I. Afdeel. Staart zeven Duimen. Ieder Poot is verdeeld
XIX. in v y f Vingeren , waar van de drie middelden
° 0FD_ der Voorpooten grpotft,w i Ir met fterke Nagelen
gewapend. De Ooren zyn lang, rond aan Jt
end. Tuftchen de twee groote Schilden zyn
twaalf fmalle Banden, te famen gevoegd door
een dikke Vliesagtige Huid en bedekt met Ruits-
wyze Schubben , Waar van die de twee groote
Schilden bedekken, een vier-, vyf-of zeskantige
figuur hebben , doch altyd onregelmaatig o f on-
gelyk van zyden. Het Beeft onthoudt zig in
Afrika,
II. • ; ($) ^mfldil met drie Gordels en vyf-Vingerigt
TrhinEius. Pooten.
Met drie
Gordels. Dit is een zeer mooy Beeftje, * doof veele
Fig,‘ ? -^utheure'n, gelyk men hier onder ziet, be-
fchreeven en afgebeeld, Së b a , die dit ook gehad
heeft, geeft ’er twee Figuuren van, De
Afbeelding van ’t zelve by Johnston, Tab.
L X I I I ., zou, volgens den Heer Brisson, goed
z y n ; doch menjziet klaar, dat dezelve ten op,
zigt van de Schubben en Banden ver van ’t le,
ven afwykt. '
v De
(2) Dafypus Cingulis tribus, pedibus pentadaéty,
lis. Sy/l. Nat. Tatou s. Armadillo. R edi. Exp. 91. Tl
92. Tatu s.-Armadillo.Orientalis. Seb. Mus. I. p.foi
Tab. XXXVIII. Fig. 2, 3. Tatu apara. Marcgr.
Bras. 232.' Pis. Brafik lop. Raj. Quadr. 234. At*
madilio s. Tatpu genus alterum. Clus: Exot. 109.
Ajmadillo. Grew. Mus. lp Olear.‘ Mus. 8. Tab. VJ,
Fi*. 4.
A R M A D I L t E N; ^8l
De langte des Lighaams, van t é'nd van den j afdeel*.
Snoet tot aan ’t end van de Staart,: zegt h y , is xïX.\
omtrent een Voet. De Pooten z y n , volgens
Marcgr ave en Ray , in v y f , volgens Séba 3
in- vier Vingeren of Toonen verdeeld,, w.aar van
drie lang en vooruitfteekende , dc vierde agter- •
waards geftrekt i s , . als gen Spoor,; Tuflcben •
de twee Schilden zyn drie Gordels, met vierhoekige
Schubben; doch - voor ’t overige zyn
'de Schubben altemaal zeshoekig, zo wel op de
Staart als op ’t L y f , en vertoonen zig als Roo:
zen, De Doren zyn klein, rond én kaal; dc
Staart is platagtig van boven en onderen, be,
Baande maar uit één Lid, - Onder aan den Buik
heeft het een Harde Huid, digt bezet met lang
ruig Ilajr, gelyk de Beenen. .. Het woont in
Ooftindie niet alleen, maar ook in . Brafii en
Guajana; zo Brisson aantekent,. .
- (P) Armadil met vier Gordels om 't Lyf. III.
, I Ouadri*
Van deeze Soort kan men weinig zeggen idnüus.
alzo men ’er niets meer van weet, dan dat Met V!eI
* . . ■ - 5% 1 Gordels-
Columna de Beemge Schulp he.eft befchreeven
ep afgebeeld; die, gelyk het bekleedzel.van de
meefte anderen, uit twee Schilden bcftaat,
waar tuftchen vier fmalle Gordels zyn.: . Het
Beeftje is over’ ’t.gehcele L y f bedekt met Schub-
ben van z e s - , v y f , vierhoekige en eenige andere
figupren. .. Gemelde Schryvcr geeft het
. . • den
(3) Dafypus Cingulis quatuor. Syft. Nat. CheiQ-
giscus. Col. Aquatil. II. p. ?i<>. Tab. ,16.
I . D*m- 11 Stuk, S 5