I. Afdeel. hecfc vier Prammen > die den geheelen Buikbe.
XVI. dekken, zynde byna vierkant en uit ontelbaare
H oofd- Kliertjes famengefteld, die men zeer duidelyk
8TÜK' kon onderlcheiden. Het Net fcheen de Milt
Otter. ajs tu(j-c^en Zyne verdubbeling te bevatten.. De
Maag geleek, in haare plaatzing en gedaant
e , naar die van een Menfch; doch men vondt
ze uitwendig met een menigte van ronde door-
fchynende flippen bezaaid, alwaar van binnen
de Donsrok fcheen te onthreeken, maakende
dus zekere putjes of holligheden. De Twaalf-
vingeren-Darm was zeer lang, en alle Darmen
waren van Klapvliezen ontbloot, hebbende de
flingeringen der dunne Darmen veel overeen-
komft met die van den Menfch. De Karteldarm
was maar weinig dikker, en liep geheel
regt tot aan den Endeldarm, die, wegens de
kleinheid van het Bekken, zeer kort was. Men
vondt de Klieren, in dat gedeelte van ’t Darm-
fcheil, 't welk aan de dunne Darmen gehegtis,
als tot een groote langwerpige Klier famenge-
hoopt, gelyk in veele Viervoetige Dieren. De
Lever beftqndt uit zeven Lobben, • die, van elkander
afgefcheiden, byna in de Buik zwommen
, wegens de langte en flapheid haarer Banden.
De Galblaas was vrygroot, de Milt klein,
het Al vlees tien Duimen lang, en derhalve ver-
fcheide maaien famengevouwen o f geplooid.
Pl.XIV, De Nieren beftonden ieder uit twaalf o f der-
£*$• ?• . ,tien geheel afgezonderde deelen, die ieder een
tak kreegen van de Uitmelkende Bloedvaten; de
By-
Bynieren hadden de grootte en kleur van een j. Afdeel.
middelmaatige Aardbezie. De Pisblaas lag ge- XVI.
heel buiten % Bekken , dryvende byna gelyk de s " ° ° FD*
Darmen in de Buik. Otter.
In een Mannetjes Otter vondt de Heer de Deelen
Muralto aan het uiterfte van den Endeldarm , der Voorc-
• Tii
binnen de Sluitfpier, twee langwerpige Blaasjes,
gevuld met een Vogt, dat naar röttige
Kaas rook, en van binnen bekleed met een
Huidje, dat een weinig hard is, van roodagtige
kleur, gelyk aan k gene men vindt in de Maag
der Hoenderen, Behalve deeze Kaasagtige witte
Stoffe is ’er zekere Vogtigheid, welke,
wanneer men de Blaasjes drukte, door verfchei-
de gaatjes uitliep in de holligheid van den Endeldarm.
Die zelfde Blaasjes ’t eenemaal afgefcheiden
van de Sluitfpier, en vervolgens aan
de Lugt bloot geffeld zynde om ze te droogen,
werdt hunne Stoffe, in den tyd van drie Maanden
, genoegzaam aan het Sivet gelyk, in kleur,
zelf Handigheid en doordringende reuk. Wat
nu het gebruik der Blaasjes, en van de Stoffe,
daar in vervat zynde, belangt, kan men niets
met zekerheid vaftftellen, dan dat miffchien de
Otter zig daar van bedient, om door het ver-
fpreiden van dezelve de Vifl'chen aan te lokken:
.aangezien in de Balletjes, die tot lok-aas der
Viflchen bereid worden, de fterk ruikend Stoffen
’t voornaamfte Ingrediënt zyn. De Pisblaas
geleek naar die van een Kat, zo in gedaante als
in grootte. D c Teftikels, die een langweri,
Pfssi. II Stuk. M 5 P'S®