I, Afdeel. o f een groot Mes, ’t welk de Noorfqhe Boe-
XVII. ren aan een Koperen Ketdngje op hunne Zyde
Hoofd- dragen moet gebruiken. Indien hy geene Mak-
£eer kers heeft, om hem by te ftaan, moet de Boer,
in zulk een Geval, dikwils zyn Leven laaten;
terwyl de Beer hem, door een flag in den Nek,
het V e l, met Hair en Vleefch, van 't geheele
Hoofd afftroopt. Somtyds vergenoegt de Beer
zig daar mede, dat hy zynen overwonnen Vy-
und met de Pooten zo lang klopt, tot dat dezelve
dood is o f door -t in houden van den A-
dem dood fchynt te zyn ; ’t welk iemand wei
eens het Leeven heeft doen behouden. Maar,
indien de Boer meefter wordt, gelyk gemeen-
lyk gefchiedt; zo trekt hy den Beer de Huid
a f , en hegt den K o p , als een teken van Dapperheid
, aan den Voorgeyel van zyn Huis,
Winter- Z)erBeer heeft, gelyk eënige andere Dieren,
LegerQee. die byzondere Eigenfchap van den Winter flaa-
pende door te brengen, Xort na St. Michiel
bereidt h y , ten dien einde, onder de overhangende
top van een Rots, o f in eenig Hol, zy-
ne Legerftede. Hy maakt van Mos , Boombladeren
o f andere Ruigte, een taamelyk zagt
Bedde, en flopt den toegang zodanig met Takken
, dat iemand, die ’er niet op afgerigt i s , het
Hol bezwaarlyk kan ontdekken. Daar in brengt
h y , fomtyds, een geheele Week in een zo die.
pen Slaap door, dat men hem naauwlyks met
fchieten en kwetfen wakker kan maaken. Het
wonderlykfle in deezen is, dat hy den geheelen
Win,
Winter over, in deeze Legerftee blyft leggen, j, Afdr.ei,
zonder eenig Voedzel, en niettemin in ’t Voor- x v i l .
jaar, wanneer hy weder te voorfchyn k omt,gH«°FD'
het allervetfte bevonden wordt te zyn. Gèduu-
rende dien tyd zuigt hy aan zyne P ooten,'zodanig
dat dezelven een' wit Schuim van ziggee-
ven, en daar door worden de Klaauwen einde-
lyk zo week en teder, dat hy ’er, in ’t Voorjaar
beginnende uit te gaan, naauwlyks op de
harde Steenen mede loopen kan, zo dat hy als
lam o f mank fchynt te gaan; ’t welk aan dejaa-
gers een groot voordeel op hem geeft. Dies-
tyds is ook zyn Maag , door het langduurig Vasten
, zwak en famen gekrompen; doch hy weet'
zyn Geneesmiddel in eén Mieren-Neft te vinden,
dat hy geheel opflokt , zo dat de Mieren
door zyne Ingewanden heen kruipen, dm die
dus weder tot de gewoone werking te brengen.
Zo lang de Beer in zyn Winter-Leger blyft ,
behoort h y , volgens de Noorfche Wetten, aan
den Eigenaar van het Bofch.
Verfchei.de Voorbeelden worden ’er verhaald Verouf-
van de vernuftigheid der Beeren, die mentiSheici*
geenszins zou kunnen gelooven, indien het niet'
iedereen bekend was, op hoe veele Kunftena*
ryën zy door de genen, die met gemuilbande
Beeren in geheel Europa omzwerven, om zulks
voor Geld te laaten zien, kunnen worden afgerigt.
Men zegt dat dit Dier uit een koppel
Koeijen de gene uitzoekt, die een Schelletje
aan den Hals draagt,4 dezelve het Schelletje af-
i, dew. u sia&- O 5 rukt.