I f
fr^ilh
26z N o o R D
Iiy de zclve tot cene ftrecke van cen vi«
lendeel Dui t fche mylc in de (Knfpi f che )
Zee > en floot de zelve mct yzere poorcen
toe, na meer als de t yd van ccn Jaer d.ier
acn beftect wa s : zulks die oort toen van
honderd Mcnfchen kon bewaerc worden
daer te vooren geen honderd duizerid man
nen magt ig waren , om dien oort te befchermen.
Hy vergunde den Ov e r f t e , die
aldacr geftelt wa s , op een Gouden Throon
te zi t ten: waerom de Koning of Chan van
die gewef ten, namaels de Koning desThroons
genoemt wlerd.
De Moegalen en Tartaren hebben een
twaelf Jarige Ci rkel van t y d of Jaer-rekeningj
welke, voleindigt zi jnde, zy weer
van vooren aen beginnen te telJen. El k
Jaer heeft een eigen benaming van zeeker
D i e r : als, een de Mu i s , t w e e d e O s ,
dric de Luiper t , vier de Haes , v y f d e
Krokodil, zcs hec Serpent, zeven het Paerd,
acht het Schaep , negen de Aep , tien de
Hen , elf de Hond , twaelf het Verken.
Goal, in zijn byvoegzel op den Sineefchen
At l a s , fchryf t van deze tydrekencirkel
derTartaren enTurkef tanders, wel -
ke ook de. Sineefche Boeren met hun gemeen
hebben, aldus.
D e Sineefche Boeren , als Mar t jn get
u i g t , en de Turkf che Nomaden of Ve e -
hoeders, of Scythen > dat zijn Tartaren
(volgens berichc van Nafrodin en anderen )
reekenen de uuren der dagen» en dedagen
zelfs , en Jaren > in hunne twael f cirkels
of kringen , by namen van Dieren. We l
zijn de Dieren een en de zelve > maer de
namen , na de verfcheidenheit der beider
Land-talej verfcheiden. Zy fchryven aen
elk van deze tyden , en inzonderhcit van
de Jaren , zijne hoedanigheit, en kracht
o f uitwerking, na de natuur desheerfchenden
Di e r s , toe. De beginzelen nu , of
aenvangen der uuren> dagen en jaren, zijn
by beide deze Volken , Turkeftanders en
Tartaren j een en de zelve, die by de Sineezen
in gebruik zijn.
Narnen der « w ¡artn.
Een Muls , twee Os , dric vier
Hats, v y f Praei;, zcs Slang., zeven Vaerd,
ichtSchaep^nt^ea jiep.tkaHen, úÍHond,
twaelf Ferken.
Namen der ¡.eher Dieren in de Tale der
e Turke» en Tartaren.
Een Kefigu, twee Oth, drie Pars, vier
Tauxkm, v y f Loni, zes Ttlan, zeven
Tundi AchtKoHi, n^gcn Pichin, tien P ö -
ki*k> e l f / i , twzdfDengHK,.
eil O O S T
Namen der z^elver Bieren in de SinefcheT.tle.
Een Xu, twee Neu , drie Hk , vier
v y f L w w , z e s A i , zeven M u , acht
, ncgen/ f f«, tien A7, el f/Ci«, twaelf
In -t twael fdejaer , het Ferkf» genacmt,
wierd7«wir/.i«gcbooren: als wanneerdes
nachts cen vuurigen Heimet , door den
Hemel vliegende, en tijne vonlcen alom
verfpreidcndc j wierd gezten j hoewel andere
z e egen, dat Tamerlaen van Dui t f che
afkomft wa s , en, jong zijnde, Ve e llal:
waer ovcr hy , by de Härder s , mct een
Pyl get rof fen, en mank wicrd , en dacr
na den naem van Timur-leng , dat i s , Timur
de manke , kreeg , die eindclijk by
d'onzen in Tamerlaen verändert is. Ande -
re houden mct meerder reden ftaende, dat
Tamerlaen uit de itam van den eerf tcnTartarfchen
Keizer Cingis chan gefproten was :
ZOO dat TamerLten hcm , in de achtfte afdalende
graet , zoudebeftaen, o f z i jno v e r ,
o v c r , over , ovcr Groot - v ade r wezen.
