I. Afdeel. Knevels die uit Hairen, zo ftyf als Varkens-»
XXVIII. Borftels, beftaan, en dergelyke Hairen ter we*
stüs.0FD’ derzYde van den Bek : vier Vingeren aan de
Marmel- Voor- , vyf aan de Agtèrpooten , allen zeef
dier. lang en gewapend met lange , fcherpe Nagelen.
Het geheele Lyf is met Hair bedekt, donkerbruin
op de Rug, aan de Zyden een weinig lig*
ter ea nog ligter aan den Buik. De Snoet is
bleek en blaauwagtig Afchgraauw : de Nagels,
Vingers en Pooten, tot den Hiel toe, zyn zwart.
De Staart, die meer dan de helft der langte
heeft van het Lyf , is met bruin en zwartagtig Hair bekleed. '
Vi. (6) téu is met een kórtagtige Staart, de Ooren
Cricetus. gerond , bet Ham fier. Lighaam m n onderen zwart, de Zyden rosagtigi
Dit is het Dier, ’t welk van den Heer Bris*
son de Straatburgfcbe Marmot genoemd wordt,
als komende veel in het Land rondom die
Stad voor. Het is by de Schryvers onder
den Latynfchen Naam Cricetus bekend. Meii
noemt het ’t onregte Beer-Muis; want Arktomys is, gelyk wy opgemerkt hebben, dealgemeene
Griek*
(6) Mus CaiuM fubabbreviatÉ, Auriculis fotun-
<3atis, Corpore fubtus nigro, Lateribus rufefcenti-
bus. Syft.. Nat. X. p. 6o. Mus Caudi elongatft,
Corpore cinereo, rutilo nigroque, lottgitudinalrtcf
vario. Syfl. Nat. VI. p. io. Cricetus. R aj. Quadr.
221. Epb. Nat. Cur. D. II. A. 5. Obf. 186. GEstf.
Quadr. 738. Ham fier. Meijer Tbier. (Norib. 1748
foIO Tab. 81, 82.
Crickfche Naam der Marmeldieren , die alte- I. Afdeel,
inaai de eigenfchap hebben van op te zitten , xxVHh
gelyk de Beeren. By Straatsburg heet het Kom- STUK.
faerle, om dat het zyn werk maakt van Koorn Ham fier. öp te zamelen eh in Zakken , die het wedcizyds
onder de Kaaken heeft, naar zyn Neft te voe*
ren. De Polakken noemen het Skrzeczek en
Chomik, de Duitfcheis in ’t algemeen Hamftet
of Hamêjler-. Menigöv uldig ko,m t dit, Diëf• in Th, urin, ge. n é,t i ïfc bÉaipgpeetfii-* in Poolen voor, alwaar het zig onthoudt in de.
Tarw- Akkers, graavende diepe Holen in den
Grond,'aan ’t énd met drie Vertrekken, ineen
van welken het zyne Woonplaats heeft , in ’ t andere zyn Voorraad oplegt , en in het derdë
zyn Vuiligheden looft. Men wil ook, dat het
byzondere foorten van Spyze; gelyk Graan,
Erwten, Boonen, in byzondere Kamertjes bewaart,
brengende dezelven in de gemelde Zakken
naar zyn Hol, dat, behalve den Ingang,
die zeer krom en bogtig loopt, nog een regt
Gat heeft, Om door te gluuren. Tweemaal
’s Jaars brengt het zes Jongen voort.
Men rekent de langte op een half Elle; 'zo Gedaltti
dat het groóter dan een Rót is, en omtrent als
een Konyn -, of wat kléinder, hebbende zeer
, korte Poöteh en een Staart van omtrent agt
Duim lang, zo de Heer Brisson fchryft. De
kleur is boven öp den Kop, öp de Rug en
Staart, rosagtig grys: aan de. Zyden van ’t Lighaam
ros, de Keel wit en de Buik zwart. Het
ID EU, IX. S.Tl/lU Gg ge