f ' I',
ii6 N O O R D
en met zulke groote fchotzen altyd dryft
dat met de minfte wind de zwacrfte Schepen
zouden verbroken werden.
Du$ verrc van hec geene boven gemelte
Monnik in een verhael, aen zijn Poolfche
Majefteit gedaen , heeft gezegt.
Hft Cewefl of Lanäfchap van Leaotung,
uit den Sineeßhc» Atlas van dtn Jcz^nit
Marcyn.
De zeer grooteLandftreek, die tuffchen
den Zee-boezcm Zang, en
de groote Sineefche Mu u r beiloten
i s , en aen het Oofter Tartarye , of het
Tarterfche geweft , Nsnche Ao o t , wor d
van de Sineezen Leaatang genoemt. Enalhoewel
de zelve, in grootte en volkrykheit,
den naem en waerdigheit van Landfchap
met recht verdient, zoo heeft evenwel
de Sinecfche Keizerlijke ftara Taiming
dien aen de zelve niet willen toeflaen: dewyl
die , na het vernietigen des naems ,
en van byna alle kleine en groote Steden,
Krygs-veftingen deed maken , welke door
Krygs-overften beftiert zouden worden :
Jätende eenige weinige over : in de welke
de opperfte Overheden, te weten , de
Onder-koning en voorzorger des Sineefchen
R y k s , met grooter Majefteit
Heerfchappye, zouden woonen.
Dit wier<i hierom gedaen > dewyl de Sineefche
Ke i z e r , door dit ganfche geweft,
geduurig groote Krygs-bezet tinge moft
onderhouden , van wegen d'al te nabyheit
der Tartaren van NiHi:ht en Niulhan , na
de Ta r t a r en, ten tyde van den Sineefchcn
Keizer Kiacing, met een groote menigte
van Krygs-voJk , over de muur geklommen
waren , en groote verwoeftinge door
ganfch Leaotung gepleegt, en ryke buiten
daer uit gefieept hadden. En alhoewel die
oorlog geenzins achtervolgt wierd , zoo
was aie evenwel meer ge fmoor t , als uitgeblufcht
: want onder den Sineefchcn
Keizer Fanlie , omtrent het Jaer 1616,
borft des zelfs vlam weer uit. Ook ruften
de Tartaren niet e e r , voor dat zy het
ganfche Keizerryk van Sina in bezit genomen
hadden , als Martyn , in zijn Boek
van deTartarize oorlogen, wytloopigverhaclt.
De Grens-palen van dit Landfchap
iwof«»^ zijn , ten Oof t en, de Riviere
Yalo en de Zee-boezem Zang , door welke
beide het van 't hangent Eiland Korea gefcheiden
word : wand de Riviere Talo uit
Tartarye körnende, fcheid Korea en Umtuttg.
Aen den Oever van deze Rivicr ,
daer die na 't Wefte z i e t , is het begin
van die beruchte Mu u r , welke het Ry k
cn O O S T
Sina van Ta r t a rye fcheid , en tot Grcnspael
dezes Landfchaps ten Noorde is :
want ftrekkende van het Ooften na't We f -
ten , te weten , van de Stad K^yven tot
Kichin, fcheid zy Lemung ten Noorden
van de Landen van Tartarye.
Ten Weften word Leaotmg met Pecheli
of Peking, een Noorder Landfchap van
Sina, befloten, en met de NXi^iLimhang,
die tufTchen beide de Landfehappen mi eden
door vloeit. De overige deelen, die
meeft na 't Zuiden leggen, worden met de
Zee-boezem Zang befpoelt.
In aeloude tydcn , onder de verdeelinge
des Ryks van Sina , door Keizer r » ,
was het een deel van Leaotung aen het Sineefche
Landfchap Ki, en het ander deeJ
aen dat van Cing toegevoegt. Maer onder
den Sineefchcn Keizer Xung, werden de
Landftreken , tegen 't Noord-ooften gelegen
, onder het Sineefche Landfchap van
feu gerekent: te weten dat gedeelte , alwaer
nu de Stad C
Ten tyde der Sineefche Koningen v. „
dit Landfchap Te» gebeten. Keizer JT«,
oprechter van de Keizerlijke ftam C « ,
noemde het Leaoß.
