v a n d e F r e t t e n . i 4 9
De Heer L innaeus hadt den Rot van Pharao I. to»««*
voorheen onder de Daflen betrokken, noemen- Hoofo.
^je denzelven Das, met alle Nagelen van de zelf- s tu k .
de figuur, afchgraauw van kleur. Thans brengt Rot van
hy denzelven hier onder de Fretten en voegt a,a0’
’er b y , als eeneVerfcheidenheidmiiïchien, het
Dier , ’t welk Mungo genoemd wordt o f de
Slangendooder, dat te vooren door hem geplaatft
was onder de Weze ls , en Zee-groene Wezel geheeten:
zynde waarfchynlyk het zelfde, waar
van de Afbeelding, -hier nevensgaande, door pr>x i ll .
Seba , onder den naam van Ichneumon o f Cey- Fig. i .
Ions Vosje, gegeven was.
Het woont in Egypte, zegt h y , en voor- Befchry-
naamelyk in Indie. Men kan het tam maaken. ving van
’t Voorhoofd is vlak j de Bovenlip fteèkt uit,
de Ooren zyn rondagtig. Een enkele ry van
Knevels ftaat in alle deeze Dieren aan de zyde’.
lingfe randen der Lippen. De Tong is ruuw :
de Duim van de overige Vingers afgefcheiden:
de Staart dik aan den Wortel^ allengs verdunnende
, zo lang als ’c Lyf. Het heeft een
beursje voor de opening van den Aars, dat in
de Hitte open ftaat. Het Hair is uit wit en
zwartagtig grys, ringswyze, gemengeld. De
groot-
109. Mustella five Viverra, Indis Mangutia. K/empe.
Amoenit. 574. Tab. 567. Quil, fèu Qüirpele. Garc.
Arom. 163. Serpetuicida five Muncos. Rumph. Herb.
7- p. 69. Tab. a8. Fig. 2, 3. Ichneumon Indicus.
Edw. A v . i99. Ichneumon, five Vulpecula Zeilani-
ca. Seb. M u s . 1. p. 6<S. Tab. XLI. Fig. 1.
, I. DeëLj II. Stuk. K 3