, - f
fli^l
f1 ^
lif
fiV
if
340 N 0 0 R D
die Kering gcnaemt wicrd. He t Volk ,
ralcpi gebeten , woonde ter pke t z c , daer
nudeRyken Laoi en Tenquin leggcni welkc
in den Arlas zijn te zien.
De Sinefche Keizer zand te dier ty d
Over Zee , beooften , zijn Vloot , om
vreemde Landfchappcn t'overmeeftercn;
waer van den opgemeiccn Schryver zegc
r i e t zekers te weten , werwaerts hy zijn
fti-cek heeft g e z e t : want de Sinezcn verachten
de Volken , die buiten hun Land
gelegen zijn , en reppen daer van in hu;
e n O O S T
veeltyds gefchied , valc een bezwaerlijken
w e g , wegens fchaei'slieit van wa t e r , en
onbevolkte phe tz en , nadeniael dien we g
meeft al door'zandige Woe f tynen gaet, alwaer
men 't wa t e r , t'zijner behoefte nodig
, al vcel dagen mocc met zicii nemen,
om dat üldacr geen waterachtige plactzen
o f R i v i e r e n z i j n , waer door heclaftdrag
c n d V e e , als Paerden en Kamelen, e r z .
veel komen af te (lerven.
In Tiice worden gczcgt zeer groote en
quaedaerdige Honden te zijn, te vergclij».
fchriftcn ni e t , meinende dat aide waereld ken met de ftrydbare Lecuwen. Van^deze
buiten Sina Barbarifch i s , en vuile Slaven
zijn: gelijk zy de Tartaren n o c h h e d e n , by
verachting, Nueie», dat is plompaerts, n
men. He t is wel waerfchynelijk , dat zy
boven Jnia» , of Straet 'de Fries, cn ii
yimerika, hebben geiand: 0 0 k hcbben ge
wislijk die van Kirmhojj en andere Ry k e n
daer omtrent 7 Hunnen oorfpronk uit Sin;
gebragt : gelijk zy noch heden der Sinezcn
Lcttercn cn Cyffers gebruiken. He t
mede , ze^t Ma r i j n , waerfchynlijk, dat
oulinks de Sinezen tot aen de Ro o d i
hebben gevaren : en is byzonde r , dat een
groot Sc h i p , op Sineefch, Puncum wor d
genaemt; daer anders Pancnm een houten
Paleis gezegt is.
By dezen Schryver wo r d 0 0 k gelezen
d a t , ter ty d voor de geboorte onzes Za
ligmakers, zekercn Sin^chen Konink, om
de Ta n a r e n te beftryden , buiten den Sinefchen
M u u r , Vierkante Kaflelen ded(
fliehten, svaer onde r , en op , zijne krygsknechten
hertret zouden kennen nemen
cn de geroofde buit bergen. Van welk
Kaftelcn hy niet z e g t , dat overblijfzelen
te zien zijn. Do c h zijn by my aftekcningen
van deze Mu u r , cn de Landftreke
daer buiten , in banden , van Reizigers
die derwacrts zijn gewe e f t , ontworpen
waer in , buiten de Mu u r , Sterkten of
Karteien aengewezen zijn , die ik dan giffe
, overblijfzelen van deze zeer oudc t y -
den te zijn.
Wanncer de groote Mu u r wierd geveft,
trachtede de Tartaren het werk te beletten
, verjoegen de arbeiders, en deden in-
Valien i n ' t R y k ; waer tegen de Sincfchen
Keizer den Veldheer Gueicingu-, tot hen
a f z a n t , die hen den oorlog aen dcde , en
wierd by de Ry k e n TangHt en Ttbet heftig
geftreden , daer de Tartars te kort f choten
, ZOO dat 'er veele gedood , en levendig
in des vyands handen vervielen. De
Sinefche Keizer , tot teken zijner overwinninge
, klom , uit vermaek , op liet
hooge Tangut f che en Tibe t f che gebergte.
Door Tibet na Sina te reizen , gelijk
word'er ccn groot gecalaen 't Sinefche Ho f
bewaert.
