füll - :
N O O R D
der Nbòrde l i jk, woonen, zòo hy bericht
e , ved Tu n g i i z c n , d i c h y z c e r verachr
e > en zeide als wilde Menf chen in het
Bofch te leven : könnende nocli Lezen
noch Schryven j maer tot zijncnt was
het Ge f chr i f t Tangtfts > doch konden
aldaer, behàlven de Geefteiijken , •
nig Menfchen fchryven , ' t g e e n l i y , als
wezende een Leerling van zeeker Lamoi
Priefter die onder den Katotcka f l o n d ,
en deze weder onder den Dalai Lama
Tanpit i zeer wel k o n d e , en m y een proefje
van eijn h a n d , zeer net gefchreven vertoonde
: hy wäre befielt geweeft tot den
Geefteiijken d i e n f t , en daerom nooit te
zullen trouwen } zijn Me e f t e r , zeide hy
hadde a cht of tien diergelijke Jongelingen
gehad op zijn vervoering > die h y in nun
Leer onde rwe e s , beginnende met te Le -
zen en Schryven na de Tangucfche wyze.
Wezende het Lezen en Sc h r y v e n , een
groot deci der Gcleertheit, om dat weinige
zulks kennen d o e n : maer vermids zeer
jeugdig van daer was g e b r a g t , zoo ha.
niet veel van die Afgode rye onthoude n
men bad Prenten aen , die Afgoden e
Duivels beelteniflen vertoonden , ook den
grootea Lama tot Tangnt, die liy mede
geoordeelt had nooit te fterven j wi f t van
de Stad Sarantala te fpreeken. De Priefter^
zijn Me e f t e r j droeg niet als roode en gee*
le kleederen , en of f chooa niet vermögt
te t rouwen , zoo behidp z i eh met Slavinren
: hy dede den Geefteiijken dienft in
d e Hu t t e n . was genaemt Lofarui Soen
Lotndutki Hy noemde in Ta n g u t f c h e
Land de Steden Ridoen, Bribón, Daßhm'
ho, Gonbon, Daiton , Boerolan , yiltinfomna,
dat is het Go u d e Kloofter gezegt,
om d a t ' e r een verguld Da k is.
D e Katoechta Lama , die hy zeide ,
dikmael gezien te hebben , in zijn eigen
Land , zeide hy , te woonen in een plaets
als een Kloofter, bezittende zoo hier en
daer eenige vafte wo o n i n g e n , welke hy
b y beurten bewoonde , naer dat de Voikeren
zieh legeren , kiezende fteeds een
der zelve die naeft by de zwervende menigte
i s , tien duizend Menfchen omt
r e n t , volgen den Katoechta , als hy opt
r e k t , die zieh in ' t Ve ld rondsöm zijn
wooning ter neder flaen. De Katatchtn is
Broeder van den Otßram Sain chan, welke
<• ZOO h y zeide ) aldaer het waereldlijke beftiert,
ZOO als dezen het Geefteiijken Ge -
zag in dien Oo r t heeft : eiders zegt hy
meer Katoechtats te zijn , afgezonden tot
verrichting van den Ta n g u t z e n Geefteiijken
dienft. In zijn Vaderland verhaelde
h ) / , geen of zeer weinig Amba cht e n te
zijn j en byzonder geen Wcve rycn , glo
o s T
leen kàn hien daer een Kleef of Mitt s
naeyen . werdende alle de ftoffen uic Sina
gebragt.
Men vind daer veel kleine Shngen, anders
weinig vergiftig gedierte, Xygers of
Leeuwen tot zijnent niet zijn , maer wel
op zeeker gebergte , genaemt Ontaifin ,
gelegen tuflchen Tanm en zijn gcboorte
plaets i daer is veelderhande Vi i c h , als
A e l , Ba e r s j Steur , enz. Da e r gaec tot
zijnent geen Ge l d om , maer men weegt
malkander het Zilver t e e . Van zijn woonplaets
tot aen Tangut s Grenzen te reizen,
had men van doen veercien dagen , d o c h
tot in Barantola is grooter Reis : Baratola
zeide h y , zoo wel d eHo o f t - f t a d vmTan-
¿ m , als een Eiland te betekenen.
Men brengt kopere en yzere Ketels uit
Sina in zijn La n d , daer de Spys in gekookt
we rd .
