f i s
J ' î
l i t i
M'
2 8 1 N o o R D
magt tegcn de Mo e^l e n te verzamelen,
' t geen nier wcl doenlijk wa s , om der afgelegentlieit
wi l le, want hec meer a!s twee
macnden gins en weder te Lande , te rei
zen i s , van Irkuiske toc aen de plaets dae
zieh opgemelte Kalmakfche Vo r f t ont
hiele, d V h zoo hy tot onder
Ncrtßnskoi, of de Stad Seltnginskpi nader
d e , zoo zoude men malkander tegen de
Moegalen daeromtrcnt gelegen, beterbyftant
können doen.
H y liet zijn Gemalin op de grenzen
e n O O S T
ijk cok de Moegalen , dfc zieh onder
den Kalmakfchi
hadden begeven
magc mede geen ongemak zoiide werden
aengedaen j d a t ' e r kondfchap gegeven
zoude worden van 't geene eenige Ki tai -
fche Gezanten mogce aenbrengen, over
den Moegaelfchen oorlog : dat de KoophandeJ,
Prins Boeßoekti Chan •
an de RuiTche kr ygs - ^
zoo van Kalmakken als Buchal
e n , in wederzyds geweften v r y zoude
z i j n , enz.
Wae aen my uit Moskon , over zeker
wanneer in 't Moegaien Land ten oorlog
Kalmaks Afge zant die aldaer aengekomcn
trat, Op 't heimwaerts verreizcn wier d
was, Word gefchreven den eerften O f t o -
Darchau begiftigt mec tien e! Laken , en
ber , uit het dubbelt van den hier
ecD Jucht e - v e l : behalven voor zijn Me e -
enden vertaelden brief kan worden gezien.
fter, den Ta i f e Boeßoekti Chan, eenige
eilen zwavel -verw Laken , en noch eenig
root Engels Laken. Hern wierd een be- WelEdelm Heer:
Icefdebnef, gedagcekent den 15 Febi
r y , des Jaers 7 1 9 8 xox IrkHtsh m het In de voorledene Wint e r is hier aenge-
Sibierfche R y k , mede gegeven, tot ant- ^ komen een Afgezant van den vooniaemll e
woordvandie, welke hyhad mede gebragt;, C/jä» der Kalmakken , die gebeten is BMraec
aenroeringe der Helden-ftukken ¿k\z.ychti Chan , hy heerfcbt ruflchen Siberie,
de Moskovi f che ma g t , bevoorens tegen j de groote Be rgen, Vc ldcn en Vliei
idere ¡ het groote Moegaelfche den Broeder van den Atfiaroi, Vo l k : de zelve
Moegaien hadde verricht ; dat men doch ^ Chan hadde voor we inigj ar cn meteen Le -
de Moegaelfche Tai fen , die z i ch onder lge r van zeventig duizend Rui t e r s , den
hunne Czaer fche Majefteiten befchermin-| Moegaeifchen Vo r f t Sagin Chan , en den
g e hadde begeven , en niet w y d van de ' Katoechta, de Metropol iet dier Nat ie aen-
Steden Selenginskoi > Oedinskoi, en andere ìge taf t , zoo dat zy verf lagen, genootzaekt
plaetzen zich onthielden, geen ongelijk of zijn geweeft ce vluchten, tot binnen de S i -
»Derechte moeite zoude acndoen , dat in "t kort ecn nefche Muur , en de Stad Pci^m. We r -
l^l^de- over Totnkfnskpi * zoude k o - 1 dende z y van opgenielte KaJmakfche Chan,
ze pijets is men , die men beleefdelijk wilde aenne-1 vervolgt tot aen de drempel des grooten
my Mbc- men > van reis en l e e f tog t , als ook van , Mu u r s , van waer hy een aenzienlìjk G c -
goed gelei voorzien , met wenfch van . zantfchap zond , tot den Sinef chcnChan,
gocde gezontheit en heils voorzienighei t , verzoekende dat de vhichcelingen hem i
Het opfchrifc van den brief die aenboven
gcmcite Kalmakfche Vo r f l wierd gefchreven
, luide aldus:
Saldan ('of Galdan,) Siadfm (o(Tad!.in,)
Tßetfen Barakß {o? Tfitfinbarikß
KAlmitskome (oiKalfnitfei,)
" • • • Chan.
