I; Afdeel, boomte flaat, o f dat de Haas langs de Wegen
m lo o p t, o f in de Morgendaauw. Zekere Jaar-
stuk. getyden zyn ’er onbekwaam toe , gclyk het
Voorjaar , dewyl alsdan de geur der Bloemen
aan de Honden hunne Reuk beneemt. Bovendien
moet men zig wel wagten, van de Honden
ter Jagt té voeren, als het Aardryk hard
bevroozen is: want zy zouden alsdan de Poo-
ten kwetzen en de Nagels kwytraaken; terwyl
de Haas, door de ruigheid zyn er Pooten, daar
van geen nadeel heeft, loopende zelfs op dien
. tyd beter dan anders.
Voomee* Daar de Haazen-Vangft zo gemeen is in Vrank-
ling* ryk en dagelyks tot vermaak der Luiden van
Adel flrekt , terwyl men ’er , in de Diftrik-
ten , die hier toe gefchikt zyn , fomwylen vier
o f v y f honderd op ééne Jagt doodt; zo verwondert
zig de Heer de Buffon , met reden , over
de fterke Voortteeling van deeze Dieren. Immers
men bevindt, dat, indien vier Haazen in
een beflooten Plaats gezet worden, op de wyze
der Ouden , dezelven in ’t kort een geheele
Diergaarde o f Warande met Wild voorzien;
Hierom zullen zy buiten twyfel mis hebben,
die zig verbeelden , dat dit Dier maar eens
o f tweemaal in ’t Jaar jonge. Men Helt den
Bronstyd gemeenlyk in January, February en
Maart, doch gemelde Heer verzekert, dat zy
op alle tyden van ’t Jaar paaren, en dat het
Wyfje zo dra niet gejongd h e e ft, o f het laat
zig wedey dekken. Zelfs bevrugt zynde laatzy
dit to e ; en door de byzondere gefteldheid der i. Afdeel.
Teeldeelen kan ’er een Overhevrugting plaats XXVI.
hebben, zo hy aanmerkt. „ Want de Scheede &r^ n
j5 en het Lighaam der Lyfmoeder (zegt hy) zyn
aan één, zonder dit de Lyfmoeder een Mond
„ o f Hals heeft gelyk in de andere Dieren;
i, maar de Hoornen Van de Lyfmoeder hebben
j, elk eene Opening, die met een rand iri de
„ Scheede uitfteekt en zig uitzet in het werpen
i, der Jongen i zo dat deéze twee Hoornen twee
,, byzondere Lyfmoeders zyn , van elkander
,, gefcheiden, die de eene onafhanglyk van de
„ andere kunnen werken: invoegen dat de Wyf-
„ jes, in deeze Soort van Dieren, op verichil*
„ lende tyden kunnen ontvangen en kraamen
„ door middel van deeze twee byzondere Lyf-
„ moeders, en by gevolg moeten de Overbe-
,, vrugtingen zo gemeen zyn in deeze , als zy
„ zeldzaam zyn in de Dieren, wien zulk eeü
„ tweevoudig Werktuig ontbreekt
„ Deeze Wyfjes kunnen dan (vervolgt hy)
„ op alle tyden- ritzig zyn en bevrugt te ge-
„ lyk , en , ’t geen genoegzaam bewyft,dat zy
'fy niet minder geil dan vrugtbaar z y n , is een
„ andere byzonderheid in haar Lighaamsgeftel.
„ T e weeten, zy hebben het Hoofdje van de
„ Kittelaar uitfleekende en byna zo groot als
„ dat van de Roede is in het Mannetje, en ,
„ dewyl de Spleet zig naauwlyks vertoont; ge-
„ lyk ook de Mannetjes, in de Jongheid, uit-
„ wendig geen Zakje noch Balletjes hebben;