I. Afdeel, men het Vache-Marine, of Zee-Koe , en om
XII. die reden is het van fommigen, zo der Ouden
als der Hedendaagfchen , met de Manati o f
Zee-Koe der Weftindiën verward geworden;
daar -het egter door zyne kromme ver uitftee-
kende Tanden , en door zyne Agterpooten,
duidelyk van onderfcheiden is; zo dat het ook
van fommigen de Zee-Olyphant , o f het Beejl
met de groote Tand, is genoemd geworden.
fchTkkin" Johnston vindt mende Walrus, met de
^ Robben, in den Rang der Walviffchen gebragt.
De Heer Klein brengt hem in den Rang der
Dieren, die Hairig over ’t L y f zyn en gevingerde
Booten hebben, en wel in de.Vyfde Familie,
met v y f Vingeren , doch die met een
Vlies aan een verknogt zyn , gelyk Ganze- o f
Eende-Pooten. De Heer Brisson brengt hem
met den Olyphant ip zynen Derden Rang, onder
de Dieren, die geen Snytanden, doch Hoek,
tanden en Kiezen hebben; verfchillende de Walrus,
dien hy Odabems noemt, daar in van den
Olyphant, dat zyne Tanden nèderwaards en die
van den Olyphant opwaards, gekromd zyn , en
dat de Walrus geen Snoet heeft. De Afbeelding
, welke Johnston daar vaD Tab. X L IV ,
onder den naam Rosmarus vetus, gegeven heeft,
z e g th r , is goed. Ik vind geen reden, om die,
welke men in een Nederduitfch Werk over den
Walvifch-Vangft (*) vindt, te verwerpen.
Zie
. C ) Zorgdrager, Grocnl, Viflcbery, p. iptf. zie
ook
Zie hier hoe de Heer Brisson den Walrus j. Afdeel,
befchryft. Dit Dier , zegt h y , is zeer groot; XII.,
het heeft fomtyds de langte van zeftien en eenen Hoofdu
STUK '' ‘
omtrek van agt Voeten. Het is met vier korte
Befchry-
Pooten voorzien, aan ieder van welke v y f Vin- ving van
geren zyn, gewapend met Nagelen, en door de Brisson.
Huid te famen gevoegd. De agterften zyn geheel
naar agteren gedraaid , en fchynen niets anders
te zyn dan de Staart van het Dier. De
Kop is groot en platagtig van vooren : de Snoet
is met ftyve dikke Hairen bezet. Het heeft
geen Snytanden, doch twee Hoektanden in de
Bovenkaak, twee Voeten o f daar omtrent lang,
nederwaards gekromd, en in beide de Kaaken
agt Kiezen , vier wederzyds. In plaats van
uitwendige Ooren heeft het op ieder zyde van
den Kop een G a t, waar door het hoort. De
Huid, die de dikte van omtrent een Duim
heeft, is met kort ftyf Hair b e z e t, van kleur
uit den bruinen vuilgeel. Het onthoudt zigin
de Noordelyke Landen.
1 Dat de Agterpooten van den Walrus niet met Aanmer-
eïkander zyn vereenigd is blykbaar; doch d e r - ^ ^ J ^
zelver Vingeren kunnen fomtyds met een Vlies
te famen zyn gevoegd, fomtyds van elkander
gefcheiden; gelyk men dit verfchil in de Zeehonden
waarneemt. De Heer Anderson merkt aan,
dat de vier Pooten van dit Dier door de Hamburgfche
bok de lied. Hifi. of Tegenin. Staat van alle Folk.
VII. D. bladz. 962, *
I. Dkbi. II Stuk. A ƒ