Wezende liet achterfte woord de eigen
naem , en de andere woorden Eer-namei
Vervolgens wierd tuffchen hunne Czaei
fche Majufteiten grooten G e z a n t , en de
gemelten Kalmakfchen Prins , door tufichen
komf t der afgezondene verfproken,
hoewel het rechte befluit en ui tkomf t
daer van my onbewuf t is , om de Mo e -
gaelfche vyanden elk b j z o n d e r aen te
taften, mits dat geen ieet ge f chi ede , aen
die Mo e g a i en, welke zieh reeds hunne
Czaerfche Majefteiten hadden onderwor-i
pen, of noch mogten onde rwe rpcn, ge- j
gelevert mogte worden : maer vermids de
Winter op banden w a s , en de vyanden
niet wierden over gelevcrc, en de mondkoft
voor ZOO een grooc Leger ontbrak,
is hy genootzaekt geworden rugwaer t s ,
na zijn eigen Land weder te keren : deze
is h e t , die opgemelte Afgezant aen hunne
Czaerfche Majefteiten heeft gezonden ,
welk gebeten was mec een Eer-naem van
Saißn 5 hy was een Kancelier, bragt vecl
koftelijke gefchenkcn , die hec merendeel
Sinefche fraayigheden waren. Hy is in
Moskptt zeer wel ontfangen, en weciermec
fchoone gi f ten afgclaten. De reden dezer
bezendinge was cot onderhoud van vriendfchap
, vermids zy Nabuuren zijn : als
ook fchcen z y te ftrekken om veele kof telijke
Wa e r en, en fchoone Cef leencen, die
hy mede had g e b r a g t , en zonder T o i ingevoert,
te vcrkoopen, en weder andere
Koopmanfchappen, zoo voor hem zelven.
als zijn Mcef ter in te koopen , en heimwaerts
te brengen : hy droeg eenigcrmate
voor.
T A R T
vDor , om een verbond tcgen de Sinezcn
aen te gaen , maer zulícs is verfchoven
: hy is met voHlage vergenoeginge ver.
trokken, vroeg in de Lente. Du s ver dezc
brief.
U i t zeker andere b r i e f , den 18 Aug
u f i y u í p í , uit der aen my ge.
fchreven, worde jk mede ber icht , dat dt
Kalmaklche Vo r f t Baeßotkti Chan, k r y g
aengevangcn he e f t . en de Moegae l f c b
Vorften, die onder of binnen -Sina gevlucht
waren , uit ei f te, als volgt
des Kmechta of
:c zijn ma g t , die
izend man beftaet,
Den Bußkeitchaa , i '
der Moegaien L a n d , IT
omtrenr in de veertig di
Eieefl: vrywi l l igen, zoo
1 van alle kanten
quamen cocioopen , is gevalien: hy ftaei
aen de Rivier de Tool : een groot gedeelte
der Moegaien heeft hy al ui tgehouweu en
verdclgt, nu verwacht hy maer antwoord
op zijn b r i e f , die hy aen den Koning van;
Sina gefchreven heef t , en begeert deszelfs
Dochter tot zijn V r o uw , en den Oä/>«
fain Chan , en Katoechta , die voor hem
binnen de Mu u r gevlucht zijn , uit gegeven
ce hebben , wane zeic hy , waerom
vangt gy mijn Wi l d op , dac ik gewond
hebbc : van drie zijner Gezanten , was
noch niet een te rug uit Sina g eke e r t , en
zoude hy maer een korce t yd wachten, en
dan op de Moegalen , Naunfche en Me r -
gecnfche voIkeren , tot de Mu u r eoe beve!
geven, ailes wat hun voor k omt , zonder
verfchoning neder te houwen, voornaem
de Moegakn , wiens Land hy ganfch wi l
uitdelgen : deze Prins is een vcrftandig en
dapper Zoldaet.
Tedi«tyd In den brief van geloof , die de Bocßoek-
» Chan gefchreven hadde , wierde hunne
den nuHi-Czaerfche Majef tei ten, Wi t t e Czaren ge-
"aemr.
