1. Afdeel. °°k met eenig wit pan de Ooren, Neus of Staart,
XXIX. of met een witten Kring om den Hals. Hy
sTUK.aFL>* woont: Noord-Amerika volgens Brisson zou deezveo zlgigen os okL iinn nM^euexs iceno
onthouden, al waar hy genoemd wordt Q iia u c b •
tscballo tl T b l i l t k ; gelyk ook Heknandez ’er,
onder den naam yan Mexikaanichen Inkhoorn,
eheene ft.taamelyk goede Afbeelding van gegeven
III. C3) Groot? 'klj,'cbgraaiffwe Virginifche Inkhoorn.
Cimrcus. graAanfc whe- ^ geeDvietn .i s■ dHey Nhaeaemft ddriieen o’efr vdieer mEnaagle ldfceh gerno oatatne
cie. van den gemeenen, zegt Linnacus ; \ welk- overeenflemt met Brisson, die zynelangte fielt op omtrerit elf Duimen , dat is anderhalf maal
zo lang. Het Lyf en de Ledemaatcn zyn naar- evenredigheid dikker, maar de Kop en Ooren korter, Dé Voorpooten zyn vier- de Agterpoo- ten vyf-Vingerig: de Ooren van binnen kaal
van buiten met witagtig geel Iiair bekleed. Onder
aan het Lyf en aan de Pooteninwaards, is hy bleeker van kleur, en aan de zyden flrekt
zig een roffe Streep uit, die het Afcbgraauw van de Rug bepaalt en affeheidt van hetwitag- ttge des Buiks. De Staart , wier lang Haïr
aan ’t end wit en zwart gemengeld is, voor ’t
ove-
(3) Sciurus-Virgioianus cinereus major. Raj. Quadr.p2.: 54. 0CP.atesb. Carol. 1 1. p, 74. T. 74. Kalm. IriN.2.