3 3 B F, S C H R Y V I N G
I. Afdeel.d2 » o f door ze honger te laaten lyden. De
XIII.
Hoofdstuk
.7
*
fricator.
8.
Franfehe naam is Chien de Malte o f Bichon.
(g) . Steendog. Met een opgewipte Neus, hangende
doren en ’t L y f aan de zyden uitgezet,
Zy zyn doorgaans geelagtig yan Hair, zwart
van Neus en klein van Geflalte; ook zagtzin-:
niger dan de andere Honden en zeer gemeen.
Men noemtze dikwils Mopfen, De Franfehe
Naam, is Doguin.
(h) . Dashond. Met kromme o f fcheeye Poo-?
vertagus. teilj het L y f lang en veeltyds van gemengelde
kleur.' De Pooten zyn zeer kort, en om die
reden fluipt deeze Hond gemakkelyker in de
Holen der Daflen, Volfen en Konynen. De
Franfehe Naam is Bajjet. In Sweeden .noemt
men hem Hanfe.
9'. (i). Patrysbond. Met een geknotte Staart.
avicula- Het Lighaam is doorgaans gevlakt 3 de Staart
valt, terwyl het Dier jong is , door verrotting
o f uitteering a f, zo dat de Hond er niet meer
yan behoudt dan een Hompje, naauwlyks vier
Vingerbreedten lang. In ?t Franfch. heet hy
Chien coucbant.
ie. (k). Spaanfcbe Hond. Met lange, Wollige ,
fxtrarius. hangende doren. Deeze Soort is by de dropten
zeer bemind, ’t L y f is klein, glad van
Hair en zagt op ’t aanraaken. Meu npemt hem
in ’t Franfch VEfpagneul.
(1) Turk-
(T) Canis Pantheriims. Aldr. Digit. 555.
(k ) Alpr. Digit. 564.