P ! T A R
ontoegcdacn t i j n , z o owo r d e n z y e c h t e r t o t
de bdijdcniiTe vanlietzelvenictzobliclitals
de Sinezen gebragc, en komen daer in met
die verre re kort.
Zy laten in Sina de porcclcine vaten
door de Sineezen dik en grof makcn: wacr
in zy mcer behagen hebben, als in fijne.
Men wi l , d a t ' e r biiiten de Sineefchc
m u u r , welbvaerts, in Ta r t a r y e , een ilad
zoude loggen , Mangnl of Mongul gebeten
j welker rechte plaets my onbekent i s :
en verder , dat aen den mond van de rivier
Amnr een groote bolTchagie zoudc
zijn.
Ter flinker- of Noorde r zijde van de
vliet Amur , vrieft het zeer fterk in z e e ,
onder de kull:; doch niet in de dicpte.
Stacnde op een Ro t s , by den uitgang van
d c n ^ f » « r , zietmen een cilandinzee , daer
hcc volk zulkc kieedcren d r a c g t , als de
Japanders.
Chilunen we rd een volk gezegt te zijn,
niet wy t van den oever des AmHrsih-oom%
•woonachtig.
Alie, of wcl meeft de rivieren bf
vlietcn , welke benoorden de Sincefche
muur , uit de zandige wocTcijnei^wp, en
benoordci] het groot gcbergte, dat daer legt,
ftroomen , vallen ot ftorten in de riviei-cn
á'Amitr, iV^ÄW, Schinzd en het meir
Daby.- doch de vlieten, die bezuiden 't gemelde
gebergte hunnen oorfprong hebben,
fcliicten met hun water tot in Stm-
Ten halven we g e , tuflchen den viict
NaumeaSim, viiidmen een rivier, Schar^
tnutrin geheren. In dezen valt de rivier
Lochanu , welke twee , tot een geioopen,
door 't gebergte en de mu u r heen , in Sinn
ftorten. Ov e r deze rivier , als zy bevroozcD
wa s , zijn de Bogdotfche Ta r t e r s ,
of die van Nmche , in Sma gekoraen. Aen
deze vlieten zijn vcele bofTchaedjen , die
hout tot vaertuigen zoiiden kunnen verfchaflen.
Omt r e n t de heu velen van Leaot
m g , en in het Oo f t Ta r t a r y e , zijn poel
e n , di e , z o ome n z e g t , veelpaerl-oefters
uitleveren.
De tegenwoordige Keizers van Sina,
die van Niuchifclien gedachte zijn > ncmen
in 't pme e n , tot Iiunne v r o uwe n ,
eenige dochters der aenzienlijkfte Ta i f i e s ,
of vorften uit Aíngalie en Ninche : daer de
voorigc Sineefche Keizers de fchoonfte
maegden , die in hun eigen land te vinden
wa r e n , uit lieten zoeken , zonder
aenzien of zy van hoogen of hegen geilachre
waren.
D e zandige woeftijne Lop, gelegen bui -
ten de mu u r van , in Tmarye, wo r d
a n d e r s B e l g i a n , Samo, e n d e
woeftijne van Kamkaihay , dat is , ¡ ^wm
A R Y E. II
Keahoy i genoemt. Di e veilig door deze
woe/tijne wil j-eizcn , moet me t groot
gezelfchap of karavancn gaen j alzoo eenige
Kalmakken en Moegalen aldaei- op den
roof leven. Aldaer is op vcel plaetzen weinig
loof of gras, n o c h wa t e r , of iiout te
vinden. Ont r ent dczewoeftijneis, zoo gezegt
werd , een zecr vafte ftad , met name
Sok?.i, alwaer een groot Gezaghebber
woont. De f t a d i s in tween vei-deelt: i n ' t -
een gedcelte woonen Sineezen , en in 't ander
Tu r k e f t a e n d e r s , Bucharen , en andere
uitlandfchc koopluiden. Hi e r omtrent
zijn veele bergen; cn op die bergen
wiide paerden , en gehaairde hoendcrs.
Doch met we t ende de rechte plaets van
deze ftad , lieb ik die op de kaerte niet
gebragt.
D e Tartarifeixe volken, die Sina hedcn
in bezit hebben , werden van de buiten
muurfche Ta r ta ren genaemt Nuch-rr.oegael.
De Sineefche Ta r t a r en zijn gewoon op
d e aerde nedcr te zitten , en weten van
geen hoflijkheden, als die zy nu van de
Sineezen leeren.
De Oo f t Ta r t e r s van noemden
eertijds het rijk van Sina IVica cornm, dat
is rijk der Barbaren g e z e g t , doch heden
Txhmpa corum , dat is rijk van midden ,
werdende anderfins Si»u Tmam gehe t cn,
dat is 't Ri j k van groote klaerheit.
D e Niuihers gewenncn z i eh van jongs
af met den boog te fchieien en te j a g e n ,
en hemoejen zieh minft me t den landbouw:
zijn hartvochtig en a rmopgebr agt ,
en können vcel honger en komme r lijden.
Het geen zy ten oorlog uitrechten , gefchied
meer mec fnelligheit, als door veldilagen.
Omtrent het J a e r l i o o geraekten die
van N,Hche of d 'Oo f t e r Ta r t a r en , die
reeds ontzagiielijk waren geworden , uit
Zeven heerhjkhedcn of Horde n , daer
zy Ulf ^beftonden , na verfcheide oorlogen
onder malkandercn gevoeit te hebben,
eindelijk onder een eenig Op p e r l i o o f t , en
tot een Koningrijk.
D'eerfte Koning dezer Oo f t Ta r t a r e n ,
die gedacht wo rd , was Tienming gebeten,
dat wU of bcflnit da hemels gezeit ii . Hy
was een zeer wreed cn ftreng Vo r f t , en
wilde zieh Keizer der Sineezen laten noemea.
Hem voIgdezijnzoonTTifHf»«?.- en na
dezcn Cum ofCnmchim: wien we de rvolgde
Zum-te: onder wien het Sineefche rijk da t
van Ta r t a ryen ingelijft we rd. Da e r n a t r a d
Kamhi, deszelfs z o o n , o u d acht jaren,
m 't J a e r i66i op den rijkszetel, die nu
noch t'efFens ovcr d 'Oo f t - Ta r ta ren en
ganfch Sina heerfcht.
B ^ He t