w
I
h ii :; 1 j I
a t j o N 0 0 R D
werden dikmaclen geheele fchoone Bof -
fchen van groorc Icngte cn brectte , door
de heevigc winden met de grond efFen gemackt,
daer anderzins Boomen door bngdimrigheit
van cyd kernen te verrotten.
Wanneer de Keizer niy vrocg wac my op
die aroote Bergen gevallig was i antwoorde
dac mijns bedunkcns niet aengenamer
was, als de reye van die Hcuvelen en
BofTchen > van verre aen te zien als groene
Tarwe , cen vcrmaek waer door het ooge
naby gekomen z i jnde , nooit vcrzadigt
wcrd, 't gcen hem wonderlijk gcviel> dewylc
liy van de zelvige gedachten is: dezer
dagen quamen veele kleine Koninkskens
den Keizer groeten, de welke hy
zelfzeer lieufTelijk heeft ontfangen. Oo k
quamen daer eenige L a -Ma , een (lag van
Bo»3l./» , de welke z e g g en, dat zy iierkomftig
zijn van Tubet. De z e Bon^i zijn
in gvootcn aenzien . zoo dat zy tot de
lioogfte eertrappen komen te fteigeren ,
maer dezer Go d is haerbuik: den Af g od
¥o dienen z y : indien men luere Leere zai
inzien , verbied de zelvc vleefch te ceten,
maer de z e , die van de aenzienlijkftconder
hun waren , beleden opentlijk , dat z y 't
vleefch zel f onbereir en raeuw in f loktenj
'c welk als ik liaere navolgers tegen wierp,
vragende wie de rechte ßo««,« waren? ancwoorden
z y , dat men die narren en haers
gelijken , tot fpot moeft houdeni Des
Zomcrs ontblooten zyhaerarmen, fchouders
en borft , maer in de Her f f t dekken
z y zieh methetalderkoftelijkfteBontj
genomen alicen dat bleek verwig i s , cm
dat die verw den Keizer alleen eigen is.
Nadien het op dien Berg zeer kout is
zijn w y , na dat des Keizers qverheerlijke
Tenten waren opgerecht , denv y fdendag
van Pe-Cha vertrokkcn. Men zag daer ontallijke
perzoonen , de welke vleefch en
Jiuiden van de geftorvenc Paerden, gedroogt,
en tegens verrottenbewaert, voor
Reis-koft ract zieh droegen, z y eetenook
Muiien en aiidere vier Voetige Dieren ,
welker huiden gczouten zijnde, mede zeer
greetig door haer werden in geflokt.
O p de te riig Rei ze wierd het Leger
in twee vieugelen verdeck , waer van het
eene den Koninginnen geleide , de weg
die zy gekomen waren, en het andere den
Keizer v o l gde , na' t Ooften daer hy zoude
jagen eenige Beeften , welke in de Sineefche
fpraeke , geniemt werden Hoamysm
, 't welk by haer beduit Schapen en
Gelten, be ide , zonder dat z y eenige onderfcheit
fteücn in de naem : in de hoornen
heeft dat Dier eenige gclijkhcit met
de ' l e i t en, maer 7.y zijn niet gebaerd, zy
zijn blcek van verwe, en zoo gezwind in' t
eri O O S T
loopen, dat men zweeren zoude dat zy
vlicgen: een van deze fpoede, na dat hem
't rechter been was afgefneden , zoo vcel
Weegs dat hy een gezwind Paerd, 't welk
doorfpooren op hemwierdaengezet , ontliep
terwyl ik het zag.
Den dag liep ondertufTchen ten eindc,
als de Keizer op deze Jagt wa s , zonder
vangft j dewyle deze Dieren zieh ons gczicht
ontcrokken, weshalven de Keizer het
des nachts op Konynen en Haezen aenleide
, (de z e werden zonder vorder onderfcheit
door malkander geheeten Ttao-Tu)
by daeg verbergden zy zieh in haer neilen
en holen , uit vreeze voor de Jager s ; en
wanneer de Zon onder gaec, onthouden
z y haer in Weiden : deze Konynen hebben
zeer lange achtcr beenen, maer ¿e
voorfte zijn naeuwlijks een vinger breette
lang, ZOO dat zieh niet als door fpring?u>
können bewegen; voor 't overige zijn zy den
onzenniet ongelijk, doch langervan rfaert.