De Aenzienlijkfte onder zijn Na t i e ,
hebben zoo hier en daer vafte wooningen ,
die zy by beurten b ewo o n e n , doch de
;n onder de Hu t t e n
en Tent en.
De naeft aengelegene Volken zijn Mo e -
gaelfche Vo r f t e n , groot en kleine, welke
gevolgt werden , beweften van de zwa n e
Kalmakken, en deze zijn dus b e n a emt ,
niet van o f naer d e v e rw, ma e r by v e rwy -
ting ter f chimp.
D e Vr o uwe n werden van de Ou d e r s
g e k o f t , of gevangen i n g e b r a g t , en zoo
tot Wy v e n aengenomen. Hy ftofte dac
zijn Na t i e hiui eigen He e r wa s , maer di e
van I^tMche , haer Nabuur en onder Sina
gehoorde : Volkryk zeide h y , zijn La n d
te zijn , d o c h men wooflde als ve r f t rooi t ,
al om te Veldewaerts.
H y wift van de Rivi e r ^ » ¿ a r a te fpr e -
ken, en zeide dat de Ylieten tot zijnent
klein waren.
Aen elk was Iiet v r y tot zijnent te gelooven,
wat men wi lde , en z o o e e nGo d s -
dienft aen te kleven , als welgevalJig wa s :
Chriftenen of J o d e n v o n d men tot zijnent
n i e t , ook geen Mahometanen.
Z y dragen geen Hemb d c n , en weten
ook van Linnen nie c s: gebruiken La e r -
z e n , die de Vr o uwe n maken , we i k b e -
kleed zijn met wit ftof dat uit Si»a k omt ,
' t welk zy ftikken : zy zijn binnewaerts
van L e e r , dragen ook onder-Iaerzen, die
van Zy d e zijn.
By hen valt Yz e r daer zy geweer van
maken, doch Köper we r d hun uit Sina
gebragt.
E n van de Kant van ^ ¡ b a ß » , dat nu geftoopt
is j werden hun fteenen toegebragr,
daer zy Zilver uit arbeiden, "t geen zy
weten te bewerken ; Boskruid maken zy
z e l f .
T A R T
2e!f, d o c h de Zwa v d komt uit Sina.
Daer Waffen kleine Appelcjes, ook alderhande
Acl-bozien , doch geen Peeren ,
maer wel Br amboi z en, Kaftanien , en
blaeuweBeflenj hun fpys i sme e f t Vl e e f ch:
z y hebben geen Vaften dagen op zeekere
bepaelde lyden , d o c h wel zomtyds uit
G o d v r u c h t i g h e i t, zy weten d a t ' e r G o d
i s , en zijn angftig voor de He i .
De Bratski Volken die nu rondsom het
Baik ^ w/oonea, zegt h y , van hun te zijn
uit gegaen » of a fgeweken, zijn zeer ver«
wildert, zoo h y z egt , en weten van Go d
noch van zijn G e b o d , dragen kleederen
die benaeit z i jn, of geborduurt mec alderhande
Lakene läppen , ^ieraeds halve.
Onder hun woonen , zoo eenige 7»»-
ß , Katmak ^ n cn Si»teK.en, ookTan ^Hts
Olk, welke aldaer het meeft zijn ge a cht j
en in grooten aenzien , om dat Schryve n
eo Lezen können : dikmael k omt daer een
Tanguts Gezantfchap. Z omt y d s , d o c h
zeer zelden koraen in dit zijn La n d Perfiaenfche
Hande l a e r s , die Sineefche Wa e -
tv
ren a fha l eu, hun drank is Wa t e r , T h e c ,
Melk, e nBr a n d ewy n , v a nEz e I s ,Ko e y e n ,
Schapen , en Paerde Melk g ema e k t , zy
maken Ka e s , kamen de MÄc tot Bote r,
A R Y E. 25, -
In de geweften ftrekkende naer Tangut,
zegt h y , wilde Stieren en Kocycn te zijn,
en by hen vecl Harten en Inkhoor ens , ook
veel Ar enden, Valken , Ganzen en Zwa -
nen. Hu n teilen of rekenen gefchied op
Leyen , der wyz e als de Huis-iuiden hier
te Lande doen.
Van de gedaente des Aerd-kloots weten
zy n i e t s , de Zon meinen zy even onder
het oppervlak van de Ae rde te g a c n ,
en ZOO des Morgens weder te voorfchyn
te komen.