Keizer Hiaon , oprechter van den Ketzerlijken
ftam Ha», nam , na h y Korea
met de wapenen overwonnen had , veele
vremdelingen uit Korea me t z i ch, en voerde
uit hen na Leaotnng Kolonien of Volkplantingen,
en fchonk het Landfchap met
den naem van Kaok'tili.
De oprechter van den Sineefchen Keizerh'jken
ftam Tang, nam weer deze Landen
Cals ook Korea) in bezit, en ftichte in
de zelve twee groote Steden : als Kai cn
Leao. De Koningen "L"«« noemdendeStad
Leao, Tungking , en de Tartarifche ftam
Kin, de zelve Ltaoyang , welke naem mec
eenige veranderinge tot op dezen dag gcbleven
is.
Het ganfche Landfchap telt alleenlijk
ee groote Hoofd-fteden, en eenige klei-
: maer zeer vele Veftingen, die in groot-
, en in Volkrvkheit ook eenige Steden
van deeerfteorclreovertrefFen. De twee
groote Hoofd-fteden zijn Leaoyang cn
Ningyuen : de andere zijn VchcH, Kaiyuen,
'^•tangning, Nrngynen, Chi>^a»g, Kincheu
Kai. De kleinder Veftingen zijn Hm,
Tieling, ChHngcH,pHho, Kin, Fo, Lnixun,
Chekiao , Chehai, Onangning , Tmgteao,
Ganlo , Pieyang, Sannan en Tanyang. De
noch kleinder Veftingen vande derdc ordc
zijn ChmtHng, So, Ten, Hemttn , Tmi.
Eenige van deze Steden, nader aen het
Sinecfche Landfchap vanOmntung, ftaen
onder de Krygs-overften des zelven Landfchaps,
T A R T
fchaps, te weten , de Veftingen IG», Fo
en Liuxun.
De Inwoonderen dezer Landfchappen
zijn tot deftudicn of oefFcninge der letteren
ganfch onbequaem. Zijn meerendeels
ingcdrongen, en gezet of vierkant van
üchaem , cn zeer vaft van ledematcn. Zy
zijn ftout en ftrydbaer, en tot den oorlog
bequaem > en ook tot den arbeit gewent.
Want Ltaotung h e e f t , door de nabyheit
der Tartaren , geduurig in een vlam van
oorlog geftacn. En na het zeer veele Jaren,
door de geduurige invallen cn rooveryen
der Tartaren gcplacgt wa s , hebben
eindelijk de Sineezen, onder den Sineefchcn
Keizer Kiadng, byna het Oofter
gedeelte vcrloorcn.
Wanneer de Tartaren niet lang daer na,
onder Keizer yanlie, weer in Leaotung inbraken,
hebben zy het zelve ingenomen.
Dies, uit ZOO groote nabyheit en omgang
der Tartaren, en wederzyds gedane overgevinge,
byna al het volk de Tartarifche
zeden , voor een groot gedeelte , aengenomenheeft.
Inzonderheit dat volk, welke
A R Y E. 117
De gedroogde wortel is geelaclitig van
verruwe , heeft zeer dünne, of fchier gene
meer na 't Ooften legt. Waerom hec
zelve volk van Leaotung, in deze laetfte
oorlogen , ook voor de Tartaren zelfs tegen
de Sineezen geftaen heeft.
En dewyl het Oofter gedeelte, door
vczeltjes , waer door hy zijn voetzcl
zieh t r e k t , en is rondsom befprenkelt
;t zwartachtige adertjes, als met Inkt^,
door eene zeeerr ffiijjnnee pcn gehaclt. Hy geefi
in het kaeuwen , een zeer aengename zoetigheit,
de Tartaren ingenomen was, zoo heeft de
Sineefche Keizer voor de Ho o f d - f t a d
Leaoyang, welke zv ingenomen hadden ,
een andere Hoofd-ftad , te weten , Ninf
iuen, in de plaetze geftelt. Maer eindejk
is ook deze Ho o f d - f t a d, en het ganfche
Landfchap , benefFcns ganfch Sina ,
op't Jaer i<y50, door d'Ooftec Tartaren,
met byftant van andere Wefter Ta r t a r en,
t'eenemael t'onder gebragt.
