I. Afdeel, men* die waarfchynlyk voor den dag zullen ko"
XXf. men, wanneer het Dier gejongd heeft. Men
Hoofd- ■ ncjt }iel; jn Siberië. STUK*
X X I I . H O O F D S T Ü K.
Befcbryving van 't Geflagt der Spitsmuizen ,
waar onder de zwarte Virginifche Mol is be-
gteepen.
“p \ E n Naam van Sorex, dien ik elders Slaap-
rot vertaald vind, heeft Klein gebruikt
om v y f Geflagten van Knaagende Dieren, te
weeten den Mthoorn, Ro t, Muis, MolenVle*
dermuis, te bevatten. Men plagt hem voorheen
te geeven aan de gemeene Aard- o f Veldmuizen
, waar van de Franfche Naam Souris zal
a f komftig zyn. L inn^ us begrypt ’er een Geflagt
van Dieren onder, waar van de Kenmerken
zyn: twee Voortanden, die in tweeën ge-
fpleeten zyn , in de Bovenkaak; vier in de Onderkaak,
de twee middelften korter dan de anderen
: wederzyds verfcheide Hoektanden«, Hy
befchryft ’er thans drie Soorten van; naamelyk
de Spitsmuis , de gekamde en die zig aan \
Water onthoudt.
I. CO Spitsmuis met de Staart langer dan ’t Lyf.
Araneus.
Spitsmuis. Groo-
Pl. XVII. s orex Cauda Corpore longiore. Syfl. Nat.X.
F*g*3* Sorex. Faun. Succ. 33. Mus Araneus. Gesn. Quadr.
■ - ................... 741*
Grootelyks verfchillende zyn de Naamen» 1, Afdeel.
welken dit Dier in byzondere Taaien , van Eu- XXII.
ropa zelfs, voert. In ’t Hebreeufch noemt men sx^ oFD'
’t zelve Kaanafa, in ’t Griekfch Mugalee, in t
Latyh is de gewoöne Naam Müfar'dneuswaar
van de Franfchen het Mufaraigne afgeleid heb*
ben, dat de Graauwbunders volgen in hun Mu-
fer ding. De Italiaanen noemen het Topdragno,
de, Spanjaarden Ratto Pequenno of Murganho, de
Switzers Mutzet, de Duitfchers Spitsmaufs. De
Engelfchen geeven ’er den Naam aan van Shrew,
Shrew-Moufe o f Hardy-Shrew. ■
De reden van deeze benaamingeh zal ten dee- Eigen-
le van de figuur des Lighaams, waar door het fchappen.
naar een Muis gelykt, ten deele van de vlugheid
en manier van in den Grond te booren , afgeleid
moeten worden. Het is ook aan zynen Stank
te onderfcheiden, en fchynt Vergiftig te zyn.
Men heeft veel moeite om-het te vangen; het
doet aan de Wyngaarden, en de Aard-of Boom-
vrugten in ’t algemeen, veel fchade. Men vindt
het door geheel Europa, zo wel in deNoorde-
lyke Landen,;als in Italië, daar, volgens G es-
nerus , de Beet van dit Diertje Venynig zou
zyn , en D ioscorides meldt,, dat hetzelve ge*
opend en op de Beet gelegd , tot Geneezing
daar van ftrekt.
Ratus onderfcheidt het van de Muizen : dat
het
74.1. Aldaov. Digit. 441. Tab. 443. Jonst. Quadr..
Tab. LXVI. R aj. Qgadr. 23$). , i
1, D eei. II Stük. V 5