Dus verre Gool.
Daer Word g e z e g t , dat de tegcnwoordige
Indifche of Mogolfihe Xeizer van d e '
derde Zoon van Tamerlaen gefproten zy :
waer de nacra van Mogul, of Mogol
jn Mogor ook zijn herkomll zoude heb.
ben s en zoude des zelven Zegcl-ring van
ZOO veel kringen zijn , als de Mogd door
Vaders van gemeiden Tamerlaen afgedaelc
is : in welke eerfte kring de naem van
Tamerlaen gefncdcn is. Volgens bericlit
n Chondcmirw, zoude Tamerlaen zes en
rtig Zoonen en Neven nagelaten hebben.
Anders beginnen de Tartaren hunne
Jaer ofTyd- r ekening met den aenvang der
regering van Cingis chan.
Tßid'SiUgenia, is de naem van een Mo e -
gaels Vor f t . Van zijn gcbied tot aen een
plaets, BnlHgan genaemt, is louterfteene
gebergte. Hy zwer f t mct zijn Horde omtrent
de plac t s , daer ik hem in de Kagrt
gebragt heb. Hy onthoiid zieh onder
Hutten en Tcnten : waer mede hy , gclijk
de andere Moegalcn , na gelcgenheit
van t y d , verhuift.
Tz.ara-Moerin,h eenMoegaelfclie Vl iet ,
welke, vereenigt met cen anderen Vl i c c ,
Loghanoe genaemt , te zamcn tot eenen
cenigen grooten ftroom w o r d , die uit
Tartarye door de groote Mu u r , tot in
Sina fchier. Längs dezcn grooten Vl iet
ftaet het vol van alderhande ßoifchazien :
en zijn des zelfs Oevers mct vcrfcheide en
veele wooningen betimmert. Men zoude
aen dezen Vl iet alderhande vaertuigen können
timmeren , om daer mede uit Sina ,
buitcn en binnen de Muur , en in Tartarye,
T A R T
tye , na de känt van Lcao-tmg te varen :
te wc ten, door fpruiten, welke, zoo gezegt
word , in de gcmclde Vl iet ftortcn,
en derwacrts fchieten > hoewelze ons onbekent
zijn.
Deze Rivicr , en meer andere, welke
uit Tartarye in Sina , door de groote
Muur , heen fchieten , nemen hären oorfpronk
ftccne i
Ziet tiov
«a ia de
Reis vm
Dnk , voor het meefte gedeelte
e gebergten 5 want tuilchen de Vl iet
¿'Jmur en de Mu u r , vind men een rceks
van zeer groote fteene gebergten. Al l e
Vliecen , die naer de kant van á'Amur ,
uit deze gebergten fpruiten , fchieten nict
naer Sina hecn; macr alJe de anderen, welke
uit die gebergten, naer de kant van de
Muur fchieten, loopen of tot dicht onder
de Mu u r , of wel gchee) tot in Sina. Ge -
lijk men diergelijkc geftalte aen de Alpe s ,
en het Pirineefche gebergten mede ziet.
Men vind, volgens bericht van zommi -
ge Kei z iger s , aen de kant van Lem-tung,
of Leao-tnm , een klein Meirken , in het
welke Oefters gevonden worden , daer
Paerlen in groeyen. Do c h alzoo de rechp
te plaets van het zelve niet we t e , heb ik
dat in de Kaerte niet gebragt.
Cbiekfi o f Gienka is een Ri v i e r , welke in
de Vl iet Selenga, en deze weder in het
Meir Baikal, dat aen het Moegalen Land
ftoot, valt. Aen de mond van de Rivier
Chieka is een kleine fterkte, op bcvel van
hunne Czaerfche Majef tei ten, van hout
gebouwc geweeft.
Aen hetMoegael fche gebergte, Samma
gebeten , is een zandige Woe f t yne , en
dorre He i d e , die met doornen bewaflen
is. Ten einde van deze Heide zijn een:^
Horden, daer de Luiden zieh in Hut ten
van Biezen en Riet gevlochten, en van
buiten met mengzel van Koeyc - en Kemels
of Ezels-meft befmeer t , cn daer boven
met een haaire o f zaeye dek bekl cet , ophouden.
