I. Afdeel. 20 wel a*s *n den Winter, dat zy dan met vee!
XIII. fmaak opeeten. Deeze Honden hebben een zeer
Hoofd- Jangwerpigen Kop en Snoet; de Ooren hoog op-
STUK o t
(taande en puntig. Z y kunnen niet blaffen, en
doen niet dan knorren en huilen. Buitendien
zyn zy zeer luy en deugen in ’t geheel niet tot
de Jagt.
Een menigte van andere Dieren, die voor
wilde Honden worden opgegeven, in de Werelds-
deelen buiten Europa, gaa ik voorby, Want
van veelen blykt niet, o f zy de Kenmerken der
Honden hebben: (ömmigen bqhooren waarfchyn-
Iyk tot den Veelvraat, W o lf , Vos o f andere
Dieren, die uiterlyk veel naar den Hond gely-
ken i en eenigen zyn zo buitenfpoorig groot,
dat het alle geloof te boven gaat; gelyk de In-
diaanfche Hond, waar van Nierenberg fpreekt,
die drie Ellen hoog zou zyn, en die'in het
Tartarifch Landfchap Thebeth, welke de groot?
te zouden hebben van een Ezel.
Eigen- De Hond is mogelyk, onder alle Dieren , dat
fchappen gene, ’t welk, boven en behalve de fraaiheid
derHon- Zyner Qedalte, om zyne Hoedanigheden, van
den* de Menfchen in ’t algemeen, meelt gelief kooit
wordt. Inderdaad, hy heeft verfcheide Eigen-
fchappen, die hem tot verwondering en tevens
tot nuttigheid en vermaak kunnen doen (trekken.
Zyne Leerzaamheid is zo groot , dat zydie van
■ yeele Menfchen overtreft; zyne Onderdaanig-
heid aan zynen Meelter gaat de verbeelding te
ïjoven, en zyne Getrouwheid is verbaazende,
Mqn
Men ziet dagelyks Honden afgerigt op veeler-1. Afdeeu
ley Konden en Snaakeryën, die byna onmoog- XIII.
lyk voorkomen in een Dier dat natuUrlyk op v i e r ^ ° 0F1J'
Voeten gaat. Zelfs verzekert L eibnitz een
Hond gezien te hebben, die verfcheide Woorden
(prak , ’e welk denzelven van een Jongen
was geleerd. Hy weet zig volmaakt te fchikken
naar den daat waar in hy zig bevindt en naar de
Levenswyze van zyaM e ed e tj dien hy met alle
migt befchermt, ontziende Vuur noch Staal. De
Vriendfchap en Weldaaden,die men hem bewyd,
vergeldt hy met de grootde dankbaarheid en
trouwe. Zelfs heeft, men gezien, dat een Hond
de dood van zynen Heer jammer lyk betreurde,
zo by het Lyk als op het Graf. Hierom hebben
fommige Luiden van Vermogen, by Uitend
e Wille , ook voor het Onderhoud van hun
trouwe Beed en Lieveling gezorgd. De Maho-
methaanen , z e lfs , hebben in hunne voornaame
Steden Hospitaalen voor de Honden, zo T our-
nefort verhaalt.
, Daarentegen hebben véele Honden , weder- Kwaade
om, kwaade Eigenlchappen , die hun voor de Hoedanig->
Menfchelyke Maatfchappy gevaarlyk maaken. he“en*
Zy zyn gramdoorig, gulzig en wispeltuurig. Inderdaad
, hoe kan men zig verlaaten op een
D ier, dat de Reden, niet, o f zeer onvolmaakt
gebruikt; dat door dwang en fchrikkelyke Slagen
, de hebbelykheid, om den Menfch te dienen
en te vermaaken, moet werden ingeprent,
en dat dikwils» in Vryheid gelaten, zyn na-
J. D eel, il Stuk. tUUl'.