I.' Afdeel.
XVIII. ! f
Stük^ D" X V I I I . H O O F D S T U K .
Befchryving van ’t Geflagt der Zwynen of Var-
. kens , begfypende zo wel bet tamme als het
. wilde en Chineefche Varken ; waar toe ook
bet Guineelche , bet Amerikaanfcbe Muskus-
Zwyn en het Oofiindifche Hoorn- Varken, Ba-
byroufla genaamd, bebooren. De Eigenfetappen,
Verfcbeidenbeden , en ’t menigvuldig Gebruik
der Zwynen, zo in de Huishouding als de
Geneeskunde.
Naamen. Y f / Y komen tot den Vierden Rang der Zoo-
* * gende Dieien , waar aan de Heer L in-
N-iEü s 'thans den naam geeft van Bejiiee o f Beesten.
Onder dezelvcn heeft hy dè eerfte plaats
gegeven aan het Zwyn o f Varken, ’t welk in
’t Hebreeuwfch Cbajir , in ’t Griekfch Hits o f
Cboiros genoemd werdt ; in ’t Italiaanfch heet
‘het Porto, in \ Spaanfch Puerco. De Latynfche
Naam, in ’t algemeen, is Sus of Poreus; in ’t
byzonder werdt het Mannetje, o f de' Beer,
Verres, en gefnéeden zynde Majalis geheeten;
het W y fjè , o f de Zeug, Scropba,• en het Jong
o f de Big, Porcèllus. By de Franfchen heet het
in ’t algemeen Porc, de Beer Verrat en gefneeden
zynde Cocbon; de Zeug Truye. De En-
gelfchen noemen den Beer Boar, de Zeug Sow,
de Big Pig, en de algemeene Naam is Hog.
De algemeene Naam is by de Duitfchers Saw,
iSu |
Su, Schwyn o f Scbwein: zy noemen het'Man-1. Afdeel,
netje JEber en gefneeden zynde Barg; hetWyf- X-VbH.
je Mos of Loosf, en als het gefneeden is Galts;
de Big o f ’t Speenvarken Faerle, Seuwle en als
dezelve nog zuigt Span Faerle.
De Heer Brisson, by wien het Zwyn o f Kenmer
Varken het eenigfte Geflagt uitmaakt in zyne ken.
Zevende Rang, behelzende zodanige Viervoetige
Dieren, die Snytanden in de beide Kaaken
en de Hoevén der Pooten in tweeën verdeeld
hebben; is over de Tanden zeer uitvoerig.
.Wanneer derzelver getal, zegt h y , in de beide
Kaaken gelyk is , zo zyn ,’er in ieder Kaak vier
o f zes. Als hetzelve ongelyk is , vindt men
altyd de meelden in de Onderkaak. Hetgroot-
fte getal der Snytanden gaat nooit het andere
meer dan twee te boven, te weeten aan ieder
zyde van de Kaak één. Deeze Verfcheidenheid
kan niet dienen om de byzondere Soorten in dit
Geflagt te onderfeheiden, om dat het getal der
Tanden in de Dieren van eene zelfde Soort ver-
fchilt: ook niet de Sexe, want hy hadt zo wel
.in de Mannetjes als Wyfjes van de zelfde Soort,
onverfchillig, alle die Verfcheidenheden ontmoet.
De Snytanden van de Bovenkaak zyn
famenloopende, die in de Onderkaak, ten minfte
de middelden, leggen fchuins, en fpringen voor-
waards uit. Hoektanden zyn ’er boven twee
kortere, onder twee langere, die uitfteeken,
zegt L innjEüs,
Vier Soorten zyn ’er van dit Geflagt, volgens Soorten.