I. Afdeel. onder de Daden, gelyk de Heer L innjeüs te
XV. vooren ook gedaan hadt; doeh thans wordt het
Hoofd- van deezen onder de Fretten t’huis gebragt.
STUK»
_ * De Lighaamsgellalte is als volgt. Van’t end
Sivet-Kat. **" ö . , _
T. , van den Snoet tot aan t Lignaams- begin van de Staart,
geftalte. heeft dit Dier de langte van ruim twee Voeten.
De Kop is fmal, de Snoet lang, de Oogen
klein, zwart en langwerpig; de Ooren byna gelyk
als die der Katten, maar zo puntig nier en
kleinder: de Pooten kort: voornaaraelyk de voor-
lle n , die maar v y f Duim lang zyn , met reg-
te , fcherpe, zwarte Nagelen gewapend. De
Kop en Pooten zyn met kort Hairbezet, doch
op het L y f heeft het tweederley foort van Hair,
’t eene kort, zagt en gekruld als W o l, zynde
bruinagtig grys; ’t andere veel langer, en gemengeld
uit wit, zwart en rosagtig; waar van
het komt, dat het boven op ’t L y f met Banden
en Vlakken, van verfcheiderley kleur en groott
e , gefprenkeld fchynt te zyn. Het end van
t de Neus is zwart, do Snoet wit, doch ter we-
derzyde van den Kop heeft het een groote zwarte
Vlak, in welke de Oogen Haan. De Staart
is ringswyze getekend met eenige zwarte Vlakken,
doch aan de bovenkant geheel zwart.
Eigen- De Sivet-Kat is in verfcheide Landfchappen
fchappen. van Afrika gemeen. Men vindtze ook in China
en andere deelen van Alle. T hevenot heeft
’er verfcheidene te Cairo gezien, en by verzekert
, dat deszelfs Beet gevaarlyk zy. De Afri-
kaanen vangen deeze Dieren met Strikken o f
in
o f in Vallen , waar na men ze in Yzeren Kooijen I. Afdeee.
bewaart. Egter is dit Dier niet ontembaar, XV.
gelyk Cardanus wil : want Scaliger merkt STÜK>
aan, dat hy te.Rome en Mantua vèrfcheide Si- Sivet.Katt
vet-Kattén gezien heeft, die zo tam waren, dat
z y van Menfchen, zonder hinder, op de Schouders
gedragen werden. Bellonius verzekert,
dat een Konfbl van Florence, te Alexandrie, eene
Sivet-Kat had, daar men, zonder eenig gevaar
, mede fpeelen kon; zynde, van Jongs af,
met Vrouwen-Melk opgevoed.
Deeze Dieren kollen veel van Onderhoud,
doch de StöfFe, die zy uitleveren, is de moeite
waardig. Sommige Menfchen zyn ’e r , die de
Koll winnen met dezelven te houden, voedende
hun met Eijeren en Melk, waar door het Si-
vet witter wordt dan dat van Afrika en AlIe,
alwaar deeze Dieren alleenlyk aazen op
Vleefch o f Gevogelte. Dit is gemeenlyk het
werk van Jooden , zo wel in Holland als te
Cairo in Egypte. De Portugeezen aan de Kuil
van Guinée trekken groot voordeel van die Stof-
fe in te zamelen, welke zy in Flelchjes naar •
Liffabon en elders zenden, alwaar zy duur ver-
kogt wordt. Bosman verhaalt, dat een jonge
Sivet-Kat, daar te Lande, doorgaans agt o f
negen Schellingen geldt. Doktor Stibbs heeft
aangemerkt, dat dit Dier, langer dan een Maand,
zonder drinken kan leeven, en dat het, met
Vifch gevoed wordende, meer Sivetgeeft. Z y
graaven, gelyk de Konynen, holen in het Aardryk.
j . P esi, U Stvx, ' L I a