In/:/«•» 7 / ¿ í / v a ] tKr i f t a ] , Mu s k u s , en ond« •
Schape-wolle, doch in geen groote me- da« vañ
nigte: 0 0 k de fteen J a c h e n , die van hocge
waerdye is. «o »o/d
Het Koninksken van kUin Tibet quam l-i^gdov"»:
op het Jaer zeftien honderd vier cn zeilig,
( t e r t y d als Bernitr , onder het gezag van ren is.
yiureng-z,el), in Kachemire wa s ) den Gr o o -
tcn Mo g o l ^ureng.aeb in eigen perzoon
begroeten, hem opdragende eenig klein
gefchenk van boven genocmde flof. De z e
Vorft was zeer qualijk en flecht verzelc,
enuitgedol>. Hy verhaelde, d a t z i j nLa n d
beooften aen groot Tibet grensde ; dat iiet Groot tíomtrent
dertig of veertig mylen breetwasj Í^Órrlndat
het daer armclijkgefteld wa s ; dat daer
weinig mcer als eenig Kriftal, Mu s k u s cn
Wol , en op zommige plaetzen goede
vruchten vielen . byzonderiijk Miloenen.
Dat het daer des Wint e r s vry koud wa s ,
Snecuw vi e l ; dat het Volk eer
lang noch al He idenf eh was , maer toenmaels
voor een gedeelte Mahometaenfch ,
en de Scöe der LaasM voor het meerder
zijner Ge z an-
. ten tyde van
Bernier , ( welk was in de opkomft der
Heerfchappye van ^ureng-z^b) -zeide wy -
d e r s , dat Chahjehan, Vadcr van Aurengz^
b , toen voor achticn J a r en het groot
Tibet trachtede te vermcefteren j dat zijn
Leger, na een tocht van achtien dagen ,
fteeds längs en door hoog gebergte , zeker
Kafteel bcicgcrde en in nam j dat hy
flcchs had behocft noch cen Vliet over te
trckken , die echter vry fncl van loop wa i :
na hy recht op de Hooft-ftad had
können los gaen, die men lichtelijk zou in
gekregen hebben, dewyl het R y k in groote
verflagentheit wa s ; doch <iat de t y d
'erloopen , en verandcring van weder
te verwachten was; waerom de Veldheer,
die gezaghebber van Kachcmire was , hec
daer by liet fteken , cn te rüg toog , uit
vreezc dat van de Sneeuw zou overvallen
worden. Hec Kaflecl liet hy b e z c t :
maer
gededte toegenegen. Te r
•t Pejfifche H o f ,
m
íilíiiiiltii
T A R T
maer de bczettelingen verlieren't in körten.
Het gevolg van dezen Gezant beftond
in drie of vier Ru i t e r s , cn tien of twaelf
perzoonen te v o e t , die lang van i b l waren,
doch zeer mager cn dor , iicbbende clk
een haair drie o f vier aen de kin, gelijk de
Sinezen: droegen o p ' t hooft enkele roode
Mutzen , gelijk het Zeevolk in Vr ankryk
draegt. Wa r en voorders flecht gekleed
naeuwlijks vier of v y f onder hen die der
Degen droegen : de overige gongen , beneffens
den Ge z a n t , zonder Stok of Rot .
ring. De Ge z ant handeldc met Aureng-
<,eb over 't ftichten van cen Mahometaenfche
Ke rk, in de Hoof t - f t ad van zijn Me e -
ftcrs Land : beloofde mede dat de Muni
die zedcrt zou geflagen worden , aen de
eene zyde het merk van AHreng-z,eb zoude
voercn, en dat de Tibe t f che Konink hem
Jaedijks zekere Schatting zoude geven :
maer men geloofde , d a t , zoo dra AHrcng
z^b uit Kachemire zijn krygsmagt zou
hebben getogen , hy geen woord zoude
houden.
DeesG ezant had een Genees-meefter, uit
hec Landfchap Lafa, by zieh. De z e Arts,
die een Lamas was, had een Bock met Re -
cepten, van zijn wetenfchap, z o o h y z e i d e ,
voor alle quälen , dat hy niet voor Bernier
verbergen wilde. Hetgefchrifthaddeecnige
trckken na dar van Europe. Hy geloofde
de vcrwandeling of verhuizing der Zielen
van het eene Lichaem in 't ander : en verhaelde
, da t , als hunnen Groot en Priefter
cn eerftcn Lama bejaert was , en op ilervcn
lag , hy dan gewoon wa s , den Ra e d
b y een te rocpen , en te verklaren, in zeker
jong Kinds lichaem, dat kort daer na
zou gcbooren worden , zijn Ziele zoude
verhuizen ; welk Ki n d dan met vcel zorg
opgevoed word. En wanneer dat Kind
omrrcnc zes of zeven Jaren he e f t , dat
dan by het zelve menigte van huisraed cn
andere dingen , die byzondere luiden
behooren , romp ilomp , met de zijnen
vermenge, b r e n g t : dar hy zeer wel den
geenen, die hem tocquamen of geweeft
zijn, van d'andercn wect t'onderfcheidcn.