Dit Landfchap brengt mede den koftelijken
wortel Ginfeng of Nifi voort.
T e vooren hebben wy dezen wortel,
volgens fchriftelijk be r i cht , uit de Gc -
weftendaer hy grocit, herwaerts overgezonden
, befchrcven : nu zuUen wy de
befchryving van den zelvcn wor t e l , uit
den Sineefchen Atlas van den Jezuit Martyn.
hier laten volgen.
De Sineefchen naem Ginfing, is van de
gcftalte gcnomen ; dewyl die wortel de
gcdacnte van eenen menfch f want Gin bcdiet
op Sineefch eenen Menlch , ) fchrjling
met de beenen van malkandcrcn ftaend
e , fchyntteverbeeldcn.
Mcn zou dezen wortel voor dien van
het eewas, Mandramas gebeten, können
houdcn: maer hy is vecl kleinder;
hocwel men niet tetwyfclcn heeft , o f h y
is ccn zoort van A^andragonts-, gemerkt hy
byna de zcäve gcdacnte heeft.
vermenge met weinig bitterheits.
Deze wor t e l , tot de zwaerte van een
viercndecl loots ingenomen , vcrmeerdert
zeer veel deleyendigegeeften, enverfterkt,
weinig meerder ingenomen , de krachten
der zwakken , en verwekt eene aengename
wärmte des licliaems. Die fterk en
heet van natuur zijn , br engenz i ch, met
den zelven te gebruiken, gemeenlijk in levens
gevaer , tcr oorzake van het te veel
vermeerderen en vermenigvuldigen der
geeften : maer hy is den genen , die door
eene langduurige ziekte , of uit een andere
oorzake , verzwakt , afgemat en uitgeteert
zijn, tot groot voordeci. Hy herftelt
den zieltogenden zoodanig bvwyle
de levcndige krachten , dat zy tyd krygen,
om andere geneesmiddelen te gebruiken
, en tot voorige gezontheit te geraken.
Veele andere wondeien roemen de
Sineezen van dezen worte!. Men vind den
zelven bywyle ook by eenige Jiefhebbers vjn /«e
hier te Lande van daer herwaerts overgebragt;
hoewel die, om zijne duurte, weinigin
gebruik is.
Deze wortel Glnjeng t
in Sina , in de Landftreeke ^
des Landfchaps van Peking, en m hci
Landfchap Xanß, omtrent de Stad Leao , men.
en in Korea. En dit is dan uit Martyn
den wortel Niß.
Martyn getuigt mede , dat in Leao-
.„ng vaicn zeer koftelijke Pclteryen van
Bevers, Zabels en Marters, die dit Volk,
na de wyze der Tartaren , tegen de koude
gebruikt , cn te gelijk den Sinezen mede
deck. Nergens in 5/»^» , of het ganfcli
uitterfte van Aße , zegt hy , overvloediger
Haze-nooten te hebben zicn wallen.
Het geeft groote en trefFclijke Pingels :
en ook overvloed van Koorn en Gicrft 5
maer gcen Ry s . Voorts brengt het alderlei
fiag van Pluk-gracnen wcelderig voort,
cn aldcrhande flag van Mocs - kruidcn ,
die mcn anders naeuwlijks in ganfch 5»-
«.i vind. He t geeft ook Druivcn . Ap -
pclen, Pcercn , en diergelijke Europifche
vruchtcn : waer over Leaotung, een treffclijk
cn luftig geweft mag genoemt worden
: inzonderheit, dewyl het op veele
plaetzen gecn Bergen heeft, en na aen Zee
Icit, en derhalven het gericfdaervan trekt.
In 't k o r t , het is een zeer vruchtbacr
Landfchap. Maer door de geduurige oor-
P 5 logen