Van deze Jagt zal ik niet meer fpreeken
, dewyle geen zonderling onderfcheic
daer in werd befpeurt , als in de wy z c
van het voorig gemelte Jagen > uitgenomen
dat . zy deze pefFeninge alle tevoetdeden,
zel f den Ke i z e r , de welke zieh in
dezen droeg als een van de gemeene hoop,
en alzoo wierd deze nacht door gebragt
in 't Jagen van deze Beeften by Maenlicht
; en wanneer 't lieht achter b l e e f ,
wierden brandende Toor tzen tocgcbragt :
Europeaenfehe Konynen werden hier niet
gevonden , noch ook in geheel Sina, uitgenomen
die Hiiis-konynen , de welke
met verfcheidc verwen verliert zijn. Hier
is een groote menigte van Haezen , welke
de Tarters niet eeten > de Sineezen echter
gaerne; doch z y vullen wcl den biiik met
Milizen, Katten en Honden: de z eWe f t e -
lijke Plaetze is een zeer groote vlakte , de
gelegenrheic echter Zandachtig ; van
Schapen genoegzaem overvloeycnde.
Den i p van Auguf tus , ontmoeten wy
een kudde Schapen j het teeken van de
Wächters, welke de Keizer daegs te voorenvoor
uit gezonden had, gegeven zijnde
, dat men ze des nachts zoude dooden,
gefehiede zulks alzoo. De z e Dieren zijn
heel wi l d , en houden niet op van vluehten
tot dat zy het gezieht der Jageren
ontkomen zijn.
Den eeoften dag daer o p , was den Keizer
als cen anderen Hercules onvermoeit in
arbeid , dooden de meeft met zijn eigen
Speer , uit cen tweede kudde , duizend
Schapen : in deze beide kudden wierden
twcc Wolven gevangen > de welke tuffchen
de oudcn gemengt , en door haer
jongen gcvoed wierden.
De
T A R T
De Jagt geeindigt zijnde , trokkcn wy
na'tNoordcn, en n a ' t Zuiden, zeer begeerig
zijnde , dat wy een andere kudde,
daer van wy aen den Berg Pe-Cha afgcraekt
waren, wederom zouden aentreffen,
't welk den 8 September gefehiede , ter
plaetze daer een Riviere van dien _ Ber g
afvloeyende , voorby loopt , en wierden
hier Paleizen opgerecht , gelijk den Kei -
zer voor zieh , en andere, in deze doortogt
te gefchieden , bevolen liad. Te r -
wylcn hier eenige dagen vertoeft hadden,
wierd ons Leger weder in twee deelen gedeek
, zoo wegens 't gevolg van de Ko -
ninginnen , 't welk na Pek'»g was gewend,
als om den Keizer op te wachten na het
Noord-ooften , om de Harten nicuwe lagen
te leggen , de welke eenige Maenden
geduurende met den mond zulken geluit
geven , dat op 't gehoor van dien , de
Wyfkens toe loopen, zoo dat de mede
vryers door bitteren haec, den anderen
met een zeer fnellen loop tegen gaen. Het
gefehiede vervolgens dat zy met groote
gezwindheit loopende, in de banden der
Jageren zijn vei-vallen, tot overgroot vermaek
A â Y E. 201
brengt, ais de ondervinding geleert heef t ,
zoo is 't dat daer door des Keizers gunñe
niet alleenlijk toe ne emt , maer w y maken
ons ook veele Grooten door zamen fpraeken
des Kdizers. Maer deze vreugde
duurde niet lang : dert i<î en 17 September
viel daer een zware Sneeuw , 't welk
in deze Landen niet ongevioon is 5 en gebrek
van Icvens middelen was voor banden
, 't welk den Keizer deed veflegen
worden , zoo dat van plaecs veranderde,
de weg genomen hebbende na 't Ho f van
Peki»g= Maer eer men van lüer ging , beliefde
het den Keizer aen de Grooten om
te deilen , 't geene geduurende deze drie
Maendigejagt, zoo overvloedig was gcvangen.