De z e Luiiien erneren zieh met
V e e : geüjk ook de Horden omtrent het
gebergte Tan^a acht mylcn van daer , van
gelijken mackzcl z i jn, en ecncrlei aerd
inwoonders hebben.
AínUerm meent, dat de oudeStad/Trfwh
l u nicc op de placts van de hedendaegfche
A R Y E. 26^
laem verwifTclen. Tentydedesf tamsC^f«»
o p ' t Jaer twaelf honderd acht enzef l ig>
wiercf de Landftrcke en Hoof t i l adM'Kg»
Jeu genacmt : ondcr de flam van On i
Sineefche Hoof t f tad Peking gelegen
heeft: maa- cenige graden Noordel i jker ,
in Moegalen Land. He t is aenmerkelijk ,
dat de Stad en Landfirreke van Peking , in
verfcheide tyden , vcrfcheide namen gevoert
heeft; dewyl het een gebruik en zondcrlinge
gewoonte by de Sineezen i s , dat,
wannccr een Sinccfchc Keizcrlijke ftam ,
die over "t R y k Sinagebied, komt t e v e r -
ardcren, gemcenlijk ook dan de voornaemilc
SiedcD, en zelfs het geheelc R y k , van
als d e i l jm/ t e ahe e r f cht e , wierdngyang
, en onder de ftam Cyin >
Fanyang genaemt : niaer de ftam Taimingy
die de Tartars uit Sina verdreef , gaf aen
de zelve de naem van Peking en Xmtien.
Peking zoude op Sincefch Noorr-hoofifiady
den hemel gehoorxjamende , gczegt
zijn.
De Arabifche Landbefcliryver Alfergan
zegt, dat de SinccfcheHoof t f tad en grootc
Zee-haven in de eerfte klimaet o f afdeelinge
des Aerdbodems is gclegen , zonder
cvenwel de zelve te noemen ; werdende
anderzins, by d'oude Arabieren , de Sineefche
Hoof t f tad , Omncy of Qninfay ,
en o o k , by zommigen, j^«»»«« gehcten:
doch het is niet waer fchynel i jk, dat daer
mede het hedendaegfche Kambah of Peking
verftaen wo rd, alzoo het zelve buiten
het eerfte klimaet of afdeeling des Aerdbodems
, zoo als die bv de ouden was afgedeelt,
gelcgcn zoude zijn : maer wel
eenige andere groote cn wel eei*vermacrde
Hoof t f tad in Sina : gclijk , by de oude
Arabifche Schr y v e r s , de Steden in Sina,
en Taichon, vcrmaert zijn geweeft.
yibtdpharap de Arabier , mel t , dat
in zijnen t yd de Stad Tcichon , door den
Koninklijken Zetel , vermaert was , zoo als
hem gezegt was van zeker Negierancnzer
Monnik, d i e , met andere Geef tel i jken,
uit zijn Vader land, van hunnen Patriarch,
derwaerts gezonden was. Wa e r uit te beftuiten
fchynt te zijn , dat de Chriilelijke
Godsdienft al te dier t yd (het gene ik mene
omcrent , of voor den Jare duizend to
wezen ) in het Sincefchc R y k ingevoerc
z y ; hoewel nadcrhand geheel verduiftert is.
D'Arabifche Schryver s , welke na den
tyd van ^a¿í>»;«gefchrevenhebben, hebben
de Noorder deelen van Sina, waer in
Kambahi gezegt wierd te Icggen , Chatai
genaemt: en zegt van dit Kambaln de Arabifche
Schryver Ibn-Said het volgendc;
Men verhaeh van Kambnlus grootheit wonderheden
, die het mcnfchelijk begrip te boven
gaen. Het is een Hooftfiad , door Koopman-
Jchap z,cer vermam. De Imvoonders z.ijn
CiiatslTS: en , om hare grootheit, is het
de Stad i/,r»Tamgagius idus wierd de Cha -
cxefche Keiz.cr genoemt, die toen over hec
Land Chatai heerfchte) geheten. De Rciz.igers
meenen (misverfiandelijkj) dat de muur,
ivelke dez^e Stad omheint, z,ich drie en nrintig
dui^ reiz^ens, van het Oeßen na V Weflen,
Mtflrekt.
De Tartarifche Opper-pricfter ofA'^-
toechta