I Afdeel, niets, en in het doorreizen der Wïldemiffen van
XIII. 'fommige Landen heeft men byzonder noodig
Hoofd- des nagts goede Wagt te houden, omniet door
5TÜK" een troep raazende Wolven overvallen te wor-
den. In Noorwegen gaat het Volk, om diere*
den, des Winters zelden zonder Schietgeweer
te Kerk.
Vreesag- Onder dit alles egter is de W o lf byfter vrees-
ligheid. agtig £ en men mag haalt zeggen,- dat geen Beeft,
’t welk voor hem liaan durft, iets te dugten
heeft. In de Boflèhen trilt hy van angft en
fchrikt voor allerley foort van Geluid, inzonderheid
voor dat van Klokken, Trompetten en
Walthoorens, zelfs voor het rinkelen van een
bos Sleutels. Men verhaalt, het gebeurd te zyn,
dat een Vrouwsperfoon met een W o lf en Vos,
by nagt, in eenen zelfden Kuil gevallen ware,
waar in z y allen bleeven, zonder zig te durven
Verroeren, tot dat het dag wierdt; wanneer men
eerft deeze Dieren doodde en toen de Vrouw,
die half dood was van fchrik , daar uit hielp.
Hy zal zeldzaam een Dier aantallen, dat aan
een Paal o f Boom is vaftgebonden, uit vreeze ,
zo ’t fchynt, dat ’ereenig Menfch omtrent zy.
Indien een Kudde Rendieren, Koeijen o f Bokken,
zig by elkander houdt, en hem de Hoornen
biedt, zo dat hy geen dérzelven van agte-
ren kan aantallen, gelyk zyn gewoonte is, zyn
z y buiten gevaar. Ook heeft men gezien dat
één Koe, ja zelfs één B o k , hem op die wyze
afwees.
’ T o t uitroei jing o f vernieling van dit fchaa-1, Afdeel.
delyk Gedierte worden allerwegen verfcheide XIII.
middelen in ’t werk gcfteld. Men ïigt -
den a f op de Wolven-Jagt: men zet Angels Mit3delen
en Valftrikken : men ftelt een geladen Snap- tot vernie-
haan by het Lok-Aas, maakendc hetzelve met
een Touwtje aan den Haan vaft; zo dat de W o lf,
dat wegrukkende, den Haan overhaak en dus
zig z e lf doodfchiet. ’t Gebeurt ook we l, dat
men, ihdien men weet dat een W o lf zig in
een Bol'ch bevindt, hetzelve met Netten omringt
, en dan een Kring van gewapende Boeren
daar om Leen Haat, die den W o lf, wanneer
hy* door geraas van Jagthoorensen Honden
daar uit gejaagd zyn d e , i n ’t Net loopt,
aanftonds afmaaken. Somtyds worden Wolfskuilen
gedolven, die men van: boven met aller-
ïey groente bedekt; doch dari ismehgenood-
zaakt zulks in de Nabuurfchap bekend te maa-
ken , en niettemin is ’t wel gebeurd, dat een
Menfch by den W o lf daar in viel. Ook wordt
■ een geelagtige Zwam die aan de Pynboomen
groeit, o f iets ■ anders j onder ’t Aas gemengd,
waar mede men dit Dier tragt te vergiftigen,
o f men brengt h e t , door middel van zeker toebereid
Aas, in bedwelmdheid, dat men het in
den Slaap kan overvallen en afmaaken (*).
Dit Dier , ondertuffchen, hoe wreedaartig rT
o0^ flimheid.
(*) Zie C ho^el , Hmiboudelyk Woordenboek, op
*t Woord Wolf.