu f l c h e n de z e voorfte en achcerfte
Benden R u i t e r e n , en na des Ko -
nings Standaerd , volgt de geheele H o f -
.. . ftoet, te P a e r d e , de welke zeer vaerdig
, zijn om zelf op de minfte oogwink a cht te
n ' flaen , zoo dat op deze Klippen zelf alle
iegelijk at als ' t hem geliefde, dewyle de i dingen by de hand en gereed zijn * als in
uure v a n 't Mi d d a g mael onzeeker was. 1 het H o f : wanneer den Ke i z e r t o t de R o t -
E n wanneer ha l f gaer VIeefch (da e r deze zen g a e t , we rd een v u u r in zeeker z e ld.
Mcnfchen groote fmaek in hebben ) wi e rd i zaem werktuig, ruffchen Paerden hangende,
gedragen, me t e e n k e t e l , houdende Ta r t a -
rifche Ch a of T e e , en wa rm water van
[cfmolten Sne euw, verfche Vr u c h t e n , en
1 't geen dienen k a n , om de Ma egegr a e g
t e m a k e n , we rd met groot e va e rdighe i t ,
bereit. Als by geval een neft van jonge
Tygers o n t d e k t wi e rd , toefde de gefne^
denen, die de zorge over de Schapen aenbevolen
w a s , een we i n i g , waer door de
toegang tot de zelve o p e n f t o n d , de f chul -
dige aen di t wachten , wierd acnftonds
nevens de Kameelen t e v o e t
• d o o r hy zeekerlijk zoude
geftorven hebben , indien den Keizer hem
van de ftrafFe niet bevryd h a d d e , alzoo
werd over zoo kleine mi f d a e d , zulkeij
zwaren ftraffe gedaen.
Delaerftennoo p beftaet u i t h e t f c h u im,
n dienftboden en knechts. Ma e r de
Wefterfchc Vorften als die tot de z e Bof -
fchen meer gewent zijn , droegen zieh als
Bevelhebberen , op dar niemand zijn p o i l
verlaten zoude. Veele Ha r t e n wegens de
groote engte van de plaetze , den Ru i t e -
ren aldaer in gevaer brengen , fpringende
wel zes eilen elkea fprong. Da e r ter plaetze
werden gevonden welriekende Ka t t e n ,
Voflen , Wo l v e n , Geicen , Schapen van
B b 5 ver--