Waerlijk ik die deze eere onwaerdig
wa s , ontfing mijn aendeel onder de
eerften, "t welk bekomen hebbende , voldede
op de wy z e der Sineezen de gewoonlijke
eerbewyzinge van dankbaerheit.
Den i8 September des morgens vroeg,
wanneer de Keizer brieven ontfing van de
ziekte zijns Groot -moeder s , fpoede hy
zijn we g na Peking, en met hem veele Ho -
velingen , de overige volgden langzaem
met de Koninginnen. En hoewel de Kei -
zer voor mijn gemak te veel zorg dragende
, zeide , dat hy niet begeerde dat ik
op zoo moeyclijke wy z c volgen zoude
zoo wierd echter door alle zijne beleefthc
den, waer door ten hoogften aen hem was
gehouden, verpligt hem te volgen. En
alzoo wierd in nacht en dag meer aïs v y f -
tig mylen afgelegt , waer na zoo moede
wederom V huis quam , dat ik met
konde buigen eenig lie. En hoewel deze
arbeid, mec cet vermengt , m zoodanigen
Rei ze groote vrucht voort-
en anders, tot vrienden, welkers ommegang
ons zonder dat niet bekent zoude
zijn geweeft. Zy maken zich w y s , dat
wy alie wetenfchappen bezitten 5 zy on¿
dervragen ons over alie zaeken.
Van de Reizen die de Sineefclie Keizer
zomtyds in Tar tarye doet , fpréckt de Jezuit
le Compte , ais volgt.
II va foHvent en Tartaric prendre le diver-
Jiment de la chafe, mais toujours accompagne'
comme s'il allait à la conqttefie d'un
nouvel Empire ; il n'y mene pas moins de quarante
mille hommes, cjuij foufrent toujours
beaucoup , foit qu'il fafe froid ou <juil fajfe
chaud ; parce qu'on y campe d'une maniere
fort incommode ; ^ il arrive fouvent que dans
une de ces penibles chafes il j meurt plus de
chevaux qu'il n'enperdroit dans un jour de bataille.
Mais il compte pour rien la perte de
dix mille chevaux.
Les Peres y qui l'y ont accompagne', difent
If jamais fa magnificence n'éclate davantage
que dans cette occajion. Il y voit quelquefois
trente é" quarante petits Roü Tartares qui
viennent tuy faire leur cour, ou luy payer le
tribut -, il s'en trouve me/me quelques-uns qui
portent le nom de Ham ou Kam, cefl-a-dire
Empereur: ils font tou¿ fes penjlonnaires comme
les Mandarins du premier ordre ; il leur
donne fes filles en mariage , & pour les attacher
plus étroitement il fe déclare leur protecteur
contre tou¿ les Tartares occidentaux,
qui les inquieteni fort fouvent, & quiontmef
me afez. deforces pour attaquer quelquefois lu
Chine avec fuccés.
Durant que cette foule di petits Souverains
paroiji dans le camp de l'Empereur , la Cour
ejl d'une grande fomptuofté ; & afin de donner
à ces barbares quelque idée de la puifance
de la Chine, le train , les habits, les tentes
des Mandarins , tout y ejl riche & fuperbe
jufqua l'excès QT à Li profujîon.
Dat is :
H y gaet dikmael in Ta r t a r y e , om het
vermaek van de Jagt te nemen , doeh álteos
vergezelfchapt als of hy ter overwinning
van een geheel Keizerryk zoudegaen,-
neèmt nier minder aïs veertig duizend
Mannen met zich , die veel te léiden hebben
, 't zy door koude of hitte , want
men legert zeer ongemakkel i jk, zoo dat
het zomtyds gcbeurt dat in zoodanigen
Jagt meer Paerden fneuvelen, als wcl niet
zoude do en, in een bloedige Veldilag ,
doch verlies van tien duizend Paerden is
weinig , en niet by hun geacht.
De Vadcrs die hem vergezolfchapt hcb-
C e beny