424 B K - S CHUT V. I N O
I Afdeel deeden getyken naar de Maag der herkaauwende
*XVII Dieren. Voorts vondt men dat de Darmen,
Hoofd- even gelyk in den Veelvraat, maar een enkel
stuk. j£anaa] uitmaakten, niet verfchillende in kleur,
Seer’ zelfftandigheid o f wydte; doch de langte hebbende
van veertig Voeten: daar men’tGedarm-
te van den Leeuw maar vyf-en-twintig Voeten
lang bevonden hadt. Door dit middel heeft de
Natuur den Beer in ftaat gefteld , om,, als hy
in beweeging i s , de Spyze fchielyk te kunnen
loozen, en, als hy flsapt, lang te kunnen
Vaften.
De Ni eren. Het maakzel der Nieren is grootelyks van c
zelve in den Menfch en de meefte andere Die-
ien verfchillende. Het Vetvlies weg genomen
zynde vindt men een ander Vlies, zeer hard en
dik, zynde niet het eigen Vlies, aan de Zelf*
Handigheid gehegt, maar een Vlies , dat, ge-
lykerwys een Zak , ruim vyftig kleine Niertjes
inhoudt: indien men dus zo yeele Lighaampjes
noemen mag ; die wezentlyk van elkander afge-
fcheiden zyn , met hun eigen Vlies omkleed,
en in fommige plaatfen famengevoegd door zeer
fyne Vezels en Vliezen, die by verlanging
voortkomen van dat Vlies , ’t welk ze allen als
een Zak omwindt. De gedaante deezer Niertjes
is buitenwaards breed, veelal zes-, fomtyds
v y f en in eenigen vierkantig; binnenwaards verknallende
, alwaar ieder, gelyk de Druiven in een
T ro s , als met een Steeltje gehegt is aan de
groocer Vaten. De Stammen, naamelyk, van
V x 'h ' b Ë r E E’ R i ' k
de Uitmelkende Ader en Slagader , niet dikker i. Afdéeöi
Zynde dan een Schryfpen, verdeden zigin twee XVII
en vervolgens in andere Takken, alklemder en STU®°F
kleinder, tot dat ieder Niertje ’er een van krygt; Bten
geeVende tevens een Pisbuisje u it, t welk zig
in ’t Bekken van de. Nier ondaft. Dus beftaat
ieder Steeltje uit drie Vaatjes, onder welken de
Slagader het middelfte is. De grootte van ieder
Niertje is als een middelmaatige Karfteng o f als
een Noot. Hier uit blykt * dat Bartholinüs
ongelyk hadt, met de Nieren van een Beer by
die van een Os, van een jonggebooren Kind o f
van een Bfuinvifch, dien hy in tegenwoordigheid
vtn den Koning van Deenemarken ontleedde
, te vergelyken: want de Nieren z y n , in die
Onderwerpen, alleen met groefjes in de Oppervlakte
, waar door z y , in den eerften opflag, naar
Beeren-Niercrt gelyken, voorzien; maar by de
Ontleeding-Wordt men gewaar, dat haare Zelfftandigheid
niet van een gefcheiden is.
Het Vleefch der Beeren is eetbaar. De In- Gebruik*
diaanen van Noord-Amerika -houden ’er veel
Van, en maaken Olie van het V e t, die hun tot
vcelerley gebruiken ftrekt. Als men het Vet
fraelt, zö blyft op den bodem, van de Pan een
foórt van Reufel, zagter dan de Varkens-Reü-
ifjiX'j daar zy Saus van bereiden. De Ouden
hebben reeds aangemerkt, dat de Schenkels efen
lekkere Spyze zyn , en m en zegt , dat zy in
Duitfchland nog tegenwoord ig , gezouten en gerookt
zynde , op den Tafel van Vorften worÏDEELy
II Stuk. P deil