I. Afdeel, hun, om dit nadeel te verhoeden, van genoeg-
XXVI. zaam Hooy te voorzien ; want zy doen geen
Hoofd- x t t , ö
stuk. voorraad tegen den Winter op. Sommigen nee-
Konyn. mcn’ om hunne Wyngaarden voor dit Gedierte
te befchutten, dunne drooge Wilgetakjes, die
zy met het eene end in gefmolten Zwavel doo.
pen, en dan zes Voeten van elkander, rondom
het geheele ftuk Lands, met het andere end
in den Grond planten. Als zy deeze takjes in
brand geftoken hebben , wordt daar door zulk
een Zwavelftank verfpreid, dat de Konynen een
afkeer krygen van zig derwaards te begeeven.
Men is genoodzaakt dit om de vier dagen te
herhaalen, dewyl die Stank zo lang op het Land
blyft : maar als de Konynen zeer menigvuldig
o f zeer hongerig zyn , is dit Middel van weinig
dienft.
Konynen. Drie Manieren zyn ’er in gebruik tot den
Vangk. Konynen-Vangft: want men jaagtze wel zelden
met Honden , om dat zy aanftonds in hunne
Holen kruipen, maar men fchietze met een Snaphaan
, o f laatze door Fretten uit de Holen jaa-
gen en dan van Honden vatten o f in Netten
loopen, die rondom den Ingang van het Hol ge-
fpannen z yn , een Zak genaamd. Ook kan men
z e , zo wel als de Haazen, met Jagcnetten vang
en, die gelyk de Patrysnetten zyn en gefield
worden op een Weg o f Pad van een Bofch, daar
men weet, dat het Wild zyn Loopbaan heeft.
Zulke Strikken , als waar mede men Haazen
vangt , zyn ’et ook bekwaam toe, en dit is , waq*
wanneer zy in Tuinen o f Plantagiën komen, een I.
zeer goed Middel ( ') . Men kanze ook, zo wel
als de Haazen, met Valken , Havikken, Kat-STUK.
Uilen en dergelyke Roofvogelen vangen; maar Konjn.
dit is , om de verdere vernieling van het Wild
voor te komen, in de gemelde Ordonnantie van
’t jaar 1750* volftrekt verbooden , zelfs in de
Waranden; en de Duinmeijers mogen voormid-
dernagt geene Konynen met lange Netten afzetten
: ook geene Haazen , Konynen o f ander
W ild , met Honden , Strikken o f Roers, van
kant helpen: zynde de Huisluiden verpligt de
Honden, die, ’s nagts en by ontyden, vanzelf
de Konynen gaan opdelven , uit de Duinen te
houden, enz. ( t> p _
Dewyl de Haazen en Konynen uitwendig zo
zeer naar elkander gelyken , zou men verwag- nen met
ten mogen , dat deeze Dieren met elkander andere
paarden : te meer, dewyl de Heer Reaumurbieren,
gewag maakt van een Rammelaar die zulks met
een Hoen deedt ( f ) , en de Jaagers verzekeren,
dat de Mannetjes Haazen dikwils de Wyfjes
Konynen dekken. De Heer de Buffon heeft
omtrent dit ftuk verfcheide Proeven in ’t werk
gefteld, voedende Rammelaars met Wyfjes Haazen
en Mannetjes Haazen met Konynen o p ,
zon-
Zie Chomel Woordenboek, op Haas en Ko-
( t ) Zie de Ncderlandjche jaarboeken van t jaar
17^0, bladz. 1077. ■ n
(D l'Art de faire tclorre fes Poulets, o.c.
i .D ï S i . XI Stuk.