„ Ik hebbe zegt hy , my zelve opge-
„ wekc om de Moegalcn wyder s ce beoor-
„ logen , na dat ik hun hec Land Kirile-
„gottfe afgenomen hebbi
hebbende n
„ nagela
„ geven
A R Y E.
nariche was gekomen , dat de Kalmakfche
Prins Boeßoekti Chan of Bafl» Chan , noch
met zijn Leger ftond in de Xixigaerfche
Dörpen , en den Sinezen trachtc te beledigen,
die met hunne krygsmagc aldaer in
de Nabuurfchap waren , tot dekking van
haremuur, en de Moegaelfche Ho r d e n ,
die onder hunne befcherming ftaen , en
hare Nagebuuren zijn.
En een anderen br ief weinig maenden
later gefchreven , bericht my als volgt :
Den Kalmakfchen Vor f t Boeßoekfi chan,
met veel duizend man , den oorlog hebbende
g e v o e r t , tegen de Sinefche Onde r -
danen die buiten de grooce Mu u r wonen,
als Moegalen , cn anderen , die nu eindelijk
verfterkt zijn , uie Sina , met eenig
voetvolk en g c f chut , zoo zouden hy de
Kalmakken fchielijk overvallen hebben, en
het geluk gehad, de zelve gehelijk te ilaen,
zoo dat naeuwlijks den Tai fa Boeßoekti chart
met hec leven ontvlucht zoude zijn.
Wae van den Sinefchen oorlog met de
Kalmakken , in den Jare 1 6 9 6 , den acht -
ften Of t obe r uit Peki», door de Vader s
Jczuiten na Äöwewls ber i cht . by het volgende
verhael kan werden gezien.
Den Keizer van Sina is van dit Jaer bezieh
g ewe e f t , met den Koning van Elouth
( een Land in Tar tar y e gelegen , en drie
honderd myl van deze plaet s , na de z y d e
het Noord-we f t en; den oorlog te voe -
5 deze Tar tar i fche Pr ins , CaUan genaemt
, was een van de voornaemfte aenhangers
van den grooten Lama van Baran'
tola , wien een kloek gedeeke van de V o l -
keren van Tar tarye , voor hec Ho o f t van
hun Godsdienf t erkennen -, maer h e e f t ,
wanneer den Koning Elourh, zijn Broeder
ftorf , hem verlacen , om de erffenis
te bekomen, en als zeer ftoucen g e luk k i g ,
den Konine van J a r k a a ov envonnen,
en hec Land van Kamul en Turfiin , ten
Weften van hec Sinefche Landfchap
Chenß. door welke de Koopluiden van
,.,,..ijncrovcrwinnmge kenniste Samarkande, die in Sina gaen handelen ,
:n de Steden Telenbinske en Nert- \ reizen , overweldigt : zelfs is zijn hoog-
.ßnskc : de Ki tai fchc * hebben zich nu | nioet zoo verre gef teiger t , dac hy voorle-
, mec hen vereenigt, dies konde men z i ch j den Jaer na 't Tar tar y e , onderhoorig aen
, in oorlog te zamcn voegen , enz. G e - onzen Ke i z e r , welke derwaerts het ve r -
fchreven in de plaetze Zaf. | maek van de Jacht was gaen nemen, naderde,
en andere Prinzen verzoche, mec.
H y wicrde wyders aengemoedigc, t o f d e r d e
hem den oorlog cegen Sina te voeren :
doch den Keizer hoorde het ni e t , o f h y
bedooc , hem voor te komen : hy beftede
vier maenden aen het maken der toebereidzeien
; liec drie honderd kleine Veld-»
ftukjcsgieten : voor de Bevelhcbbers zoo
wcl bezorgdc Z y d e Rokken , dat z y een
Musquee fchooe konden afkeren, en voor
de Zoldacen Kateoenc R.okkcn , toc hec
N n 1 ftui-
Heldadigheit , tegen zijne v y anden, er "
de bondgcnoeen hunner Czaer fche Majefteiten
, 't 7.y Moegaelfchc Vor f ten o f andere,
gelegen omtrent de grens-ñeden
geen overhft ce doen. Du s verre gemeki
brief, ovei- den Kalmakfchen Gezanc aei
my gezonden.
Men fdi r e c f my uic Mosksn , den i:
Tebruary l í p y , dat toen ter t yd aldaer
A
I
If.