I- Afdeel.
XIX.
Hoofdstuk.
K enmerken.
£l. XVI._
Fig. 4.
Soorten,
278 Besch'rY v i s g van devan
Dafypus, ’t welk een Dier met ruige of
ftekelige Pooten betekent. Somtyds worden zy
met den Nederduitfchen Naam van Schildvar-
kens beftempeld, doch dezelve is, om dat zy in
grootte o f geftalte weinig naar een Varken ge-,
Iyken, niet zeer eigen.
De Kenmerken der Armadillen zyn , volgens-
L innjEüs , dat zy het Lighaam t’eenemaal bekleed
hebben met eene Beenige Schulp, die
door Gordels is van een gefcheiden. Omtrent
de Tanden maakt hy geen bepaaling, willendé
dat de genen, die gelegenheid hebben omxlee.
ze Beeften te zien , naar dezelven, en naar ’t
verfchil der Sexe , onderzoeken zullen. De
Heer Brisson ftelt als een vaft Kenmërk van dit
G e fla g t, dat zy geen Voortanden o f Snytan-
den, noch Hoek- o f Hondstanden, en niet dan
Kiezen o f Maaltanden hebben. Hy voegt ’er
by , dat alle hunne Tanden Cylindrifch zyn;
doch in de Afbeelding van den Kop eener Ar-
madil, door hem gegeven, zou het my, uit de
plaatzing en figuur van deeze Tanden, voorkomen,
dat dezelven eer voor Hoektanden te houden
waren: in welk geval de Armadil dan ook
tot deezen Rang van Dieren behoort, daar zy
anders , zo het Kiezen zyn , van afgezonderd
moeite worden.
, Van deeze Beeften worden door den Heer
Brisson zeven Soorten opgeteld, en maar v y f
door den Heer Klein. L inn^eijs heeft ’er zes {
welken hy naar ’t getal der Banden o f Gordels
dels om het Lighaam onderfcheidt, als volgt. afdeel.
XIX
( ! ) Armadil met het Schild in drieën verdeeld ,
de Pooten vyf- Vingerig. ■ * ' • stuk.
De Heer L inNjEüs brengt thans tot deezè Unicmftm.
Soort, als eeneVerfcheidenheid, die, wel-^Armdil
ke hy te vooren by den naam van Armadjl met GonJeL
een enkeld Schild, daar van afgezonderd.hadt..
Deeze laatfte wordt van de Engelfchen gemeen-
lyk de Armadil met een Wezelskop geheten,,
Brisson noemt z e , Armadil met een enkeld
Schild en met agttien Banden, zeggende, da,t
van het Schild, ’t welk het voorfte des Lig-
haams bedekt, tot aan de Staart toe, de ge-
heele Schulp verdeeld is in zo veele Banden;
waarvan de voorften, die de breedften z y n ,
uit vierkante, de agterfte en Imalfteuit vier- ■
kante en ronde Schubben, ondereen g em e ld ,
beftaan. Zo zyn ook de Schubben, die het
voorfte Schild bedekken , vierkant , even als die
van de,Staart, welke fcherp uitloopt.
Van de eerfte, die by Seba Tdtu of A fn, Lighaams.
kaanfche Armadil geheten en afgcbeeld wordt, g| u x ^ t
is de Lighaamsgeftalte als volgt. De lan g te *^ . j,
yan het uiterfte van den Bek tot aan het begin
van de Staart, omtrent tien Duimen; de
b Staart
fO Dafypus tegminetripartito, Pedibus pemadao
Nat. Tatu *. Armadillo Africanus. Seb.
M ui L p . 47- Tab. XXX. fig. 3, 4- €*) Da(VPu*
Cingulo fimplici. Syfl. Nat. Tatu Muftelina*. &*J.
O u a d r . 235. Grew. Mui, 19- Tab. I.
1. D e e l . 11 St u k , , S 4