Z y bereizen hun Land zeer langzacm,
hebben meeft alle zwarr haair i ongckrulr,
en zeer weinige bruin blank of ros.
Het hooft werd gefchopren met een
Scheer-mes, 't geen zy zelve maken , of
hen uit Sina werd toegebr agt , behoudens
dat een tuic achter af hangt . Di e een jon»
ge Do c h t e r ongetrouwt be f l a ept , moct
zulks by d eVa d e r boe t en, met een Paerd»
Kameel, of eenige Schapen , geevenaert
naer de hoogheit des p e r z o o n s , want een
Maegt te onteereo , zeer zwaer werd genomen
, d o c h byilaping van bejaerder
Vrouwen , en we rd niet geachr. Zy plegen
op h e n twa e l f d e o f dertiende J a e r t e
t r o u w e n . en is het iet zeldens dat een
die z y fmelten na de wyz e der Moskoviten. perzoon van twint ig J a e r onge t rouwt blyf r :
Zoete Me lk daer de room af i s , ge- | oud e Vrouwen gaen in Kloofters, die hy
mengt met verfche Me lk, doeo zy in doe- echter zegt niet geziea te hebben, om dat
Jcen, 't geen dan gewrongen toegebonden, . verre van 't gcweft daer hy zieh ophielt j
e n g e p e r f t , Kaes werd. j zijn gelegen.
Als zy van afgelegene Piaetzen fpreken, 1 Hy hfldde een Zabel pp zeide , welk
geggen enkelijk ter rechter of t f r flinker jverkeert Jioiig, lang vier en een ha t f fpan»
zyde,
zonder d»t de geweften by de jvinlen
weten te onderfcheiden.
Het js der Vrouwen 'sverk de klederen
z y was zeer l i c h t , en ui cgehol t, de rüg
b r e e t , ep yoor zeqr f c h e r p , 't was Sineefch
ma e k z e l , op zijn hoof t droeg hy
zyde;den V
üt - .
t e maken, die onder de armen zijn toe ge- 'een Sineefch-Tarters mu t s j e , met eenrooknoopt,
zy dragen meeft Dama f t of Stof, de vlok-zyde q u a f t , de r.ant was Bontva n
' t geen zy Kitaike noemen , van Wo l met j vliegende Inkhoor ens , hy had bruine 00-
weinig Zy d e d o o r een gewe e f t , gema ekt ,! gen , was plat van a e n z f c h t , doch niet
welke beide hen uit SinA toegebragt we r - j van n e u s , aen zijn lijf had hy twee rokden.
k e n , een lange , en een körte , van ftof
By Wi n t e r t y d werd deze kleeding met daer Draekea in verbeeld ftonden , n a d e
Bond g e v o e i t , voornaem met goede Za- Sineefche wys. Zijn Landa e rd, zeide h y ,
b e l s , die in zijn Land vallen. zeer genegen tot Ta b a k te z i j n , die zy
Koorn waft daer n i e t , maer wel eenig j iWn o e m e n , welkrosaclirig hen uit
y/einig R y s : zonder het welk zy npch toe werd gebriigt, fijn gefneden als rafels.
¿aeyen, n o c hMa e y e n .
Z y jägen de Paerden i n ' t Bofch , of in
d e We i d e n . Wa n n e e r zy den dienft niet
meci-vereifchen, die gewent z i jn, vanzeU
ve te huis te kpmen.
Het js daer des Wint e r s v r y k o u t , hoc
iwel het daer weinig ^neeuwt, en als'er al
Snecuw gevallen i s , zgo weten de Paerd
f n met devoe t en het zelve weg te fchra«
f.en , <n ' t Gr a s van daer onder te.c«ten.
Men vind "er wilde Pa e rden, en wilde
Schapen » d o c h beide v r y klein.
zoo als iets daer van onder my be ruf t ; hy
vertoonde my eenkoopcre Sineefche Tabaks
pyp,"di e een derde kl e iode r , zoo ketel als
fteel wa s , als de pypen hier te La n d e .
Het Wi l d vangen z y met Py l en Bo o g ,
en ook zcmcyds met R o e r s : hy z e i d e .
dat de zomipige.in zi jn . L a n d , gekleed
gongen op zijn Sineefch.
H y jvift vaiieen Volk t e f p f e e k e n , niec
ver van de Sineefche Mu u r woonachtig ,
b y hen genaemt Wi t -mu t z e n , die in eigen
Land vry i e e f d e , en onder h u n ongeloo