I. Afdeel. De meelt e Soorten van Stekelvarkens fchyned
XXV. de eigenfchap te hebben, dit in hunne Gnl-
Hooed- blaas, gelyk in die der Menfchen ook,ibmcyds
' ieen gebeurt, Steentjes groeijen. Dceze Steentjes
genaamd zyn van meer o f minder grootte, yan die van een
Pedro del Hazelnoot af tot aan die' van een Ockernoot,
Porc°. roodagtig van kleur, en, als zy uit de Indiërt
tot ons overgebragt worden, kondig met een
klein Vliesje of Huidje,bedekt, ’t welk meri
’e r , door ze een weinig tyds in warm Water te
leggen, gemakkelyk-af kan icheiden. Men on-
derfcheidtze thans gemeenlyk ‘in Malakfe en
Cevlonfe. De Malakfe , die voor den besten
gehouden wordt en fomtyds wel duizend
Guldens plagt te gelden, om dat men ze maar
zeldzaam en niet in alle Stekelvarkens omtrent
Malakka vindt; was bleek groenagtig van
kleur: uit andere plaatfen van OoPindie komen
’e r , die bruiner z y n , gelyk de Ceylonfe, of
roodagtig. Men koopt ze in Gouden bandjes
gemonteerd, en voorzien met een Gouden Ket-
tingje; welke toePcl tot het gebruik dient.
Want zulk een Steen, eenigen tyd gehangen o f
eenige reizen gedompeld zynde in een Glaasje
W a ’.er o f W yn , deelt daar aan eenige bitterheid
mede, verliezende t’elkens een weinig van
zyne zwaarte en kragt. De Leidfe Hoogleeraar
en Geneesheer Decke^s hadt zulk een Steen,
en nam voor ieder Aftrekzel, dat hy daar van
aan zyne Patiënten fleet, twee Dukatonnentzo
• • dat
dat die Steen hem veel WinP heeft aangebragt. I- Afdeélj
Men houdt denzelven voor een groöt Hart-
Perkend en Tegengiftig Middel j ’t welk fom- STUK.
tyds zyne Werking alleen dóet met de onzigti Zyu Krag^
baare Doorwaafeming te bevorderen, fomtyds
Ook door ’t Wateren eri de Stonden; Tégen aU
lerley foort van Koortfen, doch inzonderheid
de haaPige en dié in Welken eenige Kwaadaar-
tigheid fchynt te heerfcheh, ó f die metPokjesi
Mazelen, Peperkóornen en ander Uitflag, vergezeld
gaan, wordt het Aftrekzel van deezen
Steen fomtyds ingegeven; Hy werdt in alle verpoppingen
en verzwakkingen der Ingewanden
dangepréezén als een zeer kragtdaddig, en, ik
mag zeggen, wonderbaar Middel; ja , wanneer
de kragten der Natuur fcheenen te bezwyken in
den Menfch, is de Pedro del Porco dik wils de
laatftè töevlugt geweeP.
XXVI. H O O F D S T U K .
Êefc'hryving vaii 't Geflagt dér IÏaazen , waaï
onder de Konynen bégreepen zyn, met baarè
Verfcheidenheden, mamelyk die van Angora t
vdn de Kaap en het Brafiliaanfcbe , Tapet!
genaamd. Jagt der Haazen. Konynen-Vangfl.
De qvonderbaare Vrugtbdarheid en andere EU
genfebappeh dèezer Dieren.
DE Heer Brissön , die zynen Twäalfdeii
Rang maakt van Dieren met genagelde:
1 ; BfiEi, IX Stuk* Ä S V i ü J