Het welk , zoo hy z e i d e , een volkomen
bcwys van de veihuizing der Ziele was.
Deze gemeide Arts zeide, dat het in Z^/^,
zijn geboorte plaets, veel aengenamer als
in Tibet w a s , in welke laefte plaetze het
Sneeuw wel v y f Maendcn op 't Veld lag :
en verhaelde dar die Konink tegen zekere
Tartaren vcehyds k r y g Voerde.
Van het R y k Tibet fpr e ektdeNubi f che
Land-befcliryver aldus : Her LandTbet ü
iiijfchcn Ind.en en Swa. En zegt Gm/ , in
zijne acnrekcningen over Alfcrgan, dat het
Sinefche Landfchap Xcnß tcn We i l e aen
A R Y E. 3 4 1
her Tibetfche Land grenfl; waer tuifchen
de Geele Rivier is gelegen , en zeer vccle
groote Bergen.
Wyders is Tibet zeer vruchtbaer , zoo
in Graen als Vr u c h t e n , en wordgepreze n
wegens goed aerd van Volk , en oefening
van konften, boven, en tcn aenzien h e tNa -
buui'igwoeftTaitarye. U i t het Landfchap
Xenß , door Tibet , en zoo door gehcel
Ooilen , vcel Muskus en Rhabarber wo r d
gevoert.
Volgens bcricht van Thevenot, in zijne
Indiaenfchc Rcisbefchryving , ligt her
Mogoifche Landfchap Ä'ac-ifwirf beweilen
aen Tibet, en benoorden aen Ta r t a r ye .
Dit Land was eerder onderhoorig aen de^j""'"*"
Konink van Turlicflan , Turchind of Turkind,
o f l n d i f c h e T u r k y e .
n het Landfchap Kachemire, is op veel
plactzen te Landewaerts in , de w y s , dac
de Dochters aen de vreemdelingen worden
opgedragen , om teeling van heij te gewinnen
: gelijk op andere plaetzen, in dac
geweft, de eigene Vrouwen worden aengeboden
, op dar de overwinft in 's eigen
Mans huis zoude blijven.
De Mogoifche Landfrhappen Ajoud en
Varal zijn de Noordclijkfte aen Kachemire-,
na de kanr van Ta r t a r y e ; waer onder de
Landilreken Kankares, Baakich , Nagar'
cut, en Siba leggcn.
Dicht aen het Sinefche Landfchap Xen.
alwaer de groote Mu u r c indigt , gren-
, (volgens zeker La tynf ch gefchreven
bericht . my uit Peking toegezonden van
een Sineefch Chriftcn , welke aldaer die
Taelvan de Vade r s j e zui r en heeft geleert,)
de We f t -Ta r t e r s , daer de LamM Prieilers
van daen komen , die geele of roode kledeien
d r a g e n . te weten , uit het Land
* Tnbet, daer een alleen heerfchend Vo r f t * h;«
woont, die weder aen het Mogols gebied
grenft , welke Mogollers groote Koop->vootdTumanfchap
dryvcn met de Sinezen, in Zir- ^ [ ' „ » " I
ling , dat cen Srad in het Landfchap Xenßi'a vcc
is. Ov e r deze weg zijn de Mahometanen
in Sina gcdrongen , wicns Ge loof nu zoo
heeft roegcnomen , dat zy de Chriftcnen
overtrefFcn , waer van aen my in bovcn
gemeke gefchrift bericht word , dat in
Peking, en hc : gewefl rondsom , heden
omtrent zeflien duizend Chriftenen zijn j
en in Kianking mcer als honderd dui z end,
in Xanghay omtient tien duizend , in Che--
kiang Zeven of acht duizend , in Kiangfi
bykans tien duizend , in Hacjuang zes of
Zeven duizend , in CU«m» v y f o f zes dui -
zend , in j 4 » /me e r als v y f duizend , en
in Xenß bykans drie dui zend , arbeidendc
in dien Ocgf t rc dezer t y d , z e f t i gRo omfche
Priefters.
V v } In